Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

vrijdag 3 mei 2013

Alle somse keren

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


Tank nummer twee zag niks meer. Ja, het kanon van tank nummer één zagen ze, maar verder niks. En dat was heel jammer voor tank nummer twee. Want die reed recht op een visvijver af. Een best wel diepe visvijver, zodat de tank kantelde en het kanon diep in de modder van de bodem bleef steken. Tank nummer drie, die recht achter de tweede reed, zag ineens de onderkant van nummer twee als een muur voor zich opdoemen. Gelukkig konden ze nog net op tijd uitwijken naar rechts.
Maar daar reed tank nummer vier al.
Botsing!
Intussen was Kwetter nog steeds bezig met tank nummer één. De koplampen gingen aan en weer uit, en kennelijk hadden ze ook een soort radio aan boord, want opeens galmde het Zuid-Mallotische volkslied over de vervuilde velden.
Dat schoot allemaal niet erg op, natuurlijk.
'Ik word hier een klein beetje nerveus van,' zei mama.
'Hoezo?' vroeg ik, want mama is niet iemand die snel nerveus wordt. Ik bedoel: we werden al een tijdje door een tiental tanks achtervolgd, en nu werd ze pas nerveus.
'Nou, dat geklier van Kwetter, met die knopjes... straks drukt ze op het verkéérde knopje. Het schietknopje, zeg maar. Ik neem tenminste aan dat daar ook een knop voor is.'
'Ja, die is er,' wist Michael toevallig. Hij had wel eens in zo'n tank van binnen gezien. Mama trouwens ook, maar die lette op dat moment even niet op. 'Een grote rooie, met een S erop. Maar wat het knopje voor de mitrailleur is weet ik niet.'
'Hm,' zei mama. 'Nog een mitrailleur ook. Da's niet best, want daar kan het natuurlijk ook mee.'
'Kan wát ook mee?' vroeg ik.
'Schieten natuurlijk,' zei Michael met zijn meisjes-begrijpen-ook-nooit-wat-gezicht. Daar heeft hij een speciaal gezicht voor, namelijk. Een gezicht dat hij zo vaak mogelijk trekt, ook als het helemaal niet nodig is.
En het is nooit echt nodig, want het is nooit waar dat ik nooit iets begrijp. Het is alleen soms waar dat ik iets niet begrijp. Maar dat is dus wat anders. En daar heeft Michael geen gezicht voor. Bij alle somse keren dat ik iets niet begrijp, trekt hij meteen zijn meisjes-begrijpen-ook-nooit-wat-gezicht. Dat gezicht betekent dus eigenlijk gewoon: dit is een van de zeldzame keren dat mijn zusje iets niet snapt. Maar dat bedoelt hij niet, daar ben ik heel erg zeker van. En de bedoeling telt.
'Wat ik bedoel,' ging hij verder, 'als ik “schieten” zeg, is natuurlijk: per ongeluk twintig vierkante kilometer boerenland in lichterlaaie zetten. En dat kan dus ieder moment gebeuren, als Kwetter op het verkeerde knopje drukt.'
Precies op dat moment drukte Kwetter op een knopje. Maar niet op het verkeerde knopje. Ze drukte op een prima knopje, zelfs, want haar tank nummer een zwenkte plotseling scherp naar links en daar had tank nummer vijf helemaal niet op gerekend. Ze botsten vrij hard, het was een beetje een rommeltje, zou je zelfs kunnen zeggen. En dat werd er niet beter op toen tank nummer zes erover heen reed.
Nu waren er nog vier. Helaas was Kwetter's tank nu kapot, dus kon ze die vier niet meer uitschakelen.


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten