Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

zaterdag 21 januari 2012

De witte jas die mama niet aan had

BEGIN / VOLGENDE



'Maar het is echt waar,' riep ik.
'Dat klopt hoor,' zei Gaby. Want zij had het ook gehoord.
'Ik heb niks gemerkt van een ontploffing,' zei mama. 'Jij wel, schat?'
Mijn vader schudde van nee.
'Maar het was een hele zachte ontploffing,' hielden wij vol.
'Lieve schatten,' zei mama beheerst, 'er zijn weinig mensen die zoveel over ontploffingen weten als ik. Jullie moeten me dus maar geloven als ik zeg, dat zachte ontploffingen niet bestaan. Een ontploffing gaat altijd samen met een harde knal. Daar is ook een hele interessante wetenschappelijke reden voor. Het is namelijk de zeer snelle toename in gasvolume, die...'
'En als het nou eens,' onderbrak ik haar, 'een ontploffing heel ver weg was. Eentje die heel hard ging, maar die je hier maar zachtjes hoort? Net als een heel ver onweer?'
Mama was even stil.
'Dat zou natuurlijk kunnen,' gaf ze zuinigjes toe.
Op dat moment klonk er een tweede knal. Even zacht als de eerste.
'Krijg nou wat,' zei mijn moeder verbijsterd. 'Het is een ontploffing. Met TNT, dat wed ik om tien kokosnoten. De knal van TNT herken ik uit duizenden. Het heeft altijd iets weemoedigs, vind ik. Droevig en toch boosaardig – als een snik van de duivel...'
Gaby en ik keken elkaar aan. Snik van de duivel? Wat was dat voor dichterlijk gepraat?
Mijn moeder is heel slim, en ze is, nou ja, mijn moeder en zo – dat wil zeggen: ze heeft genoeg goede eigenschappen (die heeft ze aan mij doorgegeven) en ook een heleboel stomme (die zijn naar Gaby gegaan, en een paar heeft ze helemaal voor zichzelf gehouden). Maar wat ze ook allemaal doet en kan en is: dromerig of dichterlijk is ze niet.
Ze is een wetenschapper. Een echte, met een witte jas. Die had ze nu niet aan, natuurlijk, want in Boegoe-Boegoe draagt niemand kleren dus wij ook niet.
Dat was trouwens ook een probleem bij het ontbijt. Ik bedoel: meisjes zien er een beetje mal uit zonder kleren – een beetje incompleet, als je begrijpt wat ik bedoel - maar grote mensen zijn ronduit walgelijk. Allemaal haren en kwabben op gekke, onsmakelijke plekken. Als je daarnaar moet kijken tijdens het eten – en zeker tijdens het eten op z'n Boegoe-Boegoes – nou, dan moet je wel heel erge honger hebben wil je nog een hap door je keel krijgen.
Maar daar gaat het nu niet over. Het gaat nu over de witte, wetenschappelijke jas van mijn moeder. Die paste precies bij haar koele verstand. En of ze die jas nu aan had of niet, ze was er de dame niet naar om een ontploffing te omschrijven als een 'snik van de duivel'. Een ontploffing is een ontploffing, en niks anders. Als je ooit een kerel ziet met bokkenpoten en een pijlstaart, die staat te huilen, dan is dát het geschikte moment om te praten over een 'snik van de duivel'.
Vond mijn moeder. Normaal gesproken.
Mijn vader fronste bezorgd zijn wenkbrauwen. 'Liefje,' vroeg hij voorzichtig, 'gaat het wel helemaal goed met je?'
'Ach, jawel' zuchtte ze, 'maar ik mis het allemaal wel een beetje.'
'Wat? De wetenschap?'
Weer een zucht. 'Dat ook, ja. Dat ook. Maar het opblazen, de grote donderende vuurbal waarmee de gestolen rijkdom van een of andere slechterik de lucht invliegt – dat had toch ook wel iets heel moois...'
Er was weer een zachte knal.

BEGIN / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten