Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

maandag 13 mei 2013

Sommen waar je iets aan hébt

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


'Mama,' zei ik, 'nu word ik óók nerveus. Hoe hard kan deze wagen?'
'Daar gaan we nú achter komen,' zei mama kalm. 'Ik ben van plan zo hard te rijden als-ie maar kan. Dat heb ik al eerder geprobeerd en toen gingen we 250 kilometer per uur. Maar ik wil toch graag kijken of het nu nóg harder kan. Hou je vast!' Ze liet de motor brullen en de wagen schoot vooruit.
Heel even maar.
Daarna schoot-ie tollend in een rondje, want we stonden midden in een plas olie en we slipten dat het een aard had.
'Goed,' zei mama toen we uitgedraaid waren. 'Juist. Dat weten we nu dus. Rustigjes aan, is het toverwoord.'
En heel rustigjes aan begon ze te rijden. Ze floot een kalmerend wijsje en leunde ontspannen achterover.
'Mama,' zei Michael dringend, 'daar links voor ons staat alles in de hens. En rechts voor ons ook.'
Mama floot haar wijsje af en zei: 'Ik weet het, jongen.'
'De ruimte ertussen wordt steeds kleiner, mam.'
Mama zei niks terug, want ze was net opnieuw begonnen aan haar melodietje.
'Dat is dus de ruimte,' ging Michael verder, 'waar wij doorheen moeten.'
Mama zei niks. Ze was nog niet eens op de helft.
'Omdat we anders levend verbranden,' benadrukte Michael.
Fluitefluitefluit, deed mama.
'En we rijden nu dus maar vijfentwintig kilometer per uur,' zei Michael met een blik op het dashboard. 'Da's niet echt hard, wil ik maar zeggen.'
Toen haar deuntje eindelijk afgelopen was vroeg mama, op de toon van iemand die gezellig zit te babbelen bij een kopje thee: 'Weten jullie waar ik nou echt rustig van word, jongens?'
'Van het liedje ”Greensleeves”, kennelijk,' antwoordde ik, want dat had ze net twee keer achter elkaar gefloten.
'Daar ook van, inderdaad, dat heb je goed gehoord lieverd. Maar écht rustig word ik van sommetjes doen, in mijn hoofd.'
'Drie keer drie is negen!' riep Kwetter enthousiast, want dat had ze afgelopen week geleerd van mama's leerzame computerprogramma's. 'Drie keer drie is negen!' herhaalde ze luid. 'Drie keer drie is nee-hee-hee-gen!'
'Goed zo Kwetter! Heel knap van jou!' prees mijn moeder. 'Maar ik moet je wel iets vertellen over wiskunde: als je een sommetje vaker zegt, of harder roept, wordt het niet opeens meer wáár. Het is waar, of het is niet waar, en daar is niet aan te veranderen. Ook niet door drie keer heel hard in mijn oren te gillen. Maar goed, waar was ik gebleven?'
'In een auto, midden tussen drie woeste uitslaande branden,' zei Michael zuur. 'Ik denk: ik meld het maar even, misschien had je het niet gemerkt.'
Mama haalde drie keer heel diep adem en zei: 'Dank je wel, Michael, ik was het nog niet vergeten hoor. Maar van dit soort opmerkingen word niemand echt rustig. Waar ik wel rustig van word, en dáár was ik gebleven, is sommen maken. En dan niet van drie keer drie is negen, hoewel dat heel knap is hoor Kwetter, maar meer van het soort: een auto vertrekt uit A, hij rijdt zo en zo hard, het is zo en zoveel kilometer naar B, wanneer kom hij aan in B? En is hij daar op tijd om te ontsnappen aan de uitslaande branden in C en D, die óók op weg zijn naar punt B, en wel in dat en dat tempo?
Sommen waar je iets aan hébt, zeg maar. Waar je, en dit kan ik niet genoeg benadrukken, veel en veel meer aan hebt dan aan sarcastische opmerkingen, Michael!'
'Sorry mama,' zei Michael. 'Eh... wanneer zijn we in punt B? Gaan we het op tijd halen?'


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten