Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

woensdag 3 september 2014

Een beschaafde pang

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


'Waarom is hier een laboratorium?' vroeg Gaby zich af.
'Geen idee,' zei ik, maar nog geen vier seconden later zag ik een boekje liggen, met de titel: “Hoe test ik het goud-gehalte van gouderts?”
'Kijk eens aan,' zei ik, 'dat raadsel is dan ook weer opgelost. Nu blijft alleen nog de vraag: hoe snel kunnen wij hoeveel bommen maken?'
'Er is maar één manier om daar achter te komen,' grijnsde Gaby. 'Oeoeh, zie je die grote fles daar?'
'Die waar Salpeterzuur op staat?'
'Die bedoel ik.'
'Nou en of ik die zie. Mjam mjam mjam, salpeterzuur, daar weten wij wel raad mee, of niet?'
Ja, daar wisten wij wel raad mee. We keken nog een kwartiertje rond in het lab, en na nog eens vijf minuten hadden we een plan. Mama zou in die twintig minuten al minstens drie bommen hebben geproduceerd, maar goed, zij is een ervaren wetenschapster en wij zijn maar kinderen die het allemaal hebben moeten leren van een computerspelletje.
Wel van een goed computerspelletjes, dat bleek al snel, want na een uurtje hadden wij drie hele fatsoenlijke bommen. Na nog een uur hadden we er zeven, en nog een uur later elf, en bovendien vijf meter lont. Meer konden we niet dragen.
Ontsnappen maar!
Niet meteen, natuurlijk. Eerst moesten we wachten tot alle soldaten waren gaan slapen.
Nu bleek het voor ons een voordeel te zijn, dat die lui zo luidruchtig feest vierden. Het was van grote afstand al volkomen duidelijk dat ze nog wakker waren. Na een tijdje werden de geluiden langzaam minder.
'Oei,' bedacht Gaby zich, 'we moeten nog dit keukentje uit! Ik bedoel: ik blaas het liever niet op terwijl ik er nog in zit.'
'Nee, logisch,' beaamde ik. Ik pulkte voorzichtig een klein klontje van een kneedbom af. 'Kijk eens? Hiermee blazen we het slot uit de deur, straks, als ze slapen.'
'Is dat wel verstandig?'
'Ja, dat is heel verstandig. Anders kunnen we niet naar buiten, dus... ja...'
'Nee, ik bedoel: kunnen we niet beter nú het slot opblazen? Nu is er nog een beetje herrie, dus nu valt het niet zo op. Straks worden ze er misschien wakker van.'
'Gaby,' zei ik, 'ik zeg het niet graag, maar sóms denk ik wel eens dat je niet helemaal krankjorum bent. Zoals nu. Je heb gewoon gelijk! Geef me eens een stukkie lont?'
Dat deed ze, en twintig seconden en een beschaafde PANG later zwaaide de deur van ons keukentje langzaam open.
We trokken haar, voorzichtig maar gehaast, weer dicht. Daarna wachtten we tot het laatste dronkemans-gelal verstomd was.
Toen deden we de deur open, slopen naar buiten en lieten 1 grote bom in het keukentje achter. Met ongeveer een meter lont.
'Zullen we ook nog even dat andere schuurtje opblazen?' probeerde ik.
'Ja, laten we dat doen,' zei Gaby op haar meest sarcastische toon. 'Dan vallen er heel veel dooien. Lachen man. Alleen hoop ik dan wel dat onze ontsnappingspoging mislukt, want ik durf mama daarna niet meer onder ogen te komen.'
'Geen probleem,' zei een stem vanuit de duisternis. 'Eén mislukte ontsnappingspoging, komt eraan. Per expresse. Kosten voor de ontvanger. Handtekening zetten bij het kruisje graag, en doe het snel want nu hebben jullie nog vingers...'


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten