Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

vrijdag 20 juni 2014

De beesten in het oerwoud zijn niet half zo eng

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


Zoezoe liep naar de oever van de rivier, naar de plek waar wij kinderen aan het graven waren. Tegen een jongetje van een jaar of negen, dat een eindje bij ons vandaan stond, zei hij: 'Ik heb goed nieuws voor je. We laten je vrij.'
Het jongetje keek hem ongelovig aan.
'Nee, echt,' zei Zoezoe vol overtuiging. 'Je bent vrij. We hebben besloten dat het niet eerlijk is, zo'n jongetje als jij hier gevangen te houden. Je mag zo het oerwoud in lopen, en op zoek gaan naar je papa en mama.'
'Dat kan niet,' zei het jongetje droevig. 'Die hebben jullie overhoop geschoten, toen jullie mij meenamen.'
'Oh ja? Nou, eh... sorry hoor. Ga dan maar op zoek naar een oom. Of een tante of zo. Zie maar. Je bent in ieder geval vrij. Vrij, snap je?'
'En de anderen?' vroeg het jongetje. Hij wees op de ongeveer vijftig kinderen die in de rivier stonden te graven.
'Die niet,' gromde Zoezoe, die langzaam zijn geduld begon te verliezen.
'Ja maar...'
'Niks te maren!' blafte Zoezoe. 'Ren maar gauw het oerwoud in.'
'Ik vind het oerwoud eng. Daar wonen gevaarlijke beesten.'
'Die zijn niet half eng als ik!' krijste Zoezoe. 'En als je nou niet snel dat bos in rent, dan zul je het merken!'
Dat werkte. Het jongetje liep op een halfslachtig drafje naar de bosrand.
'Nou,' riep Zoezoe naar zijn kameraad. 'Het kostte wat moeite, maar ik heb 'm zo ver, hoor! Hij rent weg! Ik zou zeggen: schiet 'm maar lekker dood!'
'Dank je wel, Zoezoe,' zei zijn kameraad ontroerd. 'Je bent een echte vriend. Daar gaat-ie!' Hij legde zijn geweer aan de schouder en mikte zorgvuldig.
Maar voordat hij kon schieten stuiterde er iets tegen hem aan. Iets dat heel erg snel was en heel erg oranje en ongeveer zo groot als Kwetter.
Zeg maar gerust: precies net zo groot als Kwetter.
Pang, zei het geweer, maar de kogel verdween schadeloos de lucht in. Want de jongen lag op de grond, en Kwetter stond met allebei haar voetjes op zijn buik, terwijl ze probeerde het wapen uit zijn handen te trekken.
De soldaat was geen slapjanus, en hij was erg gehecht aan zijn geweer.
Maar Kwetter was óók geen slapjanus. Het werd een heel geworstel en gesleur, en het hield pas op toen Zoezoe tussenbeide kwam.
Hij greep Kwetter met twee handen vast en tilde haar van zijn makker af. Tenminste, dat was zijn bedoeling. Maar er is een truukje dat elke peuter in Boegoe-Boegoe leert – hoe je jezelf moet bevrijden uit de wurggreep van een Sissipi-slang. Je maakt jezelf heel lang en dun, op één of andere manier. Vraag me niet hoe; mij is het nooit gelukt. Je maakt jezelf heel lang en dun, zodat de wurgende greep van de slag om je heen floddert als een veel te grote laars. Je moet het zo verschrikkelijk snel doen, dat de slang geen tijd heeft om zijn greep te verstevigen, en dan glip je weg voor het monster begrijpt wat er gebeurt.
Het lukt niet altijd hoor, dit truukje. Maar soms wel.
Nu bijvoorbeeld. Kwetter strekte en slonk en glipte en een kwart seconde later stond Zoezoe naar zijn lege handen te staren, met een grappig maar dom gezicht.
Maar Zoezoe was geen Sissipi-slang. Dat maakte het glippen een stuk makkelijker. Geen probleem.
Daartegenover staat dat Slangen geen geweren hebben. En Zoezoe wel.


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten