Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

vrijdag 16 november 2012

De Tegenboog

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


Voorzichtig stapten we uit.
'Lieve help,' zei papa, 'wat is hier gebeurd? Waar zijn we?'
'We zijn,' vertelde Willem, 'op het vruchtbare boerenland van Zuid-Mallotië.'
'Is het werkelijk?' vroeg mama. 'Ik geloof niet dat ik iets zou willen eten wat hier groeit.'
'Maakt u zich maar geen zorgen, mevrouw. Er groeit hier niks.'
Inderdaad. Het landschap om ons heen zag er akelig en spookachtig uit. Zover je kon zien was de grond overdekt met een dikke laag drab. Zwarte prut, die vreselijk stonk, een beetje zoals benzine ruikt maar dan veel viezer. De smurrie glansde vettig; waar de zon erop scheen leek het spul alle kleuren van de regenboog te hebben. Of nou ja, niet van de regenboog, want regenbogen zijn mooi en goed. Maar als je een regenboog zou maken van lelijke kleuren - snot-groen, puist-geel, verrotte-aubergine-bruin enzovoort - dan kreeg je de glans van de zwarte smurrie die hier de grond bedekte. Een soort anti-regenboog: een tegenboog.
Niet alleen was de drab lelijk en vies-ruikend, hij was blijkbaar ook giftig. Er waren maar weinig planten hier, en bijna geen dieren. Her en der zag je een dode boom uit de gore modder steken, of een polletje zieltogend onkruid aan de rand van een glanzende poel staan. Af en toe zoemde of kroop er een insect voorbij; in de verte was een onvoorzichtig eendje geland op een van de plassen, die als zwerende wonden in het verwoeste landschap lagen. Het eendje was overdekt geraakt met de plakkerige, zwarte troep en worstelde om los te komen.
'Gezellige boel hier,' merkte Michael op.
'Wat is er aan de hand?' vroeg ik. 'Wat is dat zwarte spul?'
'Olie,' zei mama. Ze snoof. 'Ruwe aardolie. Waar benzine van gemaakt wordt. En plastic en nog duizend andere nuttige dingen. In onbewerkte vorm, zoals hier, is het gevaarlijk spul. Giftig en zo. Het zat ook op het koraalrif, weten jullie nog? Eén van de redenen waarom dat koraal dood is, denk ik.'
'Ga daar maar van uit,' zei Willem. 'Alles gaat dood door dat spul.'
Ik keek nog even, vol medelijden, naar het eendje. Maar dat was nergens meer te zien.
'Wat ik niet snap, ' zei mama, 'is wat dat spul hier doet. Meestal zit het diep onder de aarde, en het kost een hoop geld en moeite om het eruit te halen. Waarom zou iemand die moeite doen, om vervolgens de troep hier op de grond te laten lopen?'
'Dat kan papa je wel vertellen,' mompelde ik.
'Hoezo?' vroeg papa fronsend.
'Nou,' zei ik. 'Dit is iet heel naars, iets afschuwelijks, iets wat alleen een echte schurk zou doen. En als het over schurkenstreken gaat, is papa de expert. Want hij heeft bij de bank gewerkt.'
Papa knikte traag. 'Ik geloof niet dat ik het helemaal eens ben met je redenering,' zei hij. 'Maar toevallig weet ik inderdaad wel zo'n beetje wie dit gedaan heeft, en waarom.'
Mama keek me streng aan. 'En jij, jongedame, zou dat ook weten als je die hersentjes van je een beetje gebruikte.'




BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten