Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

woensdag 8 augustus 2012

Wat Oma at

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


'De mensen van de beurs,' zei papa. 'De mensen van de bank. De mensen die er toe doen.'
Gaby en ik keken elkaar met grote, bezorgde ogen aan.
Daarna keken we zorgvuldig rond in de container. En we zagen precies wat we verwachtten: nergens iemand van de bank. Of de beurs.
Papa glimlachte: 'Ik weet het ook wel, jongens: er zijn hier geen bank- of beurslui. Maar geloof me nou maar gewoon, beursberichten zijn leuker als je ze leest in een duur pak. En nu spelen jongens, papa moet werken.'
Och ja, dachten wij. Als hij dit leuk vindt, waarom ook niet?
'Kunnen we nog iets voor je doen?' vroeg Gaby. 'Iets te eten halen of zo?'
'Nee hoor lieverd, er staat hier een koelkast vol kaviaar en genoeg toastjes voor een maand of twee. Ik zal me wel redden, denk ik.'
Dus ja.
Toen gingen we maar spelen.
En de dag daarna ook en de dag dáárna plukten we bloemen voor Oma. Om te bedanken dat ze Gaby zo goed geholpen had met haar gebroken arm. Het was Kwetters idee – Oma was dol op bloemen, zei ze. Ik kon me niet herinneren dat ik ergens een vaas had gezien in die grot, maar Kwetter had gelijk. Oma keek heel blij toen ze de bloemen kreeg, en een vaas had ze niet nodig. Ze verdeelde ons boeketje zorgvuldig in twee stapeltjes. Het ene stapeltje legde ze te drogen bij haar voorraad genezende kruiden. De andere helft stak ze in haar mond. Smakkend ging ze ons voor naar de uitgang.
'Nou jaaaa, zeg,' mompelde ik terwijl we door de alligatorzee heen waadden, 'die geven we dus nooit meer bloemen.'
'Waarom niet?' vroeg Gaby. 'Weet je nog van vorig jaar moederdag? Toen je geen zin had om een kadootje te knutselen en op het laatste moment nog even een reep chocola kocht?'
'Eh, ja, maar wat heeft dat er nou mee te...'
'Wat deed mama met die reep?'
'Ik neem eigenlijk aan dat ze 'm heeft opgegeten,' gaf ik toe. 'Maar dat was de bedoeling. Daar zijn die repen voor. Bloemen zijn voor vazen.'
'Bij ons thuis, ja,´ zei Gaby, 'maar in Boegoe-Boegoe –' en zo kibbelden we verder tot we terug waren bij het laboratorium.
Ik had de hele tijd ongelijk, dat wist ik ook wel, maar soms heb je gewoon zin in ruzie met je zusje. Vooral als de grote mensen weer eens niet normaal kunnen doen.
'Moewhahaha,' hoorden we Alexander al van verre lachen, en uit het laboratorium steeg ook nog een akelig 'Bwiehihihi' op en dat was onze moeder.
'Gelukt,' juichten de wetenschappers in koor, 'het is ons gelukt!'
'Wat is jullie gelukt?' vroegen wij, terwijl het het laboratorium binnen klauterden.
'Oh, niks bijzonders,' giechelde mama. 'Gewoon, Alexanders proefje. We weten het nog niet zeker, maar het ziet er goed uit.' Ze wees op een houten kist met een paar wijzertjes erop. Buisjes liepen erin en eruit.
'Wat is dat voor een ding?' vroeg ik.
'Gewoon een kist, knul,' zei Alexander. 'Een kist die van binnen steeds de goeie temperatuur en vochtigheid houdt.'
'En dat was jullie proef?'
'Welnee, schat,' riep mama, 'onze proef is een –'

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten