Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

vrijdag 5 september 2014

Het perfecte middel tegen vogeltjespoep

Het was dezelfde soldaat die ons in de keuken had opgesloten.
Hij keek...


Ach nee.
Dit verhaal gaat hier niet langer verder.
Na veel werk en gedoe is mijn eigen website eindelijk af, en het verhaal gaat daar verder.

Vanaf nu dus alleen nog nieuwe afleveringen op www.thijsgoverde.nl - jullie zijn allemaal van ganser harte uitgenodigd mij daar te komen bezoeken (vertel me vooral wat je van de site vindt!)

Die afleveringen komen voortaan trouwens niet langer drie keer per week, maar alleen nog op de maandag en de vrijdag. Daar zijn allerlei redenen voor, maar de belangrijkste daarvan is dat ik bezig ben aan een nieuw boek - een fantasyboek voor iedereen die van boeken als 'De Grijze Jager' houdt. Ken je die boeken? Dik zijn die, he?
Nou, het is dus ook heel veel werk om die te schrijven. Vandaar!
Maar van de Donderkat kan ik nog lang geen afscheid nemen. Er staan tenslotte nog zó veel gebouwen overeind op de wereld...

Tot op de nieuwe site, en bedankt voor het volgen van dit blog!

Hartelijke groet,

Thijs Goverde

woensdag 3 september 2014

Een beschaafde pang

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


'Waarom is hier een laboratorium?' vroeg Gaby zich af.
'Geen idee,' zei ik, maar nog geen vier seconden later zag ik een boekje liggen, met de titel: “Hoe test ik het goud-gehalte van gouderts?”
'Kijk eens aan,' zei ik, 'dat raadsel is dan ook weer opgelost. Nu blijft alleen nog de vraag: hoe snel kunnen wij hoeveel bommen maken?'
'Er is maar één manier om daar achter te komen,' grijnsde Gaby. 'Oeoeh, zie je die grote fles daar?'
'Die waar Salpeterzuur op staat?'
'Die bedoel ik.'
'Nou en of ik die zie. Mjam mjam mjam, salpeterzuur, daar weten wij wel raad mee, of niet?'
Ja, daar wisten wij wel raad mee. We keken nog een kwartiertje rond in het lab, en na nog eens vijf minuten hadden we een plan. Mama zou in die twintig minuten al minstens drie bommen hebben geproduceerd, maar goed, zij is een ervaren wetenschapster en wij zijn maar kinderen die het allemaal hebben moeten leren van een computerspelletje.
Wel van een goed computerspelletjes, dat bleek al snel, want na een uurtje hadden wij drie hele fatsoenlijke bommen. Na nog een uur hadden we er zeven, en nog een uur later elf, en bovendien vijf meter lont. Meer konden we niet dragen.
Ontsnappen maar!
Niet meteen, natuurlijk. Eerst moesten we wachten tot alle soldaten waren gaan slapen.
Nu bleek het voor ons een voordeel te zijn, dat die lui zo luidruchtig feest vierden. Het was van grote afstand al volkomen duidelijk dat ze nog wakker waren. Na een tijdje werden de geluiden langzaam minder.
'Oei,' bedacht Gaby zich, 'we moeten nog dit keukentje uit! Ik bedoel: ik blaas het liever niet op terwijl ik er nog in zit.'
'Nee, logisch,' beaamde ik. Ik pulkte voorzichtig een klein klontje van een kneedbom af. 'Kijk eens? Hiermee blazen we het slot uit de deur, straks, als ze slapen.'
'Is dat wel verstandig?'
'Ja, dat is heel verstandig. Anders kunnen we niet naar buiten, dus... ja...'
'Nee, ik bedoel: kunnen we niet beter nú het slot opblazen? Nu is er nog een beetje herrie, dus nu valt het niet zo op. Straks worden ze er misschien wakker van.'
'Gaby,' zei ik, 'ik zeg het niet graag, maar sóms denk ik wel eens dat je niet helemaal krankjorum bent. Zoals nu. Je heb gewoon gelijk! Geef me eens een stukkie lont?'
Dat deed ze, en twintig seconden en een beschaafde PANG later zwaaide de deur van ons keukentje langzaam open.
We trokken haar, voorzichtig maar gehaast, weer dicht. Daarna wachtten we tot het laatste dronkemans-gelal verstomd was.
Toen deden we de deur open, slopen naar buiten en lieten 1 grote bom in het keukentje achter. Met ongeveer een meter lont.
'Zullen we ook nog even dat andere schuurtje opblazen?' probeerde ik.
'Ja, laten we dat doen,' zei Gaby op haar meest sarcastische toon. 'Dan vallen er heel veel dooien. Lachen man. Alleen hoop ik dan wel dat onze ontsnappingspoging mislukt, want ik durf mama daarna niet meer onder ogen te komen.'
'Geen probleem,' zei een stem vanuit de duisternis. 'Eén mislukte ontsnappingspoging, komt eraan. Per expresse. Kosten voor de ontvanger. Handtekening zetten bij het kruisje graag, en doe het snel want nu hebben jullie nog vingers...'


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

maandag 1 september 2014

Daar komen de Donderkittens

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


Hij sloot ons op in het keuken-gebouwtje. Krik-krak, deed de sleutel in het slot. De raampjes van de keuken waren klein, en er zaten tralies voor.
'Niet eerlijk,' mompelde ik. 'Waarom zitten er nou tralies voor een keukenraam? Dat slaat nergens op. Als de mannen van Killa gewoon, netjes, alleen dingen deden die ergens op sloegen, dan konden we nu mooi ontsnappen.'
'Als de mannen van Killa dingen deden die ergens op sloegen,' wees Gaby mij terecht, 'dan zaten we nu niet in de keuken opgesloten.'
Daar had ze dan wel weer gelijk in.
Als ze serieuze schurken waren geweest, hadden ze ons aan zware kettingen in de mijn laten werken. Of ze hadden ons meteen doodgemaakt. Nee, hier in de keuken hadden we niet echt reden tot klagen.
'Je hebt gelijk,' zei ik dan ook. 'Sterker nog: die idioot zal er nog heel veel spijt van krijgen, dat hij de Donderkittens in de keuken heeft opgesloten.'
'De wát?' vroeg Gaby op luide toon.
'De keuken!' riep ik. 'Maar je hebt gelijk: dit is geen keuken. Dit is een laboratorium. We hebben hier stroom! En lucifers! En gas! En allerlei chemicaliën, beter bekend als, bijvoorbeeld: zout, azijn en water. Jaha, een keuken is geen keuken meer, als je de Donderkittens erin opsluit!'
'Nu weet ik het zeker,' kreunde Gaby. 'Je zei: donderkittens. Ontken het maar niet. Je zei het twee keer. Dus het was niet per ongeluk.'
'Goed he?' straalde ik. 'Wij zijn de kinderen van de Donderkat, dus de Donderkittens. En die naam is ook terecht, want net als de Donderkat gaan wij nu bommen maken en spectaculair ontsnappen.'
Gaby zuchtte. 'Dat laatste moet ik nog maar zien. De kans is vrij groot dat we spectaculair gaan ontploffen. Een verschil van vijf kleine lettertjes, maar niet onbelangrijk. En mag ik even zeggen dat het woord “Donderkittens”... dat is zo... zo stom. Zo flauw. Het is het soort grapje dat papa had kunnen maken.'
'Nou ja, zeg! Het was helemaal niet bedoeld als grapje!'
'Nee. En het klonk ook niet als een grapje. Dat heeft het dus met de grapjes van papa gemeen.'
Ik snapte wel zo'n beetje wat ze bedoelde. Ik vond het geen aardige opmerking van haar. Maar daar ging het nu niet om. Waar het om ging was dat we gingen ontsnappen. En/of ontploffen.
'Aan het werk,' zei ik dus. 'Spullen zoeken. Spullen waar we bommen van kunnen maken.'
Ik begon de keuken te doorzoeken. Daar was van alles te vinden, maar het zou een hoop tijd en moeite kosten om er een bom van te maken. Voor mama zou het ongetwijfeld een makkie zijn, maar...
'Michael?' zei Gaby met een dun stemmetje. 'Hou maar op met zoeken. Denk ik. Um. Hum.'
'Waar zit je?'
Naast de keuken waren nog een paar kamertjes. Een slaaphok, een wc.
En het kamertje waar Gaby nu zat.
In dat kamertje was een laboratorium.
'Oh ja,' zei ik.


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE