Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

woensdag 19 maart 2014

Het Swinefeller Auditorium

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


Wie denkt dat we door al dit gedoe te laat bij de zaal kwamen, die kent mijn vader niet. Mijn vader houdt nogal van organiseren en zaken regelen, en van goed nadenken voordat je iets doet, en al dat soort dingen meer. Plannen maken en zo.
We kwamen weliswaar tien minuten later aan dan hij gepland had, maar dat gaf niks want we waren precies een dag te vroeg. Nou ja, niet precies een dag, natuurlijk.
Precies een dag min tien minuten.
De BOF-praatjes worden gehouden in het Swinefeller Auditorium. Dat is een groot vergadergebouw. Er zijn daar zo'n twintig vergaderzalen. In de kleinste staat een ronde tafel waar zes mensen omheen kunnen zitten.
In de grootste zaal passen vijftig duizend mensen.
Normaal traden hier popsterren op, maar soms waren er ook vergaderingen. Hele grote vergaderingen, bijvoorbeeld als de president kwam uitleggen waarom hij de beste was. En dat je hem opnieuw zou moeten kiezen.
Of vergaderingen van hele grote bedrijven, die aan iedereen wilden vertellen hoe ontzettend veel winst ze hadden gemaakt in het afgelopen jaar, en dat ze een paar duizend mensen gingen ontslaan om de winst nog hoger te maken.
En er waren natuurlijk, één keer per jaar, de BOF-praatjes. Daar was de zaal wereldberoemd om. Als je aan mensen in Madrid of Melbourne of Moermansk iets vertelde over het Swinefeller Auditorium, dan keken ze je glazig aan: het wàt?
Maar als je dan zei: dat is de zaal van de BOF-praatjes, dan wisten ze meteen wat je bedoelde. Dan werden ze razend enthousiast. Het Swinefeller Auditorium! Ja, ja! Dat kenden ze natuurlijk wel! Wat een fantastische zaal was dat!
En het wás ook een fantastische zaal. De stoelen waren heerlijk zacht en luxe, maar niet zo zacht dat je erop in slaap zou kunnen vallen. Ze waren zo gemaakt dat je automatisch rechtop ging zitten, zodat je juist wakkerder werd en, als vanzelf, opletten ging luisteren wat er gezegd werd.
En dat was nog niet alles. De stoelen waren niet alleen maar stoelen.
Nee, iedere stoel was bovendien... een computer! (Ideetje van meneer Clusjes). Een computer waarop je meteen aan al je vrienden kon laten weten wat voor een interessant BOF-praatje je zojuist gehoord had. En waarop je berichtjes kon sturen aan het personeel van de zaal, bijvoorbeeld over dat je graag een luxe kopje koffie wilde. Of een hippe salade van besjes uit China met graan uit Peru.
En waarop je kon kijken wat er op het podium precies gebeurde. Dat is trouwens geen overbodige luxe, als je achteraan zit. In een zaal met vijftigduizend stoelen.
Toen wij er aankwamen, leek de zaal nog niet echt op een zaal. Het leek meer op een mierenhoop.
Tientallen, nee hónderden mensen krioelden door elkaar als insecten in totale paniek. Zweet stond op voorhoofden. Ogen staarden groot en verschrikt in het niets. Monden mompelden onverstaanbare zinnetjes.
Mama greep de eerste de beste meneer bij zijn arm.
'Wat is er aan de hand?' vroeg ze.


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten