Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

maandag 8 juli 2013

Zeilen is best ingewikkeld

BEGIN / VORIGE
/ VOLGENDE



'Waar we heen gaan? Hoe moet ik dat weten?' vroeg ik geprikkeld.
'Jij hebt het roer in handen, lieverd,' zei mama. 'Als jij het niet weet, wie dan wel?'
'Zal wij het zeil maar neerhalen?' vroeg Kwetter. 'Dan blijft wij stil liggen, en als wij geluk hebt, dan vindt Michael en papa ons vanzelf. Dat oude mannetje steekt gewoon zijn vinger in het water en dan proeft hij waar wij heen gegaan is, en dan vindt zij ons.'
'Briljant,' zei mama. 'Haal jij even het zeil neer, Kwetter? Ik weet niet zo goed hoe dat moet, namelijk.'
'Doet ik!' riep Kwetter vrolijk.
Mama zuchtte en schudde haar hoofd.
Kwetter knoopte op goed geluk een touw los. Dat maakte geen enkel verschil. Het zeil bleef hangen waar het hing, hoewel hangen niet het goede woord is want het zeil stond zo strak en zo bol als een ballon. We verloren geen centimeter snelheid.
'Ik denk dat mama dát bedoelde, toen ze zei: “ik weet niet hoe dat moet”' legde ik uit. 'Zeilen is best eén ingewikkeld iets, namelijk.'
'Nee hoor, dat bedoelde ik niet,' zei mama terwijl Kwetter opgewekt een tweede touw losknoopte. Het was een tamelijk ingewikkelde knoop, die bijna niet los ging. En daar was een goede reden voor, zo bleek, want toen Kwetter het uiteindelijk voor mekaar had, zat het zeil opeens nergens meer aan vast. Met grote kracht vloog het overboord.
Weg.
'Dát bedoelde ik,' zei mama. 'Nou ja, we gaan in ieder geval niet meer zo hard vooruit. Dat zal het voor papa makkelijker maken om ons te vinden. Hoewel het hem waarschijnlijk niet zal lukken hoor, want de oceaan is ontzettend groot en ons bootje is maar klein. Dus waarschijnlijk gaan we binnenkort allemaal dood van de honger en dorst.'
'Mama,' zei ik streng, 'stel je niet aan. 'Papa kan ons makkelijk vinden. Ten eerste heeft hij Jimmi bij zich, en dat is een soort zee-speurhond als ik het goed begrepen heb. Ten tweede: zelfs als het Jimmi niet lukt, hebben we nog wel een manier om papa te laten weten waar we zitten. We steken gewoon een paar bommen af. Daar komt hij op af als een eend op een lokfluitje.'
'Dat is een goed plan,' zei mama. 'Althans, het zou een goed plan zijn als de bommen niet bij papa aan boord lagen. Maar daar liggen ze wel. Dus we zullen moeten terugvallen op mijn plan: gewoon stil hier blijven liggen en wachten tot we doodgaan of door puur toeval gered worden.'
'Stil blijven liggen hoeft wij niet, hoor,' zei Kwetter vanaf de bodem van de boot. 'Ik hebt hier een paar peddels gevind. Nu kunt wij peddelen. Wij weet dan wel niet waarheen maar dat is weer een ander probleem. Stilliggen hoeft ik ieder geval niet.'
'En peddelen hoeft óók niet,' zei ik bleekjes. 'We bewegen vanzelf!'


BEGIN / VORIGE
/ VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten