Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

vrijdag 23 mei 2014

Een muilezel, een schildpad en de president zitten in een boom...

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


Een grote Jeep kwam slingerend aangescheurd. Op zich is dat knap, slingeren en scheuren tegelijk. Meestal val je om, als je probeert te slingeren terwijl je heel hard rijdt. Of je dondert van de weg af. Er was hier niet echt een weg, dus je kon er ook niet afdonderen – dat probleem was alvast opgelost. Wat het omvallen betreft: dat ging steeds nét goed. Kwestie van geluk, leek me.
Er klonk muziek uit de auto, hele harde bonke-bonke muziek, en een hoop geroep en gelach.
'Wie daarin zit?' zei ik. 'Freddy het feestvarken, zo te horen.'
'Heel grappig,' bromde Snoet. 'Het zal snel afgelopen zijn met die grote mond, als...'
Op dat moment kwam de jeep met gillende remmen tot stilstand. De deur vloog open en er struikelde een grote, dikke meneer naar buiten. Hij droeg een legeruniform vol sterren en strepen en insignes. Ik zijn hand had hij een fles, en hij lachte als een gek.
'Hallo allemaal,' zei hij toen hij uitgelachen was. 'Ik weet een geweldige mop. President M'Urdara, een muilezel en een reuzenschildpad zitten in een boom... eh... wacht even hoor... Chauffeur!'
De chauffeur stak zijn hoofd uit het raampje. 'Ja?'
'Hoe gaat die mop ook alweer?'
'Welke mop, m'neer?'
'Die mop! Die je mij net vertelde! Nog geen minuut geleden!'
'Oh, die. Nou. Een muilezel, een schildpad en een mens zitten in een boom...'
'Het was toch president M'Urdara?'
'Eh, ja. Dat was de grap. Dat-ie op het laatst zegt van “Ja, maar ik ben president M'urdara”, weet je wel? Dat is de grap. Dus als de mensen dat van tevoren al weten, dan is de grap eraf, eigenlijk.'
'Oh ja. Nou, dan is-ie nu dus niet leuk meer.' Hij draaide zich om naar ons. 'Geen mop vandaag, mensen. Die stomme chauffeur van mij heeft de hele grap verpest.' Hij nam een grote slok uit zijn fles 'en riep: 'Stomme idioot! Mijn hele grap verpest... Ze zouden je dood moeten schieten...'Hij keek om zich heen en bulderde plotseling: 'Wie schiet hem voor me dood?'
Alle soldaten keken verveeld de andere kant op. Alsof ze dit soort geschreeuw elke dag hoorden.
Doodschieten daar beginnen we niet aan, zag je ze denken. Dan heeft-ie binnen twee maanden geen leger meer over.
De generaal keek nog eens rond. Plotseling klaarde zijn gezicht helemaal op, en hij riep: 'Hee, Snoet! Kerel!'
'Goeiemiddag, generaal,' groette Snoet beleefd.
'Heb je mooie spulletjes voor me, kameraad?'
'Mooi genoeg,' zei Snoet en hij wees op ons.
De generaal brulde van het lachen. 'Die daar? Dat? Noem je dat mooie spulletjes? Wat een magere ratjes! Ik heb aasgieren zien vechten om kadavers waar nog meer leven zat dan in dat daar! Ik moet geen kindertjes man – kindertjes heb ik genoeg. Ik moet geweren! Landmijnen! Granaten! Kogels en raketten! Wapens moet ik, man, wapens! Geen kindertjes. Kindertjes heb ik al genoeg, en ze zien er beter uit dan die rommel van jou. Geef me wapens! Anders laat ik je doodschieten.'
Hij nam een grote slok uit zijn fles en brulde: 'Wie schiet hem voor me dood?'
Ditmaal kwamen de soldaten wel in beweging.


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten