Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

maandag 17 december 2012

Een supergeheime spion zonder bankrekening

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


Aan de andere kant van de deuren was een groot kantoor. Het was, in tegenstelling tot wat ik verwachtte, niet heel erg duur of luxe ingericht. Niet heel veel goud of marmer. Niet overal zachte banken of kistjes met dure sigaren. Geen schilderijen aan de muur, geen foto's van meneer Cockel zelf. Alleen een bureau met een computer en een vulpen erop. Maar alle muren, en het plafond, waren helemaal van glas, zodat je alles kon zien. De blauwe hemel. De stad Jalsk, de Parel van Zuid-Mallotiƫ, en het land eromheen, tot aan een blauwe schittering in de verte waar de zee lag. Dit was de hoogste verdieping van het hoogste gebouw van de stad; wie hier achter zijn bureau zat, wist dat hij de hoogste baas was van het hele land, machtiger zelfs dan de Sultan. Die voelde zich zo hoog als God. En dat is een luxe die je voor geld niet kunt kopen. Behalve dan voor heel, heel veel geld.
Achter het bureau zat meneer Cockel. Achter meneer Cockel stonden twee enorm grote kerels. Ze zagen er allebei uit alsof ze zonder moeite een gorilla in de knoop konden leggen. Zonder te bewegen stonden ze daar, ze keken niet naar ons of naar de journalist. Ook niet naar meneer Cockel. Ze keken nergens naar. Als ze robots waren geweest, zou je zeggen dat ze uit stonden.
Meneer Cockel was druk aan het werk op zijn computer.
Mama drukt snel op het liftknopje voor 'omlaag'.
Er gebeurde niets.
Ze drukte nog eens, en nog eens.
'Ik vrees dat dat geen zin heeft, mevrouw,' zei Cockel zonder op te kijken. 'Die knopjes doen helemaal niets. De lift werkt op afstandsbediening.'
'Waarom zitten ze er dan!?' riep mijn moeder verontwaardigd.
'Dat doet er niet toe,' zei Cockel. 'Mijn tijd is kostbaar. Ik ga niet over knopjes babbelen.' Voor het eerst keek hij op van zijn computer. 'Ik wilde alleen maar even zeker weten dat u het echt was. Welnu, u bent het echt. Knap werk, meneer de Moeflon. Geeft u, als u straks naar buiten gaat, uw bankrekeningnummer maar aan de portier. Dan wordt uw beloning binnen drie dagen op uw rekening gestort.'
'Liever niet,' zei de journalist, die kennelijk De Moeflon heette. 'Ik word altijd contant betaald. Een supergeheime spion met een bankrekening, dat bestaat niet.'
Meneer Cockel en papa schudden allebei hun hoofd.
'Ouderwets,' mompelde meneer Cockel.
'Amateur,' schamperde papa.
'Kom kom, meneer Laarmans,' glimlachte de Moeflon. 'U weet drommels goed dat geld niet veilig is, wanneer het op een bank staat. U doet niks anders dan via de computer banken leegplunderen. Maar zelfs het grootste genie ter wereld kan geen cent niet uit mijn broekzak computeren, zeg ik altijd maar.'
Meneer Cockel haalde een dikke stapel briefgeld uit zijn bureau en gooide het naar de Moeflon. Die ving het behendig op en telde het na.
Cockel keek naar ons. 'Staat u nou nog steeds in die lift?' vroeg hij streng. 'Komt u binnen!'
'Liever niet,' zei mama. 'Wij staan hier uitstekend.'
Cockel zuchtte. 'Zoals u wilt,' zei hij. 'Ik kan u niet dwingen.'


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten