Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

vrijdag 28 juni 2013

De ouwe mannetjes van tegenwoordig, die stellen niks meer voor

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


'Wat bedoel jij precies met “met z'n allen”? Je bent toch hopelijk niet van plan de kinderen mee de zee op te nemen, of wel?'
'Tuurlijk wel,' zei ik, 'wij horen ook bij de internationale terroristenbende, wat dacht je?'
Michael voegde daar aan toe: 'Ik weet niet of mama echt van plan was om ons mee te nemen, maar dat doet er ook niet toe want plan of geen plan: wij gaan gewoon lekker mee!'
'Ach lieverds,' zei mama, 'natuurlijk moeten jullie mee. De zee is gevaarlijk, dat is waar,. En als je in zo'n gammel prutsbootje zit is de zee twee keer zo gevaarlijk, en als je vanuit een uitgeholde boomstam ruzie gaat zitten zoeken met de grootste boot ter wereld is ze honderd keer zo gevaarlijk. Maar wat moeten we anders? Moeten we ze hier laten? En als er dan weer een peloton tanks aan komt? Of de Moeflon, met een paar lui van de geheime dienst? Of een bende schurken in dienst van meneer Cockel? Iedereen weet dat we hier zitten, vergeet dat niet!'
Dat was waar, en alle gevaren die ze opnoemde overtuigden papa al snel.

Zo zaten we een half uurtje later in een boot. In twee boten, om precies te zijn, want ééntje was net iets te klein voor zes personen. Mama, Kwetter en ik in de ene en papa met Michael in de andere. Jimmi de zee-gids zat bij papa in de boot.
Jamal ging niet mee, natuurlijk; we konden elkaar niet verstaan en dat is heel onhandig als je samen iets gaat opblazen. (Stel je maar voor: “Jongens, niet op dit rode knopje drukken he? Nee!! Jamal! Ik zei niet op het...” Boem.)
Jimmi konden we ook niet verstaan, natuurlijk, maar die zou ook niet mee aan boord van de Engel gaan dus dat was geen ramp.
Behalve dan dat hij de hele tijd zat te praten. Op behoorlijk luide toon, om precies te zijn; zo hard dat we niet alleen hém niet konden verstaan, maar ook elkáár niet.
'Waar zou die man het toch de hele tijd over hebben?' vroeg mama zich schreeuwend af.
'Geen idee,' riep ik terug, 'maar hij klinkt vrij knorrig. Volgens mij zit hij gewoon de hele tijd te mopperen en te schelden.'
'Nu je het zegt,' gilde Kwetter, 'nu hoort ik het ook. Ik denkt dat hij zit te klagen over de kinderen van tegenwoordig, dat die niet wil deugen en niks meer gewend is. Daar klaagt ouwe mannetjes altijd over.'
'Da's waar,' knikte ik. 'Ik heb een opa, dat is ook zo'n ouwe zeur.'
'Heb je het over mijn vader?' vroeg mama verwonderd. 'Vind je hem een ouwe zeur? Tsss. Jullie zijn echt niks gewend. Vroeger, toen konden de ouwe mannetjes pas zeuren!'
Op dat moment stak Jimmi zijn vinger in zee en likte het zoute water op. Hij dacht eventjes seconden na, smakte een paar keer, kneep zijn ogen dicht en wees naar links.


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

woensdag 26 juni 2013

Aan vrijwel alles een hekel

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE



Het was een stokoud mannetje; dat zag je aan zijn grijze haartjes en zijn kromme rug. Maar het vreemde aan hem was zijn gezicht. Dat zag eruit alsof het nog duizend jaar ouder was dan de rest van zijn gezicht. Een paar jaar geleden ging ik met mijn ouders naar een museum waar ze een meisje hadden dat tweeduizend jaar geleden in een moeras gevallen was – volgens Michael was ze erin gegóóid, hij was daar heel zeker van maar volgens mij verzon hij maar wat want dat stond niet op het bordje – en dat meisje was om één of andere reden niet weggerot maar een soort mummie geworden. Mama ging toen natuurlijk van alles uitleggen over zuren en mineralen, en dat ben ik per ongeluk expres meteen weer vergeten, maar het gezicht van dat meisje heb ik altijd onthouden.
Het was ook best wel een eng gezicht.
En het gezicht van dit mannetje zag er ongeveer net zo uit. Waarschijnlijk zou mama me wel uit kunnen leggen hoe het kon dat dit mannetje een gezicht van tweeduizend jaar oud kon hebben, maar ik vond het een beetje vervelend om ernaar te vragen waar het mannetje zelf bij was. Zo iets doe je niet, ook al kan dat mannetje je niet verstaan.
'Jimmi is de visser van het dorp,' vertelde Willem. 'Hij kent de zee op zijn duimpje. Hij heeft er zijn hele leven op gevaren, en hij kan dingen die je niet zou geloven als ik ze vertelde. Je zult het zelf wel zien, als je een beetje geluk hebt. Ik zal hem vragen of hij jullie gids wil zijn.'
Hij vroeg iets aan het mannetje en het mannetje keek een beetje verbaasd naar ons. Tenminste, dat denk ik. Misschien keek hij wel woedend. Of verdrietig. Of hij keek altijd zo. Dat vreemde gezicht kon van alles betekenen. Je kunt aan een koelkast ook niet zien of-ie het koud heeft.
Maar al snel bleek dat je sommige gevoelens wel degelijk aan het mannetje kon zien, want het begon breed te grijnzen en te knikken.
'Jimmi heeft een hekel aan de Engel des Doods, dat snappen jullie wel,' legde Willem uit. 'Hij heeft trouwens aan de meeste dingen een hekel. Bijvoorbeeld aan de hele rest van het dorp, omdat zij vissen met dynamiet en niet op de ouderwetse manier. En aan de oliemaatschappij, omdat die het boerenland hebben verwoest, zodat er nu een stel klungels en beunhazen met dynamiet de zee opgaat. En aan mij, omdat hij vindt dat ik er iets aan zou moeten doen, op één of andere manier.'
'In al die dingen heeft hij gelijk,' zei mama. 'Gelukkig ben ik er nu. Ik kan lang niet alles in orde maken, maar die grote lelijke vissersboot zullen we eens goed te grazen nemen met z'n allen.'
'Hoho,' zei papa, 'wacht eens even!'


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

maandag 24 juni 2013

Glimlachend aten wij verder

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


'Dat is helemaal geen goeie vraag,' zei papa, 'want jullie weten het antwoord al En het antwoord is nee. Want ik kon wel aan een paar torpedo's komen, maar niet aan een lanceer-installatie. En als ik wel een lanceer-installatie had gehad, dan had ik nog niks want we hebben alleen maar één enkele tweedehands Jetski.'
'Hoho,' zei Willem. 'Hier hebben we het al over gehad, Eduard! Je mag ook nog een of twee vissersboten uit het dorp regelen.'
'Oh ja, da's waar. Goed, we hebben dus een tweedehands Jetski én een paar stokoude uitgeholde boomstammen, die nog sneller ondersteboven duikelen dat een hangmat...'
'Dat zou me verbazen,' zei Michael vanaf de grond en hij wreef over zijn pijnlijke achterhoofd.
'… en die hier in het dorp om onduidelijke redenen bekend staan als “boten”. Daar kun je geen lanceer-installatie inbouwen. Dus de torpedo's heb ik zolang verstopt hier in het dorp.'
'Ze liggen in de kerk,' zei Willem met een verbitterd glimlachje. 'Daar komt toch nooit iemand.'
'Bovendien,' ging papa verder, 'zou het onzinnig zijn om de Engel des Doods te torpederen. Daar krijgen we de Tsaar Peter niet mee terug. Sterker nog: als ze de Tsaar aan boord hebben gehaald, en wij knallen hun boot kapot, dan is de Tsaar Peter ook voorgoed weg.'
'Ja,' zei mama schamper, 'maar als we ze gewoon laten vertrekken, zonder ze een strobreed in de weg te leggen, dan is-ie óók weg. Dáár hoeven we het niet voor te laten, Eduard. Ik zeg: laten we de schurken een lesje leren. Morgen lenen we zo'n vissersbootje, we nemen een lading bommen mee en dan zullen we ze leren dat ze geen ruzie moeten zoeken met de Donderkat.'

De volgende morgen, bij het ontbijt, wapperde Willem met Het Zuid-Mallotisch Niewsblad. 'Jullie staan er weer in!' riep hij enthousiast. ' “Terrorist sloopt onschuldig peloton peperdure tanks”, maar volgens mij is dat onzin, die tanks begonnen toch zeker zelf? Vertelden jullie?'
'Natuurlijk begonnen zij,' zei mama kalm. 'Kwetter, lieve kind, hoe vaak moet ik het nog zeggen? Boterhammen eten wij met...?'
'Mes en vork,' antwoordde Kwetter met een diepe zucht, 'want wij is hier niet in Boegoe Boegoe.'
Ondertussen vertelde papa aan Willem: 'Die krant moet je niet geloven, hoor. Die wordt uitgegeven door meneer Keen, en dat is een goede vriend van...'
'Meneer Dogger,' riep iedereen in koor. Daarna aten wij glimlachend verder.
Een half uurtje later ging Willem ons voor door het dorp, naar een klein huisje dat helemaal achteraf stond. De tuin lag vol met rommel: stukken hout, eindjes touw, allerhande gereedschap dat ik niet herkende. Ieder stuk rommel zag eruit alsof het een half afgemaakt klusje was, waarvan de eigenaar even naar het wc was gegaan en waar hij zometeen weer mee door zou gaan. Maar dan zouden er minstens drieëntwintig mensen op dit moment op het wc moeten zitten.
Het huisje, en alles eromheen, rook ongelooflijk sterk naar vis.
Dat was waarschijnlijk de reden dat er tientallen katten rondslopen door de tuin en op het dak.
'Jimmi!' riep Willem, en daarachteraan iets in het Zuid-Mallotisch.
Even later ging de deur open, en er kwam een wonderlijk kereltje naar buiten.


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

vrijdag 21 juni 2013

Het losse tegeltje van J. Brekem

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


Hij haalde een krantenknipsel uit zijn portemonnee en las voor: '… de schade aan het gebouw was zo groot dat het, volgens experts, beter is om het hele gebouw te slopen en te herbouwen dan om de boel te repareren. “Je weet nooit wat het gevolg is van zulke ontploffingen”, vertelde schade-expert J. Brekem van Brekem's Bouw- en Sloopbedrijf ons. “Misschien zitten er wel haarscheurtjes in het beton. Of er zit een tegeltje los in het toilet. Zo'n tegeltje kan zomaar op iemands hoofd vallen, en ja, dan heb je dus een ongeluk. Dit gebouw laten staan is onverantwoord, zeg ik als onafhankelijk deskundige. Tot de grond toe afbreken en helemaal opnieuw bouwen, dat is het beste.” Cockels Oliemaatschappij heeft aangekondigd dat de sloop, door het bekende Zuid-Mallotische Bouw- en Sloopbedrijf Brekem, aanstaande woensdag begint...'
'Welja,' zei mijn moeder verontwaardigd, 'een of andere bouwhaas zwendelt een leuke klus voor zijn bedrijf bij elkaar, en wie krijgt er weer de schuld? De hardwerkende, goedbedoelende internationale terrorist! Ik bedoel: het gebouw ligt nog niet eens omver, en ik krijg de schuld al! Ik kan je vertellen: als ik een gebouw vernietig, dan is er voor de slopers weinig meer te doen daarna. Het puin op een vrachtwagen laden en naar de stort rijden, da's alles.'
'Rustig nou maar, schat,' suste papa. 'Je hebt helemaal gelijk. Wat ze in de krant allemaal zeggen is onzin.'
'Hm,' zei ik. 'Die Brekem gaat volgens mij een aardige smak geld verdienen met het slopen en weer opbouwen van een gebouw dat ook gewoon gerepareerd had kunnen worden. Het zou me niks verbazen als papa die meneer nog kent van zijn tijd bij de Doggersbank.'
Verrast keek papa me aan. 'Verhip,' zei hij, 'je hebt helemaal gelijk! Meneer Brekem! Ik was hem helemaal vergeten, en het was nog wel zo'n koddig baasje! Altijd druk, altijd rennen op die kleine dikke beentjes van 'm, met een grote envelop vol smeergeld onder de arm... Hier een minister omkopend, daar een vergunning omzeilend... Hij wist van aanpakken, dat moet ik hem nageven. Ik heb zelden een zó oneerlijk iemand zó hard zien werken voor z'n geld. Maar als hij het kantoor van Cockel gebouwd heeft, dan denk ik inderdaad dat de boel maar beter gesloopt kan worden. Hij levert zulk ongelooflijk slecht werk af – soms valt er al een balkon af als je een beetje te hard niest, dus waarschijnlijk hebben mama's explosies inderdaad het hele gebouw onveilig gemaakt. Of nou ja – onveilig gemáákt is misschien niet helemaal het goede woord, het is nooit veilig geweest natuurlijk...'
'Gaan we nou nog iets torpederen of hoe zit dat,' vroeg Michael ongeduldig.
'Goeie vraag, zei Kwetter.


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

woensdag 19 juni 2013

Belastingontduiking kan ook heel mooi zijn

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


'Torpedo's hebben we wel,' zei papa. 'Niet véél hoor, een stuk of vijf – er is moeilijk aan te komen, zoals ik al eens gezegd heb, en meer dan vijf kon ik er in een week niet bij elkaar krijgen. Maar we hebben er niet veel aan. Ten eerste omdat het maar zeer de vraag is of vijf torpedo's genoeg is om een zo gigantisch schip als de Engel des Doods tot zinken te brengen. En ten tweede omdat we ze niet af kunnen vuren. Want we hebben geen duikboot meer.'
'Ik kunt het jullie nog sterker vertellen,' zei Kwetter. 'Wij hebt niet alleen geen duikboot, wij hebt geen enkel soort boot. Wij zit op een rots in zee, wij hebt één Jetski en ik ziet nergens een hele grote vissersboot. Dus al die gebabbel over hoe wij de vissersboot in stukjes gaat boemen is een beetje... Wat is de woord?'
'Voorbarig,' zei mama. 'Ik denk dat je “voorbarig” bedoelt. Dat betekent: “te vroeg, overhaast, en daardoor misschien wel fout, of helemaal niet van toepassing”. Een ander woord daarvoor is “prematuur”, maar dat is nodeloos ingewikkeld dus dat bedoel jij niet, want jij doet nooit nodeloos ingewikkeld. En trouwens, je hebt gelijk. We zitten hier op een rots, en...' ze wendde zich tot mijn vader, 'daar moeten we onderhand eens vanaf. Had je daar een idee over, of dacht je gewoon: ik haal ze eerst maar eens uit de brand en dan zie ik wel verder? Zou ik je helemaal niet kwalijk nemen hoor, ik vraag het alleen maar omdat...'
Op dat moment grinnikte mijn vader: 'En je had het onmogelijk op een beter moment kunnen vragen. Kijk eens wie we daar hebben?' Hij wees op een bootje dat juist op dat moment achter een kleine landtong vandaan kwam. Het was net zo'n bootje als we eerder hadden gezien, toen het koraalrif werd gebombardeerd.
Het was zelfs precies datzelfde bootje, met precies diezelfde vissers erin, zagen we toen het iets dichterbij kwam.

Anderhalf uur later zaten we onder de bomen voor Willem's kerk; dat wil zeggen, papa en mama zaten gewoon, in luie ligstoelen, en Kwetter en Michael en ik zaten op, lagen in, hingen aan en vielen uit Willem's hangmat.
'Jullie hebben weer eens alle kranten gehaald,' zei Willem. ' “Beruchte terrorist Donderkat blaast onschuldig museum op”. Mooie boel hebben jullie er van gemaakt!'
'Nou jaaaa,' zei mama. 'Waar halen ze dat nou weer vandaan? Ik zou nooit, maar dan ook nooit een museum opblazen! Musea zijn heilig voor mij!'
'Zeg nooit nooit, schat,' zei papa wrang. 'Het hoofdkwartier van Cockels Oliemaatschappij was tegelijkertijd een museum. Zodat ze geen belasting hoefden te betalen. Niet te geloven, dat je dat niet meer weet. Het was zó'n prachtige manier van belasting ontduiken...' Hij knipperde een paar keer met zijn ogen, alsof hij ieder moment kon gaan huilen van ontroering.
'Oh, dát museum,' zei mama een beetje schuldig. 'Ja, maar dat telt natuurlijk niet. Dat was geen écht museum. Dat was een belastingtruc.'
'Belastingtrucs kunnen ook heel mooi zijn,' zei papa dromerig.
'En trouwens,' ging mama onverstoorbaar verder. 'Ik heb dat gebouw helemaal niet vernietigd. Alleen de bovenverdieping eraf geblazen en op de andere verdiepingen nog een paar kleine ontploffinkjes gemaakt. En wat chemische reakties. Dat noem ik gen vernietiging.'
'Nee,' zei Kwetter, 'als mama iets wegboemt is het daarna ook echt helemaal weg hoor! Dus die krantenmensen schrijft echt onzin. Vernietigd... Hoe komt ze erop?'
'Dat kan ik je wel vertellen,' zei Willem.



BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

maandag 17 juni 2013

Een teleurstellend enthousiasme

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


Dat dacht ik ook.
Ik heb mama's gezicht wel eens gezien als ze echt boos was.
Ik heb ook wel eens een peloton tanks gezien dat op mij af kwam gedenderd met de bedoeling mij aan puin te schieten.
En als je mijn nu vraagt: welke van de twee zou je nog eens willen meemaken, dan zeg ik: doe mij die tanks maar. Tanks kan ik wel hebben. Vooral als mama aan mijn kant staat. Maar zelfs met een peloton tanks aan mijn kant zou ik nog geen boze mama onder ogen durven komen.
Helaas wordt mij nooit iets gevraagd in het leven, dus ik ga ervan uit dat die tanks een éénmalig verzetje waren, een soort schoolreisje zeg maar, terwijl mama nog wel een aantal keren heel boos zal worden op mij. Niet dat ik nu van plan ben nog heel veel te doen wat niet mag, of zo, maar soms weet je pas dat iets niet mag op het moment dat je moeder kwaad wordt en dan is het te laat. Daar kun je dus eigenlijk niks aan doen. Of je zou altijd van tevoren moeten vragen of iets mag of niet. Maar dat is een beetje teveel gedoe, vind ik. Ik bedoel het altijd heel goed; dat zou toch warempel genoeg moeten zijn.
Het is in elk geval meer dan de Engel des Doods van zichzelf kon zeggen.
Ik bedoel: "We maken alles wat er in zee leeft hartstikke dood en als bijverdienste gappen we soms een onderzeebootje," nee, daar kun je toch onmogelijk achteraan zeggen "...maar we bedoelen het goed."
'Hoera,' riep Michael, 'weg aan de Engel de Doods overhoop torpederen! Mag ik op het knopje drukken? Ik kan dat hele goed! Ik heb geoefend!'
Ik wilde een snedige opmerking maken over walvissen, maar voordat ik er één kon bedenken begon papa Michael de les te lezen.
'Jongen,' zei hij streng, 'je weet nu toch onderhand wel dat je dat soort dingen nietleuk hoort te vinden. Ik begin echt een beetje teleurgesteld te raken door je voortdurende enthousiasme over het opblazen van mensen.'
'Je vader heeft gelijk,' zei mama. 'Je mag het wel leuk vinden om mensen op te blazen - dat is ook leuk, namelijk - maar je mag het niet laten merken. Dat is niet netjes.'
'Dat is echt he-le-maal niet wat ik bedoelde...' begon papa, maar mama was nog niet uitgepraat: 'En niet netjes is erg, maar er is iets wat erger is en dat is: domme opmerkingen maken. En jouw opmerking, lieve schat, was heel erg dom.' Ze keek Michael aan op haar speciale manier; de manier die je naar een peloton tanks doet verlangen. 'Want hoe kunnen we op het torpedo-knopje duwen als onze onderzeeër aan boord van de Engel des Doods ligt? En bovendien: op het knopje duwen heeft geen enkele zin want jij hebt de torpedo's opgemaakt.'
Maar dat bleek niet helemaal waar te zijn.




BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

vrijdag 14 juni 2013

Waar is de tsaar?

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


'Dat is een goeie vraag,' zei papa. 'sterker nog: het is de goeie vraag. Het is de beste vraag die je op dit moment zou kunnen stellen. Veel beter dan saaie vragen die ons geen stap verder helpen, zoals wie z'n schuld is het allemaal, bla bla bla. En gelukkig heb ik op deze goeie vraag ook een heel goed antwoord. De Tsaar Peter is namelijk een stukje weggedreven van het koraalrif., in de richting van de open zee. Een behoorlijk stukje, om precies te zijn. Om heel precies te zijn: ver genoeg weg van het koraalrif om binnen bereik te komen van... de Engel des Doods.' Hij keek ons dramatisch aan.
'Pap,' zei Michael, 'engelen bestaan helemaal niet.'
'Nee, slome, dat weet papa ook wel,' zei ik geprikkeld. 'Of liever gezegd: hij weet het niet, want hij gelooft in engeltjes, maar hij weet dat wij daar niet in geloven dus hij valt ons niet lastig met die flauwekul. Hij heeft het over de Engel des Doods, dat gigantische schip waar Willem ons ooit over vertelde. Dat schip met netten zo groot dat ze er per ongeluk walvissen mee vangen, weet je wel?'
'Precies,' zei papa, 'ik ben blij dat je zo goed op hebt gelet. Ik kan je inmiddels zelfs vertellen dat hun netten groot genoeg zijn om per ongeluk duikboten te vangen. Want dat is wat er met de Tsaar Peter is gebeurd.'
'Ja maar,' protesteerde ik, 'en onze Jetski's dan? Die lagen op het strand, en die waren óók verdwenen! Die kunnen toch niet per ongeluk in een net terecht zijn gekomen?'
'Heel goed opgemerkt,' knikte papa. 'Dat kan onmogelijk gebeurd zijn. Dus het is ook niet gebeurd. Wat er gebeurd is, is het volgende.
De bemanning van de Engel de Doods ontdekte dat er een duikboot in hun netten zat. Een onbemande, kanarie-gele duikboot. Dat vonden ze natuurlijk vreemd, en ze dachten: hee, laten we eens gaan kijken van wie dat ding is. Want duikboten zijn, voor zover zij weten, altijd eigendom van een of ander leger. En de kapitein van het schip, meneer Leeghwater, heeft geen zin om ruzie te krijgen met een leger. Dus ze hebben een sloep naar de wal gestuurd om eens een beetje rond te vragen, en zo ontdekten ze dat de Tsaar Peter eigendom was van een internationale terroristenbende.'
Daar moest Kwetter erg om lachen. 'Wat een sufkopjes!' giechelde ze. 'Die boot is niet van een internationale terroristenbende. Die is van ons!'
'Lieve schat,' zei mama, 'het wordt nu toch echt tijd dat je begrijpt dat wij een internationale terroristenbende zijn.'
'Doe niet zo mal,' lachte Kwetter. 'Wij is gewoon wij.'
Mama schudde zuchtend haar hoofd.
'In ieder geval,' zei papa, 'ze besloten dat ze de boot wel konden houden, en de Jetski's inpikken, want een internationale terroristenbende is een stuk minder gevaarlijk dan een leger.'
'Dat denken zij,' zei mama grimmig. 'Nu nog wel. Maar binnenkort zullen ze wel leren dat het allemaal net even iets ingewikkelder ligt.'


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

woensdag 12 juni 2013

Dansen is een vorm van moord

BEGIN / VORIGE
/ VOLGENDE


'Kijk...' zei papa. 'Het zit zo... Eigenlijk... eh... Voordat ik vertel waar onze onderzeeboot is, wil ik even iets afspreken. Goed? Is iedereen het daarmee eens?'
'Waarmee eens?' vroeg mama een tikkeltje wantrouwig.
'Nou,' zei papa, 'ik wil even duidelijk afspreken dat het niemand z'n schuld is.'
'Dat wat niemand z'n schuld is?' vroeg mama scherp.
'Ja, dat vertel ik dus pas als we van tevoren afspreken dat niemand boos wordt op iemand anders. Kijk. Het zit zo. Als er geen duidelijke afspraken zijn over wie wat moet doen, aan boord van een onderzeeboot, dan kun je achteraf ook niet zeggen: het is die-en-die z'n schuld dat dat-of-dat niet gedaan is. Dat is redelijk, of niet?'
'Gaat dit toevallig over het anker?' vroeg mama. 'Probeer je ons nu te vertellen dat je het anker niet hebt neergelaten, en dat de Tsaar Peter toen domweg is weggedreven?'
'Bijna goed,' zei papa. 'Bijna goed. Ik probeer te vertellen dat we het anker niet hebben neergelaten, en dat de Tsaar Peter toen domweg is weggedreven.'
'Je hebt het anker niet neergelaten.' Mama klonk tamelijk ijzig.
'We, schat,' benadrukte papa zenuwachtig. 'We hebben het anker niet neergelaten. Maar daar hadden we ook geen duidelijke afspraken over.'
'Die hadden we zeker wel,' zei mama streng. 'De laatste die van het schip afgaat, laat het anker neer. Dát was de afspraak.'
'Ja, precies, maar als we met z'n allen min of meer tegelijk weggaan, wiens schuld is het dan? Ik bedoel: jij kwam als laatste naar buiten, maar ik heb het luik achter jou op slot gedaan. Jouw Jetski lag als eerste in het water, maar ik ben als eerste weggevaren. Kwetter is als laatste op jouw Jetski gestapt, dus zij heeft de boot als laatste aangeraakt...'
'Wat!? Dat is toch wel het toppunt!' riep mama woest. 'Jij vergeet het anker neer te laten, en nou probeer je de schuld op dat arme kind te schuiven? Dat had ik niet van je gedacht, Eduard!'
'Ja maar jij was net zo goed vergeten om...'
Ik slaakte een diepe, diepe zucht. Ik houd heel veel van allebei mijn ouders, maar als ik érgens een hekel aan heb, dan is het wel aan grote mensen die kinderachtig gaan lopen doen. Dat ziet er altijd zo knullig uit. Zo stuntelig. Het doet een beetje denken aan grote mensen die, als er een feestje is, een paar glazen wijn drinken en dan opeens willen gaan dansen. Die dansen altijd heel, héél belachelijk. Dansen is moeilijk. Als je goed wil dansen, dan moet je jarenlang naar een opleiding. Een balletacademie of zo. Heb je geen opleiding gehad? Ga dan ook niet dansen! Anders schamen je arme kinderen zich helemaal dood voor je, en dan zit je opeens met een dood kind. Leg dat maar eens uit aan de politie. “Wat is er met dat kind gebeurd,meneer?” “Ja, dat heeft zich doodgeschaamd toen ik ging dansen.” “Dansen? Heeft u daar een opleiding voor gehad?” “Nee, dat niet.” “Oh, dan telt het als moord. Dat wordt levenslang, makker.”
Iets dergelijks is er aan de hand met kinderachtig doen. Dat moet je aan experts overlaten. Aan kinderen dus. Wij hebben er geen opleiding voor gehad, maar we zijn allemaal natuurtalenten. Dat talent verlies je, als je ouder wordt, en dan moet jet het eigenlijk ook niet meer proberen.
Gelukkig werkt het andersom niet zo: kinderen kunnen best volwassen doen. Volwassen doen, daar is geen kunst aan. Daar heb je geen enkel talent of opleiding voor nodig.
Dus ik zette mijn meest volwassen stem op en kwam tussenbeide: 'Lieve papa, lieve mama, wiens schuld het ook was: de boot lag niet voor anker. Okee. Jammer, maar niks meer aan te doen. Wat ik wil weten is: waar is die boot nu?'

BEGIN / VORIGE
/ VOLGENDE

maandag 10 juni 2013

Goedkoper dan torpedo's

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


Jamal verbleekte.
Met grote ogen van schrik keek hij naar papa. Hij wist maar al te goed wat het betekent als iemand zijn hand in zijn binnenzak steekt, midden in een gevecht. Het betekent: binnenkort gebeurt er iets nieuws binnen dit gevecht. Iets met een mes. Of met een pistool. Waarschijnlijk een pistool, en dat wil zeggen dat jij de klos bent. Behalve als het jouw hand is, die daar in die binnenzak verdwijnt. Onwillekeurig bewoog Jamal met zijn handen. Alsof hij hoopte dat hij zou ontdekken: hee verrek, het is mijn hand daar in die binnenzak.
Maar nee, dikke pech: zijn handen zaten gewoon waar ze altijd zaten, aan het uiteinde van zijn armen. Hij keek naar papa's hand alsof het een slang was.
Hij wist zo vreselijk zeker dat papa een pistool zou trekken om hem dood te schieten, dat het even duurde voordat hij zag dat papa iets heel anders tevoorschijn haalde.
Een grote, dikke stapel bankbiljetten.
'Voor jou,' zei papa. 'Zie het maar als een schadevergoeding voor alle ongemakken.'
Jamal's ogen werden nog twee keer zo groot, maar nu van blije verbijstering. Dolgelukkig pakte hij het geld van papa aan, en daarna stak hij een lang verhaal af waarin wij allen het woord Paapa konden onderscheiden (en af en toe een Maikool, voor de afwisseling).
Hij verdeelde het geld zorgvuldig over zijn broekzakken, pakte papa's rechterhand met beide handen beet, en schudde hem alsof zijn leven ervan afhing.
Papa probeerde te glimlachen, maar zijn gezicht zag eruit alsof hij net een hele zure citroen had opgegeten.
'Ik haat dit,' mompelde hij. 'Jongens, jongens, wat vind ik het vervelend om iemands vriendschap te moeten kopen. Ik ben wel blij dat het altijd weer werkt, hoor, en in noodsituaties heeft het al meer dan eens mijn leven gered – maar vriendschap zou niet te koop moeten zijn. En al helemaal niet voor twintigduizend ballen.' Hij keek ons aan. 'Twintigduizend,' herhaalde hij. 'Zoveel zat er in dat stapeltje. Daar koop je nog niet eens één torpedo voor. Vrienden zijn goedkoper dan torpedo's, wisten jullie dat? In wat voor wereld leven wij? Hoe kunnen wij ons thuis voelen in een wereld waar torpedo's waardevoller zijn dan vrienden?'
'Ik begrijp wat je bedoelt, schat,' zei mama troostend. 'Maar aan de andere kant, stel je eens voor dat wij in een wereld leefden waar torpedo's makkelijker te krijgen zijn dan vrienden. Zou je dat willen? Dat iedereen voortdurend ruzie heeft met mekaar, en makkelijk aan torpedo's kan komen? Lijkt je dat een gelukkige combinatie?'
'Eh... nee,' zei papa. 'Als je het zo zegt, ja, nee, dan begrijp ik wel wat je bedoelt, geloof ik... nee, torpedo's en ruzie, dat is geen goeie combinatie inderdaad.'
'En al dit gebabbel over torpedo's,' ging mama onbekommerd verder, 'doet mij ergens aan denken.'
'Aha,' zei papa. 'Jij wilt zeker weten of ik de Tsaar Peter heb teruggevonden?'
'Inderdaad.'
'Wil ik eigenlijk ook wel weten', zei Michael.
Ik ook, knikte ik.
'Nou,' zei papa, 'dan zal ik dat jullie eens vlot vertellen.'


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

vrijdag 7 juni 2013

Zijn haren, zijn bloes en de brandende zee

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


Ik weet niet precies wat er in hem omging, natuurlijk. Hij vertelde het wel, waarschijnlijk, maar niemand van ons verstond het. We zagen heel goed dat hij kwaad was, en als zijn gezicht nog niet duidelijk genoeg was dan hoorden we het wel aan de toon waarop hij van alles riep, terwijl hij wees naar zijn haren, zijn bloes en de brandende zee.
Zijn stem klonk nog kwader, bijna hysterisch, terwijl hij wees op mama, papa, Michael (toen verstonden we even een woord: Maikool!), de kust van zijn land en de plek war de auto had gestaan. Daarna hield hij op met wijzen (maar niet met roepen) en hij begon met zijn vuisten te zwaaien.
'Tja,' zei papa.
'Tja,' zei mama.
'Ik begrijp het wel een beetje,' zei ik. 'Alles wat hij kende heeft hij achtergelaten, voor zover mama het niet al had opgeblazen, om ons te helpen. En wat doen wij? We steken zijn land in de fik, althans een gedeelte, en we brengen hem van het ene gevaar in het andere, en hij is de laatste die gered wordt.'
'Nou jaaa,' zei Michael. 'Wij hebben het land toch niet in de fik gestoken?”
'Nou,' zei ik, 'voor hem voelt dat misschien zo. Dat kan toch?'
'Nu moet jij bukken,' zei Kwetter tegen papa.
Papa had maandenlang met haar in het oerwoud van Boegoe-Boegoe gewoond – net als wij allemaal trouwens – en daar had hij geleerd om dit soort bevelen van Kwetter zonder nadenken op te volgen. Als zij 'Spring!' riep, dan kon je er donder op zeggen dat vlak onder jou een of andere slang of alligator klaar lag met zijn bek opengesperd. Dus papa bukte.
Precies op tijd. Jamal's vuist zoefde door de lucht, precies op de plek waar papa's hoofd daarnet nog was.
'Nou jaaa!' deed Michael weer. 'Papa was de enige die er niet bij was de hele tijd. Waarom wil hij papa dan slaan?'
'Ik denk dat hij geen vrouwen of kinderen wil slaan. Dat je dat niet hoort te doen, in Zuid-Mallotië. Dat soort regels, daar ben ik ls meisje natuurlijk helemaal vóór, maar het is vrij dom. Want de gevaarlijkste personen hier zijn Kwetter en mama.'
'En ik,' zei Michael. Daar moesten Kwetter en ik zo hard om lachen dat Kwetter bijna te laat was met haar bevel aan papa: 'Duikt naar rechts!'
Papa dook naar rechts. Jamal's vuist schampte de linkerkant van zijn hoofd.
'Au,' zei papa kalm. 'Die knaap weet van slaan, dat is een ding wat zeker is.' Hij zuchtte. Ik wilde dat we hem...'
'Stapje naar achter!' riep Kwetter.
Papa stapte naar achter. Zoef, deed Jamal's vuist vlak voor zijn neus langs.
'...alles konden uitleggen,' ging papa kalm verder. Hij zuchtte weer. 'Maar helaas. Ik zie hier nog maar één oplossing.' Hij ging met zijn hand naar zijn binnenzak. 'Ik doe het niet graag,' mompelde hij, 'maar ik geloof niet dat ik een andere keus heb.'


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

woensdag 5 juni 2013

Dom geluk en slim nadenken

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


Maar dat was nu even niet het probleem.
Het probleem, op dit moment, was dat we waren ingesloten door een ring van vuur.
Toen papa erdoorheen kwam ge-Jetskied,was de ring even onderbroken: zijn Jetski spatte een lading water voor zich uit en opzij, en mét het water spetterde het ding de brandende olie naar links en naar rechts, zodat er een paadje was ontstaan waar het gevaren had.
Maar dat paadje was na een seconde of tien alweer dicht.
'Geen probleem, jongens,' riep papa joviaal. 'Zoals ik erin gekomen ben, zo kan ik er ook weer uit, nietwaar? Ik kan twee personen achterop nemen. Josephine, vind jij het goed als ik de kinderen eerst in veiligheid breng?'
'Doe niet zo belachelijk,' zei mama. 'Ik zou het niet anders willen en dat weet je heel goed.'
'Tuurlijk schat, ik maakte maar een grapje. Gaby, Michael, kom op! Dit is, denk ik, het meest geschikte moment van jullie hele leven voor een ritje op een Jet Ski.'
Ja, dat hadden wij ook al door. We zaten al achterop.
'Hou je vast!' riep papa, en dat was niet voor niets. Hij ging zo hard als hij kon en hij moest de hele tijd schuin hangen en zigzaggen, om zoveel mogelijk brandende olie weg te spetteren. Als we ons niet heel goed hadden vastgehouden waren we waarschijnlijk halverwege van de Jet Ski af geslingerd en in de vuurzee terecht gekomen. Maar na een metertje of twintig was het ergste vuur voorbij, en papa bracht ons naar een grote rots die een eindje verderop boven de zee uitstak.
'Hoe heb je ons eigenlijk tijd gevonden, pap?' vroeg ik terwijl ik van de Jet Ski op de rots klauterde.
'Dom geluk en een beetje slim nadenken,' was het antwoord. 'Ik was in de buurt, en dat was het domme geluk. Toen de hele horizon ineens in brand vloog begreep ik: hee, Josephine en de kinderen moeten hier ergens in de buurt zijn. Daarna was het een kwestie van op de ontploffingen afgaan.'
'En die Jet Ski?' vroeg Michael. 'Heb je de Tsaar Peter weer teruggevonden?'
'Nee,' zei papa. 'Dit is een andere. Maar als je het niet erg vind ga ik eerst even de anderen redden en daarna pas bijkletsen. Want dat jullie in veiligheid zijn, wil nog niet zeggen dat je moeder dat ook is.'
Daar had hij gelijk in, bleek even later. Want toen hij Kwetter en mama in veiligheid bracht, bleek mama half bewusteloos van alle giftige olierook die ze had ingeademd. Zelfs Kwetter zag een beetje bleek om de neus, wat er heel grappig uitziet in een oranje gezicht.
Jamal, die als laatste gered werd, stond zelfs een beetje in brand. Het waren alleen maar zijn haren en zijn bloes, dus een frisse duik in zee loste het probleem grotendeels op, maar toch: in brand staan, dat lijkt mij iets heel akeligs.
En ik was niet de enige die er zo over dacht. Jamal vond het ook maar niks. Dat konden we duidelijk zien aan zijn gezicht, toen hij het water uit klom.
Hij keek bepaald onheilspellend.


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

maandag 3 juni 2013

Het meest/minst romantische zinnetje

BEGIN / VORIGE


Papa.
'Dag schat,' zei mama. 'Fijn dat je d'r bent. Leuke dag gehad?'
'Ging wel, zei papa. 'Druk druk druk, je weet hoe dat gaat.'
Dit lijkt misschien een beetje vreemde zinnetjes, voor mensen die elkaar een week niet hebben gezien, vooral wanneer die week vol zat met ontploffingen en branden en tanks en verdwenen onderzeeërs en spionnen en zo. En voor mensen die op het punt staan een afschuwelijke dood te sterven.
Ik vond het in ieder geval heel eigenaardig, dat papa en mama zo met elkaar praatten in deze omstandigheden. Maar mama heeft het me later uitgelegd: 'Als een huwelijk goed is, dan is het niet nodig om steeds te zeggen dat je van elkaar houdt. Dat weet je wel van elkaar. “Ik hou van je,” dat zeg je op 't laatst alleen nog maar als er een probleem is. Bijvoorbeeld: als ik tegen je vader zeg dat ik van hem houd, dan vind ik meestal dat hij net iets heel stoms heeft gedaan. Dat weet hij heel goed, en ik weet ook dat hij dat weet. Snap je het, tot zover?'
Ja, dat snapte ik wel. Dat mama alleen van papa lijkt te houden, als hij iets heel doms zegt of doet, dat was me al eerder opgevallen.
'Goed,' ging mama verder. 'Stel je nu eens voor dat er geen heibel is, maar dat je het toch nodig vindt om tegen elkaar te zeggen dat je van elkaar houdt. Wat doe je dan? Dan zoek je een paar woorden die hetzelfde betekenen. En dat is de reden voor die zinnetjes, die jij zo vreemd vond. Als je vijftien jaar getrouwd bent, en je houdt samen je huishouden zo'n beetje draaiende, en je doet elke dag de dagelijkse dingen, dan weet die ander gewoon dat je bedoelt: “ik hou van je” wanneer je zegt: “fijn dat je er bent, leuke dag gehad?” En jij weet dat “druk druk druk, je weet hoe dat gaat” eigenlijk betekent “ik ook van jou”. Ja, “druk druk druk, je weet hoe dat gaat” is het meest romantische zinnetje dat je vader tegen me kan zeggen!'
Dat vertelde mama allemaal, en ik geef het hier even door zodat je weet dat mijn ouders, en waarschijnlijk ook alle andere grote mensen, volkomen krankzinnig zijn. Als je dat nog niet wist.
Grappig genoeg heeft papa mij óók een keertje uitgelegd wat die zinnetjes betekenen, en hij zei iets heel anders. Namelijk dat ze elkaar, door die zinnetjes, herinneren aan het feit dat ze diep in hun hart hele gewone mensjes zijn. Mensjes die een heel gewoon, saai, alledaags leven zouden willen leiden, zonder ontploffingen en drugshandelaren en zo. 'Ja,' vertelde papa, 'juist als je op een Jetski door een ring van vuur bent gescheurd, voel je een enorme behoefte om het minst romantische zinnetje te zeggen dat je maar kunt bedenken.'
Waarmee is aangetoond dat mijn ouders niet alleen stapelkrankjorum zijn, maar ook nog eens geen ene bal van elkaar begrijpen.


BEGIN / VORIGE