Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

vrijdag 8 augustus 2014

De Einstein van de stomme plannen

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


Ze had gelijk. Het waren soldaten. Het oerwoud was zo dicht, dat we hen pas zagen toen ze vlak onder onze boom door liepen. Waren ze op zoek naar ons? Ik durfde nauwelijks adem te halen.
Naast me zag ik, tot mijn grote schrik, dat Abel zijn geweer pakte en met een grote grijns op zijn oude kameraden begon te mikken. Was die jongen helemaal geschift? Stiekem mensen in de rug schieten – dat hóórt niet.
Mensen doodschieten hoort trouwens so wie so niet, nu ik er nog eens over nadenk.
Maar los daarvan: de soldaten waren met z'n zessen en ze hadden allemaal geweren. Het zou een ongelooflijk slecht idee zijn om nu met ze te gaan vechten.
En dat kon ik allemaal onmogelijk uitleggen aan die stomme Abel, want de soldaten waren heel dichtbij en ze zouden ons horen als ik ruzie ging zitten maken.
Maar géén ruzie maken betekende dat ze heel binnenkort heel hard PANG zouden horen en dat valt ook nogal op. Wat moest ik nou doen?
Kwetter stak rustigjes haar vinger in de loop van Abels geweer. Haar andere hand legde ze op Abels mond, zodat hij niet kon protesteren.
Abel keek heel kwaad, maar het werkte wel.
Een half uurtje later kwamen de soldaten terug. Ze droegen twee grote kisten.
'Zagen jullie dat? ' vroeg ik toen ze ons niet meer konden horen. 'Ze waren niet op zoek naar ons, het was toeval dat ze hier langs kwamen. Is dat een opluchting of wat is het?'
'Wat zou er in die kisten zitten?' vroeg Gaby zich af.
We keken naar Abel en Zoezoe. Die haalden hun schouders op. Ze waren maar kleine soldaatjes tenslotte, nauwelijks goed genoeg om een geweer vast te houden en gevangenen te bewaken. Goed genoeg om voorop te lopen in een gevecht, en goed genoeg om overhoop geschoten te worden. Niet goed genoeg om aan te vertellen wat de plannen van de generaal zijn en wat het leger zoal uitspookt.
'Dat gaan we uitzoeken,' zei ik. 'Die kerels met die zware kisten hebben een spoor achtergelaten dat zelfs een blinde nog kan volgen. Kom mee!'
'Goed plan,' knikte Gaby. Ze wendde zich tot Abel en Zoezoe. 'Jullie kennen mijn broer nog niet zo goed,' zei ze, 'maar ik kan jullie vertellen: hij heeft altijd briljante ideeën. Zelfs als je in een compleet hopeloze situatie zit, waaruit je geen enkele uitweg kunt vinden zodat je zeker weet dat je binnen een dag afschuwelijk dood zult gaan, weet hij toch weer een maniertje te vinden om nóg dieper in de problemen te komen. Knap he? Ik bedoel: hier zitten we dan, midden in een oerwoud dat we niet kennen, in een land met een burger-oorlog, we worden opgejaagd door soldaten, en wat bedenkt meneer? Laten we op zoek gaan naar nóg meer soldaten. Hoe kom je d'r op, he? Echt, lieve, Michael, jij bent de Einstein van de stomme plannen, ik kan het niet anders zeggen.'
'Ja,' knikte Kwetter zuchtend, 'knap is-ie he?'
'Wat is een einstein?' vroeg Zoezoe.
Gaby schudde moedeloos het hoofd en mompelde: 'Ach, wat kan het mij ook allemaal schelen. Als we allemaal doodgaan, gaat in elk geval de gemiddelde intelligentie op deze wereld omhoog en dat is ook wat waard. Laten we dat spoor maar volgen.'


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten