Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

woensdag 19 december 2012

Zo normaal dat het eng is

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


Hij boog zich weer over zijn computer en ging aan het werk, alsof wij er helemaal niet waren.
Mama drukte nog een paar keer op de knopjes van de lift, maar er gebeurde niets.
Wat nu?
We stonden hier eigenlijk een beetje voor joker. De Moeflon had een enorme smak geld gekregen om ons hier te brengen, en nu deed Cockel alsof we er niet eens waren. Ik snapte er niets meer van.
'Ahum,' kuchte de Moeflon.
In zijn hand zagen we iets wat er eerder niet was geweest. Een pistool.
Het was maar een klein, smal pistooltje. Helemaal niet het soort pistool dat bedoeld is om mensen mee bang te maken. Meer het soort dat bedoeld is om in je jaszak te dragen zonder dat iemand het merkt, en dan op een onverwacht moment mensen dood te schieten.
'Stapt u de lift maar uit,' zei hij vriendelijk.
Ik heb wel eens een maniak in de ogen gekeken, die mij met een kettingzaag in plakjes wilde hakken. Dat was best wel eng. Ook was er een keer een wapenfabrikant, die zijn bazooka op me wilde uitproberen. Was ook geen pretje.
Maar voor dit wezelige mannetje met zijn kleine pistooltje was ik zeker zo bang als voor die andere twee. Het enge was niet dat hij een gevaarlijke gek was, zoals die anderen. Het enge was dat hij zo normaal was. Gewoon een brave hardwerkende meneer, die zijn werk deed. Zoals een metselaar een muurtje bouwt, zo hield deze man zich bezig met misleiding en verraad. Zo gedachtenloos als een metselaar een steen vastpakt, zou dit mannetje ons neerschieten. Zonder er zelfs maar een seconde spijt van te hebben. Een metselaar heeft ook geen spijt van zijn muurtje.
Wij stapten de lift uit.
'Tot bij het bureau,' ried de Moeflon ons aan.
Wij liepen naar het bureau van meneer Cockel.
Die keek op van zijn computer.
'Ah, daar bent u dan. U heeft zich bedacht, zie ik. Mooi. Ik wilde eigenlijk alleen maar vragen: wat is nu eigenlijk uw plan? U wilt mij opblazen, dat hoeft u verder niet uit te leggen...'
'Hoho,' viel mama hem in de rede. 'Ik blaas nooit mensen op. Alleen gebouwen en spullen.'
Meneer Cockel glimlachte dunnetjes. 'Heel nobel van u. Maar ik vraag me af wat uw bedoeling is. U bent tegen vervuiling? Daar ben ik óók tegen. U vindt het zielig dat de boeren en vissers zullen omkomen van de honger, op den duur? Vind ik ook zielig. Maar weet u: op deze manier maak ik de meeste winst. En als ik het niet op deze manier doe, dan zal er iemand anders komen die het doet. Want de manier die het meeste geld oplevert is...' Hij zocht naar woorden. 'Nee, het is niet de beste manier, het is... het is de onvermijdelijke manier. Het geld, mevrouw, regeert deze wereld. Het geld maakt zijn eigen wetten, en daaraan kan niemand ontkomen. Datgene, wat het meeste geld oplevert, zal gedaan worden. Door wie dan ook. Dus wat wilt u nou eigenlijk bereiken?'
We keken allemaal naar mama.


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten