Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

woensdag 16 oktober 2013

U, mevrouw?

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


De kapitein begon zachtjes te huilen. 'Ja,' snikte hij. 'Ik ben héél goed verzekerd. Dat moest van meneer Dogger. Ik ben verzekerd bij zijn bank, namelijk, en ik moet elke maand zo ontzettend veel geld betalen dat ik... dat ik...'
Mama zat zowat te spinnen in haar stoel.
'Kijk eens aan,' zei ze tevreden. 'U bent verzekerd bij de Doggersbank, hmmm? Dat verbaast me niks. Dogger dacht waarschijnlijk: zo kan ik nóg meer poen uit dat kapiteintje persen. Dat is goed nieuws, dat is héél goed nieuws. Meneer Dogger zal slachtoffer worden van zijn eigen hebzucht – precies zoals het hoort!'
'Wat bedoelt u?' vroeg de kapitein.
'Het is heel simpel. Dogger heeft iets doms gedaan. Stel dat deze boot iets akeligs overkomt. Stel. Hij zinkt, bijvoorbeeld. Zou kunnen, nietwaar?'
'Nee hoor,' zei de kapitein, 'daar is-ie veel te groot en te stevig voor.'
'We zullen zien,' grijnsde mama. 'Stel dat deze boot iets overkomt, zei ik, dan heeft u niets meer. En dan kan Dogger fluiten naar zijn geld. De verzekering betaalt de schade, natuurlijk, maar de verzekering is óók meneer Dogger, dus Dogger moet aan zichzelf betalen! En u bent overal vanaf, u kunt weer gewoon matroos worden en zonder zorgen verder varen over uw geliefde zee. Snapt u?'
'Nee,' zei kapitein Leeghwater. 'Ik snap niet waarom u denkt dat mijn boot zal zinken. Dat gaat echt niet gebeuren, hoor!'
Mama dronk met een heel, heel erg tevreden gezicht van haar chocolademelk. 'Laat dat maar over aan de Donderkat,' zei ze
De kapitein keek op. 'Donderkat? Wacht eens even... die naam heb ik vaker gehoord. Was de Donderkat niet iets van een... een terrorist of zo? Iets met bommen?'
Mama zette verontwaardigd haar kopje chocolademelk neer. 'Nee,' sprak ze streng. 'De Donderkat is niet “iets van een terrorist of zo” – de Donderkat is de terrorist. De beroemdste terrorist ter wereld! De meest gezochte! En ook de intelligentste, zou ik willen zeggen. Maar dat zeg ik niet, want het is niet beleefd om over jezelf op te scheppen.'
De kaiptein zat een volle minuut met zijn ogen te knipperen, voordat hij het doorhad. 'U, mevrouw?' stamelde hij. 'Bent... bent u de Donderkat?'
'Niemand anders,' zei mama. Ze stond op en wreef in haar handen. 'En het is tijd om aan de slag te gaan. Plannetjes maken, en dan bommetjes maken, en dan...' Ze geeuwde en ging weer zitten.
'Jongens toch, jongens toch,' mompelde ze. 'Wat heb ik een vermoeiende dag achter de rug.'
'Tja,' zei de kapitein, 'het is ook al behoorlijk laat. Na twaalven.'
'En ik ben al de hele dag bezig geweest met zeilen, en ontsnappen aan de vleeshakker, en ronddwalen door het donkere ruim, en...' ze zei nog iets, maar dat kon ik niet zo goed verstaan. Want toen mama begon te geeuwen, voelde ik zelf opeens ook hoe moe ik was. Behoorlijk moe namelijk. Zo moe dat ik in mijn stoel in slaap viel, en als de kapitein mijn in de vleeshakker had gesmeten, denk ik niet dat ik daar wakker van zou zijn geworden.


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten