Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

donderdag 19 januari 2012

Ontbijten op z'n Boegoe-Boegoes

Het begon zoals dat soort dingen altijd begint: met een knal. Geen harde knal dit keer, maar een muizenpiep van een ontploffinkje. Je kon het bijna niet horen tussen de geluidjes van het oerwoud: de ritseltjes en trippeltjes, de zoempjes en piepjes, het geruis van bladeren en het plik-plok-pluk van druppeltjes. En al helemaal niet tussen de rotherrie van het oerwoud: het gefluit, gebrul, gegil, gekrijs en gejank van van alle smerige en gevaarlijke beesten die ons hier het leven zuur maakten.
We zaten net te ontbijten, bovenin een boom midden in het oerwoud. We zaten op de bovenste tak, want het had net geregend en dan zitten de lagere takken vol Sissipi-slangen. Die zijn enorm groot en ongelooflijk giftig. De meest dodelijke dieren ter wereld, afgezien van de Boegoenese Reuzenalligator.
Altijd als het geregend heeft kruipen die afschuwelijk gevaarlijke Sissipi's onze boom in. Omdat de grond dan krioelt van de Boegoenese Reuzenalligators.
Dus bij alle oerwoudgeluidjes kwamen ook nog het gesis van de slangen en het lugubere kakengeklapper van de alligators.
'Wat was dat?' vroeg ik.
'Wat was wat?' vroeg mama.
'Ik hoorde een ontploffing,' zei ik.
'Daar trap ik niet in,' zei mama. Ze dacht dat het een smoesje was en heel eerlijk gezegd: dat was niet zo'n vreemde gedachte. Ik verzon wel vaker smoesjes als we aan het ontbijt zaten. Want ontbijten in Boegoe-Boegoe, dat doe je echt niet voor de lol.
Dat moet ik even uitleggen.
Wij zijn een heel gewoon Nederlands gezin: mijn zus Gaby, mama, papa en ik. Maar we wonen niet meer in Nederland; we zijn gevlucht omdat we achterna gezeten worden door een bende schurken. Schurken zoals meneer Dogger, de gierige bank-directeur, Snoet de Kinderdief en meneer Cockel, de steenrijke, oppermachtige oliebaas. Ze hebben nog een heleboel vrienden, die drie – teveel om op te noemen. Stuk voor stuk gewetenloze boeven.
Als je wilt weten hoe erg ze zijn: ze ontvoeren onschuldige kinderen en malen ze door de gehaktmolen, om ze te verkopen als Mjamburgers. Zo erg dus.
Ze hebben het ook met ons geprobeerd. Wij zijn misschien niet echt onschuldige kinderen, want we hebben honderd en vierenzestig van hun bankgebouwen, benzinestations, mjamburgerfabrieken enzovoorts opgeblazen. Maar of je nou een 100% onschuldig kind in handen hebt, of een 99%-onschuldig-en-1%gebouwen-opblazend-terroristenkind – je mag nooit kinderen door de mjamburgers doen.
En trouwens, wij hebben dan wel een paar van hun spulletjes opgeblazen maar zij waren, zeg maar, een soort van begonnen.
En nu zaten ze achter ons aan.
Daarom waren we gevlucht naar de binnenlanden van Boegoe-Boegoe.
Daar waren we veilig, want Boegoe-Boegoe ligt zó ver van de beschaafde wereld af dat er geen schurken komen.
Dat is fijn.
Maar het is er ook zó onbeschaafd dat ze er heel erg walgelijke tafelmanieren hebben.
Dat is minder fijn. Want met 'walgelijk' bedoel ik niet dat ze een beetje slurpen (hoewel ze wel slurpen).
Ik bedoel ook niet dat ze met hun handen eten (hoewel ze zeker geen bestek gebruiken).
Ik bedoel dat ze het eten in elkaars mond spugen.
Ik zei toch dat het walgelijk was?
Helaas dacht mijn moeder daar anders over.
Zij vindt dat je je altijd helemaal moet aanpassen aan de mensen waar je te gast bent. Kwestie van beleefdheid, vindt ze.
Dus wij ontbeten op z'n Boegoe-Boegoes.
Mijn moeder deed alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Mijn vader doet altijd wat mijn moeder zegt, dus daar hadden we niks aan. Mijn zusje is eraan gewend geraakt. 'Op een gegeven moment weet je niet beter meer,' zegt zij. 'Dan krijgt het wel iets gezelligs, zelfs.'
Waaraan je maar weer ziet dat alle meisjes in wezen krankzinnig zijn.
Ik bedoel: gezéllig? Goor zal ze bedoelen!
Daarom verzin ik af en toe een smoesje om snel van tafel te mogen. Bij wijze van spreken dan, want er zijn geen tafels in Boegoe-Boegoe. Daar zijn ze hier niet beschaafd genoeg voor. Trouwens, iedereen hier woont in de boomtoppen en daar heb je niks aan een tafel want die valt meteen naar beneden. Dus.
In ieder geval, tafel of geen tafel, ik hield niet van ontbijten.
Vandaar dat mama twijfelde aan mijn ontploffing.


VOLGENDE

4 opmerkingen:

  1. een heel leuk boek maar wat een rare titel
    ik verheug me op het bezoek op 14 feb. op de school
    Roald-Dahl in Sint-Michielsgestel



    groetjes Bas Bos zit in groep 7

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hallo Bas,

    'Ontbijten op z'n Boegoe-Boegoes' is niet de titel van het nieuwe boek hoor, alleen maar van dit hoofdstukje. Wat de titel van het boek precies wordt is nog niet bekend.
    Tot de 14e!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. de titel is donderkat vs kettingzaag

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Daar heb je helemaal gelijk in, Anoniem!

    BeantwoordenVerwijderen