Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

maandag 7 juli 2014

Paniek in de nacht

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


Het was een mooie knal, dat wel. Maar de boom was groot en sterk, en echte woudreus en die kunnen in het oerwoud heel groot worden. Dus hij ging zeker niet om. Maar er brak wel een dikke tak af.
En met een dikke tak bedoel ik: een tak die dik genoeg was om voor boom door te gaan. Als ik die tak rechtop in de tuin van ons oude huis had gezet, en ik had je verteld dat het een boom was die mijn opa nog geplant had, dan had je me zonder twijfel geloofd.
Een boom die van twintig meter naar beneden valt, die maakt nogal een klap bij het neerkomen. Dat deed deze tak dus ook. En dan heb ik het nog niet eens over het gekraak en geruis en gesuis dat hij maakte op zijn weg naar beneden: hij dreunde tegen andere takken aan, er braken stukken af hier en daar, en de blaadjes woeien als in een stormwind.
Het regende bladeren en hout.
Zoezoe en Abel vonden het prachtig. Ze stonden te juichen en te klappen en ze vergaten helemaal dat eigenlijk die hele boom kapot had gemoeten. Dat was precies waar ik op gehoopt had.
Ze dachten zo'n beetje in dezelfde richting als ik, maar dan met hersens van gatenkaas dus ze kwamen niet ver. Het was voor mij niet moeilijk om te voorspellen hoe ze zouden reageren op een goeie ontploffing.
En er gebeurde nog iets anders waarop ik gehoopt had.
De soldaten en de mijnwerkers werden wakker van de knal. Paniek! Geschreeuw!
Ze dachten dat ze aangevallen werden. De domsten begonnen onmiddellijk hun geweren leeg te schieten op het nachtelijk oerwoud, en dat maakte de verwarring bepaald niet kleiner.
'Ze schieten op ons!' riep Zoezoe.
'Geweldig!' antwoordde Abel. 'Dan mogen we terugschieten!'
Ze begonnen meteen enthousiast te knallen in de richting van hun collega's.
Sommigen van die collega's hadden intussen wat lampen aangestoken, om te kunnen zien wat er aan de hand was.
Op zich een goed idee.
Maar het wilde wel zeggen dat iedereen in het soldatenkamp buitengewoon goed te zien was. Tot grote vreugde van Abel en Zoezoe. Die riepen vijf of zes keer 'Joepie!' en uit het kamp klonk vijf of zes keer 'Au!' Toen pas kregen de soldaten door dat het idee van die lampen misschien niet zo'n heel goed idee was geweest.
Ze deden de lampen uit.
Iemand riep: 'Wie is daar?'
Iemand anders riep: 'Kan me niet schelen wie het zijn, schiet ze overhoop, die smeerlappen hebben mijn oor eraf geschoten!'
Abel en Zoezoe keken elkaar aan en zeiden 'Oeps.'
'Jongens,' zei ik tegen hen, 'jullie hebben een probleempje.' Ik kon een tevreden grijns niet onderdrukken. Tot nu toe ging alles min of meer volgens mijn plan.
'Waarom, ' kreunde Gaby, 'zijn wij terecht gekomen in iets wat nog het meest lijkt op een slecht geschreven actie-film? Zo'n typische jongetjes-film die nergens op slaat en die van geen kanten klopt en die alleen maar bedoeld is om zoveel mogelijk schieten en ontploffen en achtervolgen in beeld te brengen?'
'Geen idee,' antwoordde ik. 'Maar dat doet er nu niet toe, want de soldaten komen deze kant op, dus het wordt tijd voor Plan B.'


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten