Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

maandag 13 augustus 2012

Een bazooka zou een hoop oplossen

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


'Dát heb ik niet gezegd,' zei Oma. 'Integendeel! Ze zijn knotsgek! Volkomen knetter zijn ze, maar dat zijn alle grote mensen. Dus het geeft niet. Bij die van jullie valt het wat meer op, dat is alles.' Plotseling ging ze rechtop zitten. Even leek het of ze heel aandachtig luisterde. 'Ga maar snel naar jullie vader toe,' zei ze. 'Hij heeft jullie hard nodig.'
'Waarom? Waarvoor?'
Oma gaf geen antwoord. Ze wuifde in de richting van de uitgang, dat was alles. Ze keek er zo serieus bij dat we er een beetje zenuwachtig van werden. We haastten ons de grot uit, we haastten ons naar het houthakkerkamp, en hoe harder we haastten, hoe zenuwachtiger we werden.
En terecht.
We schrokken ons dood, toen we bij het houthakkerskamp kwamen.
Want wij waren niet de enigen.
Precies op het moment dat wij de containers in het oog kregen daalde er, vlak voor de deur van de luxe container, een helikopter neer. Een helikopter met een gouden H erop. De H van Hakmaranman. Bijna tegelijkertijd stopte er aan het eind van de asfaltweg een auto. De grote dure jeep die we al eerder hadden gezien, met ook al die grote gouden H op het portier. Achter de jeep reden twee vrachtwagens, van het soort waarin ze soldaten vervoeren. Maar er zaten geen soldaten in, natuurlijk; er zaten houthakkers in. Helemaal achteraan kwam Smiksmek's Mobiele Mjamburger Maak Machine.
Ik verbleekte.
Gaby kreunde.
De deurtjes van de helikopter gingen open. Uit de ene deur stapte meneer Hakmaranman, uit de andere zijn piloot. Hakmaran man kon het ding niet zelf besturen, natuurlijk: hij had geen armen meer! Hij had nu twee kettingzagen – aan elke arm eentje. Uit de jeep deur stapte meneer Dogger, de bankdirecteur die tien miljoen wilde betalen voor degene die mijn moeder ving.
Samen stapten ze de container in.
De luxe container waar papa al drie weken de beursberichten zat te bekijken.
'Denk jij wat ik denk?' zei ik tegen Gaby.
'Nee,' zei Gaby. 'Want ik denk: arme papa! En jij denkt: oehhh, ik wou dat ik nu een bazooka had.'
'Ach, onzin!' snauwde ik. 'Ik bedoel: ik zou natuurlijk wel een bazooka willen. Dat zou een hoop oplossen. Maar er is hier geen bazooka te krijgen. Dus wat ik eigenlijk denk is: ik wou dat mama klaar was met haar bommen.'
'En ik,' zei Kwetter, 'ik denkt: wij moet het zo gauw mogelijk aan mama vertellen.'
Dat dachten Gaby en ik plotseling ook, en we haastten ons door de boomtoppen.
Het laboratorium lag er vredig bij – geen uitslaande vlammen of bluswerkzaamheden. Mama zwaaide al van verre: 'Joehoe, jongens! Kom eens gauw hier! Ik moet jullie wat vertellen!'
'Wij moeten jou óók wat vertellen,' hijgden wij.
'Dat kan wel wezen,' zei mama, 'maar ik mag als eerste. Want wat ik te vertellen heb, is leerzaam. En leerzame zaken gaan altijd voor.'
'Maar,' hijgden wij, 'maar papa...'


BEGIN / VORIGE // VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten