Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

maandag 5 november 2012

Goed en slecht

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


'Ik?' vroeg mama ijzig. 'Hoe zou ik nou kunnen bepalen wie er een schurk is? Nee hoor, dat doen die schurken helemaal zelf. Zij kiezen ervoor om schurkenstreken uit te halen, daar hebben ze mij niet bij nodig.'
'Hij bedoelt,' kreunde papa terwijl hij met een pijnlijk gezicht over zijn been wreef, 'dat het allemaal heel ingewikkeld ligt. Wat is goed en wat is slecht? Dat soort vragen.'
'Nou,' zei Michael, 'dat lijkt me nogal duidelijk. Goede dingen zijn goed en slechte dingen zijn slecht. Dus... Ja...'
Ik schaamde me dood. Michael is twaalf, die hoort niet met grote mensen over zulke dingen te praten. Dan staat-ie voor gek. Ik bedoel, goed en slecht en politiek en zo, dat is allemaal heel ingewikkeld. Daar worden kranten en boeken over volgeschreven. Daar moeten heel geleerde mensen hun leven lang op studeren. Dus hoe kan een jongetje van twaalf nou denken dat-ie snapt hoe het zit?
Willem en papa glimlachten vertederd naar hem. Och ja, zag je ze denken, als je twaalf bent denk je dat alles heel eenvoudig is.
'Groot gelijk, jongen,' zei mama. 'Het is allemaal heel eenvoudig, eigenlijk.'
Nu keken papa en Willem naar mama. Ze glimlachten niet vertederd. Oh nee. Ze vonden het ongelooflijk dat een groot mens, een heel intelligent groot mens nog wel, net zo kon denken als een jongetje van twaalf.
En ze keken ook een beetje paniekerig, omdat dit grote mens zoveel bommen kon maken als ze maar wilde. En laten we heel eerlijk zijn: jongetjes van twaalf moeten eigenlijk niet met bommen spelen. Daar komen ongelukken van.
Ik ken mama langer dan vandaag. Ik kan wel zo'n beetje zien wanneer ze pret heeft en wanneer ze boos is, dat soort dingen. En nu had ze duidelijk enorme lol, omdat papa en Willem niet meer wisten wat ze van haar moesten denken.
'Kom kom, heren,' zei ze, 'Slechte dingen zijn slecht, ja of nee?'
Willem zei: 'Zo eenvoudig is het niet. Wat u 'slecht' noemt, kan iemand anders wel 'goed' vinden.'
'Dan heeft-ie ongelijk,' besliste mama. 'Dat is heel goed mogelijk. Mensen hebben zo vaak ongelijk.'
'U zou dus ook ongelijk kunnen hebben,' zei Willem met een gezicht van nou-heb-ik-je.
Daar moest mama even over nadenken. 'Nee,' zei ze tenslotte. 'Ongelijk hebben, daar begin ik niet aan. Dat vind ik zonde van mijn tijd. Het is een omslachtig iets hoor, de ongelijkhebberij, daar komt een hoop gedoe bij kijken. Dat vergeten mensen nog wel eens. En mijn tijd is beperkt. Ik wil mijn aandacht dus graag even bij het terrorisme houden, als jullie het niet erg vinden. En als ik terrorisme zeg, bedoel ik niet dat ik af en toe eens iets opblaas. Ik bedoel dat er slechteriken zijn, die dingen opblazen. Die drie vriendelijke heren bijvoorbeeld, die ons hierheen hebben gebracht. Weet u dat die het koraalrif opblazen? Dat hoort een goeierik niet te doen. Iedereen kan wel eens een foutje maken...'
Plotseling moest ik hoesten. Misschien zou je kunnen zeggen dat mijn hoest een beetje klonk als het woord 'walvis'. In ieder geval gaf Michael me weer een stomp.
'… maar het rif zit vol gaten. Dat is niet “een foutje”, dat is boze opzet. Dus ik ben wel benieuwd wat er hier aan de hand is. Ik zou nkiet graag de verkeerde opblazen namelijk.'
Willem keek mijn moeder tevreden aan. 'Ik hoopte al dat u zoiets zou zeggen,' glimlachte hij.


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten