Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

woensdag 10 juli 2013

Een aap in de golven

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


'Weet je het zeker?' vroeg mama.
'Ja,' zei ik, 'want...' Toen hield ik stil. Want wát, eigenlijk?
Je kunt het je als landrot niet voorstellen hoe het is om in een klein bootje op zee rond te dobberen. Wij landrotten staan altijd met onze benen op de grond. Of, als je in een auto zit of een trein, we rijden rond op wielen – maar als je dat doet, dan rijd je rond tussen andere dingen die op de grond staan. Bomen bijvoorbeeld.
Wij weten dus altijd of we in beweging zijn. Als we met twee voeten op de grond staan, bewegen we niet. Simpel. En als we met twee billen op een stoel zitten die op de grond staat, ook niet. Als we in een trein of een auto zitten, da kijken we naar buiten en we zien de bomen en de huizen langs ons raampje zoeven. Aha, denken we dan, zoevende bomen? Ik dacht het niet! Bomen zoeven niet! Nee hoor, ik zoef zelf, dat snap ik best.
Allee heel soms, als je in de trein zit op het station, en ze ziet een trein naast je héél langzaam in beweging komen, dan denk je wel eens: Wacht eens even, ben ik nu degene die rijdt, of is het die meneer die ik door het raampje van de andere trein zie?
Zo'n soort gevoel heb je op zee de hele tijd. Zelfs als je het zeil bol ziet staan, de wind om je oren hoort gieren en het water ziet opspatten rond de boeg. Als je dat allemaal ziet en hoort en voelt, dan denk je: oeh, wat ga ik hard!
Maar als je dan kijkt naar de horizon, die volkomen leeg is (en blijft) dan denk je: waarom zoeft er niks voorbij? Waarom verandert er niks? Help! We liggen stil, we kunnen nergens heen, we komen hier nooit meer weg!
Dan moet je weer even goed naar de zeilen kijken, en naar de golven waar je met veel geplons en gespatter doorheen ploegt, om weer te kunnen geloven dat je beweegt.
Maar stel je nou eens voor dat je in een zeilboot zit zonder zeil. Het is belachelijk, ik weet het, want een zeilboot zonder zeil daar heb je niks aan. Maar goed, een ongelukje kan de beste overkomen. Dus stel het je toch maar even voor.
Dan staat het zeil niet bol, dan giert de wind niet om je oren en dan spat het water niet op rond de boeg. Dan heb je alleen maar de horizon, de lege horizon waaraan helemaal niets verandert, laat staan dat er iets voorbij zoeft.
Als je in een trein zit, en je weet niet of jij nu degene bent die beweegt of dat het je buur-trein is, dan kun je je ogen dichtdoen en proberen te voelen of je beweegt. Daar heb je een evenwichts-orgaan voor, heeft mama mij ooit uitgelegd. Om heel eerlijk te zijn: ze legde me nog veel meer uit over hoe dat allemaal werkt, maar dat ben ik per ongeluk expres een beetje vergeten. Het zit ergens bij je oor, dat weet ik nog. Dus ergens in je hoofd kun je voelen of je nou beweegt of niet.
Dat is voor een aap heel handig om te weten, en mensen zijn gewoon apen, en daarom is dat bij ons zo gegroeid. Zegt mama. Papa wordt dan altijd een beetje verdrietig, want hij gelooft iets anders, maar dat doet er nu even niet toe. Want mama heeft gelijk.
Nou, ik kan je zeggen: een aap is niet geboren voor de golven. Daar raakt ons evenwichts-orgaan van in de war, van al dat geschommel. Voelen of je beweegt, terwijl je op zee ronddobbert? Vergeet het maar! Voor mensen is dat vol-ko-men onmogelijk.
En tóch had ik het idee dat we bewogen.


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten