Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

vrijdag 24 mei 2013

Wat de reclamefolders je niet laten zien

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


Gelukkig stonden we niet in een brandend riviertje.
We stonden in zee, ongeveer tien meter van het strand vandaan. Het was het soort zandstrand dat je in reclamefolders ziet – helder blauwe zee, blinkend wit wit zand en wuivende palmbomen en zo. Het enige verschil was dat dit zand niet helemaal wit was, want er lag her en der olie op, en dat de wuivende palmbomen in de fik stonden.
Dat zie je in reclamefolders niet vaak. Als je brandende palmbomen ziet denk je niet meteen: wauw, dáár wil ik heen. Terwijl het toch best een mooi gezicht is.
Van een veilige afstand.
Het witte strand stond trouwens óók in de fik. Vooral de stukjes die niet wit waren omdat er olie op lag. Maar ook sommige stukjes die wél wit waren: daar was kennelijk wat olie onder het zand gelopen, diep genoeg weggezakt om het niet te zien maar dicht genoeg aan de oppervlakte om in de fik te vliegen.
Mooi hoor. Van een veilige afstand. Maar ook een beetje raar.
Nog vreemder was het dat ook de zee in brand stond. Er dreven plassen olie op het water, en die fikten als een tierelier. Heel, heel raar: vuurtjes die dobberden op het water, die daalden en stegen met de golven, vlammen die werden weerspiegeld in het water eronder zodat het leek of ze twee kanten op brandden, wolken van gitzwarte rook en witte stoom die door elkaar heen kringelden terwijl de vuurtjes door een zacht briesje her en der heen geblazen werden...
Misschien was dat allemaal ook wel mooi, van een veilige afstand. Ik zou het niet weten. Want wij zaten niet op een veilige afstand dus we dachten niet aan mooi. We dachten alleen maar : help help, die brand komt onze kant op gedreven, oh nee, gelukkig, de wind blaast hem naar links, maar wat komt daar van rechts? Help help, nog een brand!
Enzovoort. Heel vermoeiend.
'Mama,' zei ik, 'had ik je al eens verteld dat jij de slimste mama van de hele wereld bent?'
'Nee,' zei mama, 'dat had je niet. Maar dat geeft niks, want ik wist het al.'
'Goed. Bedenk dan maar eens een slimme oplossing voor die massa vlammen daar, die hard op weg is naar hier.'
'Puh,' zei Michael, 'ik weet allang wat de oplossing is.'
'Oh ja?' vroeg mama geïnteresseerd.
'Tuurlijk. We blazen de boel gewoon op.'
'Michael,' zei ik streng, 'je kletst uit je nek. Er is hier niks om op te blazen. Alleen water en vuur.'
'Nou,' zei Kwetter, 'dan blaast wij toch gewoon de water en vuur op? Michael kletst geen onzin hoor, daar bent hij veel te slim voor. Net als mama, toch? Mama? Wij blaast toch gewoon de boel op? Jij is de Donderkat – er is geen probleem waar jij niet uit kunt boemen!'
'Lieve schatten,' zei mama, 'wat kennen jullie mij toch goed. Ja, ik ben heel slim en ik heb al drie of vier oplossingen bedacht. Geen probleem. Maar de oplossing die we als eerste gaan proberen is natuurlijk: opblazen.'


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten