Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

woensdag 9 juli 2014

Even door dat oerwoudje heen

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


'Aha,' zei Gaby vermoeid. 'Plan B. Jouw plan B. Is dat toevallig iets met een achtervolging? Is dat zeg maar zoiets als: we rennen het bos in, en daarna zijn we lekker ontsnapt haha, en dan zien we wel weer verder? We hebben Kwetter bij ons, die helpt ons wel door het oerwoud heen en als de soldaten achter ons aankomen doet ze gewoon iets heel spectaculairs wat ik nu nog niet verzonnen heb en waardoor we pats boem gered worden?'
'Eh...' zei ik. 'Daar zou het op kunnen lijken, ja. Ik had nog één of twee andere ideetjes, maar...'
'Oh. Ja. Mag ik gokken? Het is maar één ander idee, en het is: we maken een paar bommen onderweg en we blazen dingen op.'
'Dát bent nog eens een goed idee!' juichte Kwetter. 'Boemmm! Boemmm!'
'Wij doen mee,' zeiden Abel en Zoezoe enthousiast.
'Ik sleept ons wel even door dat oerwoudje heen, hoor,' zei Kwetter op geruststellende toon.
'Lieve help,'zuchtte Gaby. 'Ik weet niet waar jij last van hebt, Michael, maar het is kennelijk besmettelijk. En ik ben immuun. Ik ben hier de enige die nog een beetje gezond verstand...'
'Gebruik dat dan maar gauw,' zei ik vals. 'Er komt een troep soldaten aan, dus we moeten nu kiezen: het bos in of ons laten pakken. Rennen, jongens!' Ik zette het op een lopen, op de voet gevolgd door Kwetter en de twee gatenkazen.
Gaby dacht er langer over na dan ik gedacht had, voor ze ons achterna kwam. Ze deed er wel een kwart seconde over.
'Fijn he,' zei Kwetter onder het lopen tegen onze nieuwe vrienden, 'dat Michael altijd van die goeie ideeën hebt?'
Abel en Zoezoe knikten hijgend.
'Springen!' riep Kwetter ineens.
De jongens kenden Kwetter nog niet zo goed, dus ze wisten niet dat je in een oerwoud altijd onmiddellijk moet doen wat Kwetter zegt. Ze sprongen niet. Ze renden rechtdoor, het nest van een bende insecten in.
Ik weet niet wat voor insecten het waren. Mieren of termieten of bijen of weet ik veel. Maar aan de geluiden van Abel en Zoezoe te horen waren het in elk geval insecten die heel gemeen konden steken of bijten of zo.
'Jullie hebt geluk,' zei Kwetter tegen Abel. 'In Boegoe-Boegoe, waar ik vandaan komt, hebt je ook zulke nesten. Daar woont de Boegoenese Varkensmier in, en als die in je hap, nou, dan gilt jij niet meer, hoor! Dan ligt jij alleen nog maar stilletjes op de grond te hopen dat jij snel dood gaat. En dat gaat jij ook, dat bent dan weer het voordeel.'
Ze pakte een mier zo groot als een baby-duimpje van Zoezoe's arm af en stak hem in haar mond.
'Lekker?' vroeg Gaby. Ze hijgde, want we waren nog steeds aan het rennen.
'Mwoa,' deed Kwetter. 'Het ga mij vooral om het idee. Als hier iemand iemand anders bijt, dan wil ik graag de iemand zijn die bijt. Niet de iemand die gebijt wordt.'
'Groot gelijk,' zei ik. 'Ach, dat doet me eraan denken. Ik heb hetzelfde, maar dan met schieten. Ik heb he-le-maal geen zin om doodgeschoten te worden door de soldaten van generaal Killa. Zou jij even iets spectaculairs willen doen om ons te redden?'
'Soldaten? Welke soldaten? Die bent allang weg, hoor.'
'Waarom rennen we dan nog?'
'Hihi,' deed Kwetter. 'Jij maakt grapjes. Wat is jij toch leuk. Of ziet jij het echt niet?'


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten