Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

vrijdag 7 juni 2013

Zijn haren, zijn bloes en de brandende zee

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


Ik weet niet precies wat er in hem omging, natuurlijk. Hij vertelde het wel, waarschijnlijk, maar niemand van ons verstond het. We zagen heel goed dat hij kwaad was, en als zijn gezicht nog niet duidelijk genoeg was dan hoorden we het wel aan de toon waarop hij van alles riep, terwijl hij wees naar zijn haren, zijn bloes en de brandende zee.
Zijn stem klonk nog kwader, bijna hysterisch, terwijl hij wees op mama, papa, Michael (toen verstonden we even een woord: Maikool!), de kust van zijn land en de plek war de auto had gestaan. Daarna hield hij op met wijzen (maar niet met roepen) en hij begon met zijn vuisten te zwaaien.
'Tja,' zei papa.
'Tja,' zei mama.
'Ik begrijp het wel een beetje,' zei ik. 'Alles wat hij kende heeft hij achtergelaten, voor zover mama het niet al had opgeblazen, om ons te helpen. En wat doen wij? We steken zijn land in de fik, althans een gedeelte, en we brengen hem van het ene gevaar in het andere, en hij is de laatste die gered wordt.'
'Nou jaaa,' zei Michael. 'Wij hebben het land toch niet in de fik gestoken?”
'Nou,' zei ik, 'voor hem voelt dat misschien zo. Dat kan toch?'
'Nu moet jij bukken,' zei Kwetter tegen papa.
Papa had maandenlang met haar in het oerwoud van Boegoe-Boegoe gewoond – net als wij allemaal trouwens – en daar had hij geleerd om dit soort bevelen van Kwetter zonder nadenken op te volgen. Als zij 'Spring!' riep, dan kon je er donder op zeggen dat vlak onder jou een of andere slang of alligator klaar lag met zijn bek opengesperd. Dus papa bukte.
Precies op tijd. Jamal's vuist zoefde door de lucht, precies op de plek waar papa's hoofd daarnet nog was.
'Nou jaaa!' deed Michael weer. 'Papa was de enige die er niet bij was de hele tijd. Waarom wil hij papa dan slaan?'
'Ik denk dat hij geen vrouwen of kinderen wil slaan. Dat je dat niet hoort te doen, in Zuid-Mallotië. Dat soort regels, daar ben ik ls meisje natuurlijk helemaal vóór, maar het is vrij dom. Want de gevaarlijkste personen hier zijn Kwetter en mama.'
'En ik,' zei Michael. Daar moesten Kwetter en ik zo hard om lachen dat Kwetter bijna te laat was met haar bevel aan papa: 'Duikt naar rechts!'
Papa dook naar rechts. Jamal's vuist schampte de linkerkant van zijn hoofd.
'Au,' zei papa kalm. 'Die knaap weet van slaan, dat is een ding wat zeker is.' Hij zuchtte. Ik wilde dat we hem...'
'Stapje naar achter!' riep Kwetter.
Papa stapte naar achter. Zoef, deed Jamal's vuist vlak voor zijn neus langs.
'...alles konden uitleggen,' ging papa kalm verder. Hij zuchtte weer. 'Maar helaas. Ik zie hier nog maar één oplossing.' Hij ging met zijn hand naar zijn binnenzak. 'Ik doe het niet graag,' mompelde hij, 'maar ik geloof niet dat ik een andere keus heb.'


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten