Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

maandag 1 september 2014

Daar komen de Donderkittens

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


Hij sloot ons op in het keuken-gebouwtje. Krik-krak, deed de sleutel in het slot. De raampjes van de keuken waren klein, en er zaten tralies voor.
'Niet eerlijk,' mompelde ik. 'Waarom zitten er nou tralies voor een keukenraam? Dat slaat nergens op. Als de mannen van Killa gewoon, netjes, alleen dingen deden die ergens op sloegen, dan konden we nu mooi ontsnappen.'
'Als de mannen van Killa dingen deden die ergens op sloegen,' wees Gaby mij terecht, 'dan zaten we nu niet in de keuken opgesloten.'
Daar had ze dan wel weer gelijk in.
Als ze serieuze schurken waren geweest, hadden ze ons aan zware kettingen in de mijn laten werken. Of ze hadden ons meteen doodgemaakt. Nee, hier in de keuken hadden we niet echt reden tot klagen.
'Je hebt gelijk,' zei ik dan ook. 'Sterker nog: die idioot zal er nog heel veel spijt van krijgen, dat hij de Donderkittens in de keuken heeft opgesloten.'
'De wát?' vroeg Gaby op luide toon.
'De keuken!' riep ik. 'Maar je hebt gelijk: dit is geen keuken. Dit is een laboratorium. We hebben hier stroom! En lucifers! En gas! En allerlei chemicaliën, beter bekend als, bijvoorbeeld: zout, azijn en water. Jaha, een keuken is geen keuken meer, als je de Donderkittens erin opsluit!'
'Nu weet ik het zeker,' kreunde Gaby. 'Je zei: donderkittens. Ontken het maar niet. Je zei het twee keer. Dus het was niet per ongeluk.'
'Goed he?' straalde ik. 'Wij zijn de kinderen van de Donderkat, dus de Donderkittens. En die naam is ook terecht, want net als de Donderkat gaan wij nu bommen maken en spectaculair ontsnappen.'
Gaby zuchtte. 'Dat laatste moet ik nog maar zien. De kans is vrij groot dat we spectaculair gaan ontploffen. Een verschil van vijf kleine lettertjes, maar niet onbelangrijk. En mag ik even zeggen dat het woord “Donderkittens”... dat is zo... zo stom. Zo flauw. Het is het soort grapje dat papa had kunnen maken.'
'Nou ja, zeg! Het was helemaal niet bedoeld als grapje!'
'Nee. En het klonk ook niet als een grapje. Dat heeft het dus met de grapjes van papa gemeen.'
Ik snapte wel zo'n beetje wat ze bedoelde. Ik vond het geen aardige opmerking van haar. Maar daar ging het nu niet om. Waar het om ging was dat we gingen ontsnappen. En/of ontploffen.
'Aan het werk,' zei ik dus. 'Spullen zoeken. Spullen waar we bommen van kunnen maken.'
Ik begon de keuken te doorzoeken. Daar was van alles te vinden, maar het zou een hoop tijd en moeite kosten om er een bom van te maken. Voor mama zou het ongetwijfeld een makkie zijn, maar...
'Michael?' zei Gaby met een dun stemmetje. 'Hou maar op met zoeken. Denk ik. Um. Hum.'
'Waar zit je?'
Naast de keuken waren nog een paar kamertjes. Een slaaphok, een wc.
En het kamertje waar Gaby nu zat.
In dat kamertje was een laboratorium.
'Oh ja,' zei ik.


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten