Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

woensdag 1 januari 2014

De dictatoriale overheid

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


Uh, nee. Ik was niet vergeten wat we hebben afgesproken. Want we hebben nooit iets afgesproken. Mama heeft me wel heel vaak verteld wat ik allemaal wel en niet mag, maar dat is geen afspreken. Dat is tirannie. Of, zoals mijn moeder dat noemt, 'opvoeden'.
Als ik mama wijs op het verschil tussen 'afspreken' en 'als een brute dictator de regels bepalen zonder enige vorm van overleg', dan gaat ze altijd heel overdreven zuchten en naar het plafond kijken.
Daar schiet niemand wat mee op.
Aan de andere kant had ik ook geen zin om de dictatoriale overheid (mijn moeder dus) de schijn van wettigheid te geven door braaf te herhalen wat we hadden 'afgesproken'.
Dus zei ik maar niks.
'We hebben afgesproken,' zei mama,'dat jij geen spelletjes doet met veel geweld erin. Omdat dat slecht is voor je karakter. Als je vaak die spelletjes doet, dan ga je zelf later ook geweld gebruiken. En dat is niet netjes.'
Daar moest ik heel erg hard om lachen. Mijn moeder is namelijk – dat weet je misschien wel – de meest gezochte terrorist ter wereld. Onder de naam 'Donderkat' heeft ze al meer dan honderd gebouwen opgeblazen.
Allemaal gebouwen van schurken hoor, en nooit met de schurken er nog in. Dus het is niet dat ze mensen doodmaakt of zo iets. Maar toch – erg vredig kun je het niet noemen, wat ze doet.
'Ik vind het leuk als je vrolijk bent,' zei mama koel. 'Maar dit overdreven harde nep-gelach is nergens voor nodig. Ik blaas af en toe een gebouwtje op, maar dat is geen geweld. Dat is een soort...' Ze wapperde met haar handen. Haar ogen zochten de kamer af. Alsof ze dacht dat het woord, waarnaar ze op zoek was, zich verstopt had in een hoekje van het plafond. '… een soort gesprek,' legde ze uit. Ik laat op die manier aan meneer Dogger en zijn vrienden weten wat ik van hun zaakjes vind.'
Meneer Dogger is een schurkachtige bankdirecteur. Ik heb nu even geen tijd – okee, eventjes eerlijk: geen zin – om uit te leggen waarom hij en zijn vrienden zo schurkachtig zijn, maar dat zijn ze. Neem dat maar van mij aan.
'Kunt jij ze niet gewoon een briefje sturen?' vroeg Kwetter, die samen met mijn zusje Gaby de huiskamer binnenkwam. Hun haren waren druipnat, want ze hadden net in zee gezwommen.
Wij wonen vlak bij zee, namelijk. Héél dicht bij de zee. We wonen namelijk in de zee, in een gele duikboot die 'Tsaar Peter' heet.
'Als jij gewoon een briefje stuurt, dan...'
'Dan luisteren ze niet,' onderbrak mama haar. 'Bemoei je er even niet mee, Kwettertje-lief, ik ben Michael aan het opvoeden en dat is al ingewikkeld genoeg. Jongens van twaalf zijn soms zo... zo...'
'Intelligent?' hielp ik haar.
'Stom?' probeerde mijn zusje.
'Allebei,' fronste mama. 'Dat is nou juist het probleem. Maar misschien kunnen jullie mij helpen, meiden. Hoe kunnen we Michael laten ophouden met die bloederige spelletjes van hem?'
'Ik hebt wel een ideetje,' zei Kwetter.


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten