Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

maandag 7 oktober 2013

De martelende slagroom

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


'Het is een lang en droevig verhaal,' zei Leeghwater. 'Ik wil het wel vertellen, maar dan moeten jullie even gaan zitten. Willen jullie iets drinken? Warme choco met slagroom, ja? Prima. En jullie zitten onder de schrammen en sneden, daar moeten we ook iets aan doen. Ga zitten, ga zitten.' Hij gebaarde naar een zachte bank in een hoek van de kapiteinshut. Daarna beende hij naar de deur en zei tegen de matrozen, die buiten stonden te wachten: 'Haal jodium. En pleisters en verband, en twee chocomel met slagroom.' Hij giechelde zo akelig, toen hij dit zei, dat ik er helemaal koud van werd. Daarna krijste hij, onverwacht en ijzingwekkend: 'Slagroom! Hihihiaargh! Slagroom!' Het klonk alsof hij vroeg om een akelig middeleeuws martelwerktuig. De matrozen haastten zich weg en Leeghwater deed tevreden de deur dicht.
'Tssss,' deed mama. 'U houdt wel van overdrijven, zeg!'
'Ik houd helemaal niet van overdrijven,' zei de kapitein gekwetst. 'Ik kan supergoed toneelspelen, toevallig. Maar dat is aan mijn matrozen niet besteed. Ze zien het gewoon niet. Ik kan wel zó doen:' (Hij kneep zijn linkeroog een heel klein beetje dicht en opeens zag hij eruit als een diep gestoorde massamoordenaar) 'maar dat valt ze niet op. Nee hoor, krijsen en gillen en hamsters op het pijltjesbord, dát begrijpen ze. Al het andere is domweg te subtiel.' Hij zuchtte.
Even later kwamen de matrozen terug met al het gevraagde. Leeghwater nam de spullen in ontvangst met een duister 'Mwoehahaha' en gooide de deur voor hun neus dicht. Daarna behandelde hij zorgvuldig al onze schaafplekken en andere verwondingen.
Tenslotte zaten wij op de bank, met een warme chocomel in onze handen. De kapitein zat tegenover ons en vertelde zijn verhaal.
'Ik ben geboren op een boerderij, midden in de bossen. Honderden kilometers van de zee. Toch wist ik al sinds mijn kleutertijd dat ik zeeman wilde worden. Ik had een boek met plaatjes erin, plaatjes van de zee, en daar keek ik elke dag naar. 's Nachts droomde ik van golven en meeuwen en zeemeerminnen. Toen ik vijftien jaar oud was liep ik weg van huis, met niets anders bij me dan een dichtgeknoopte zakdoek, waar een stapel boterhammen in zat, en mijn plaatjesboek. Ik sloot me aan bij een rondreizend toneelgezelschap, en ze zeiden dat ik heel erg veel talent had. Ik had een grote ster kunnen worden, zeiden ze, maar dat wilde ik niet. ik wilde naar zee. In de eerste de beste havenstad ben ik gedrost en ik werd ketelbink op een groot schip.
Ik vond het heerlijk. Zijn jullie wel eens zeeziek geweest? Zo ziek dat je moet overgeven, maar dat heb je al vijf keer gedaan dus hébt niks meer, zo ziek dat je wou dat je dood was, zo ziek dat je een moord zou doen voor een stukje vaste grond onder je voeten?'
Wij knikten. Zo zeeziek waren wij wel eens geweest.
'Dan weet je ook hoe verrukkelijk het is, als je eindelijk weer voet aan wal kunt zetten. Nou, net zo heerlijk was het voor mij om de zee op te gaan.'
'Moest u dan elke dag overgeven, toen u nog op het land woonde?' vroeg ik.


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten