Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

vrijdag 13 september 2013

IJzer en karton

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


'Welnee, schat,' zei mama. 'Doe niet zo mal. Alles is hier van ijzer, en ijzer kan niet branden. Ik moet toch echt eens beginnen met jouw wetenschappelijke opvoeding. Gaan we nu onmiddellijk doen. Verbranding is het proces dat plaats vindt als een stof reageert met zuurstof. Dat wil zeggen dat de moleculen...'
Kwetter viel haar in de rede: 'Mama, ik vindt moleculen prachtig mooi, maar wij hebt nu geen tijd voor moleculen. Moleculen kan wel drie uur duren, weet ik toevallig, en wij moet een boot opblazen en alles - drukke boel, drukke boel - en papa en Michael terugvinden. Wie weet in welke problemen die arme Michael verzeilt als ik niet bij hem bent om op hem te passen.'
'Tja,' zei mama, 'daar heb je gelijk in. En zijn vader is van hetzelfde laken een pak. De verbranding kan wachten.' Ze trok een doos uit de kast, kiepte de mjamburgers eruit en begon het karton in stukken te scheuren.
'Jullie ook, jongens! Aan het werk!'
Enthousiast begonnen we te scheuren. Dingen kapotmaken is altijd leuk.
'Gaat wij een boem maken van kartonnen dozen? Ik weette niet eens dat dat kunt!'
'Dat kan ook niet,' zei mama. 'Dat wil zeggen, het kan bijna niet. Ik kan dat wel, als ik een goed laboratorium bij de hand heb, maar verder zo ongeveer niemand. Dit karton hebben we nodig voor iets heel anders.'
'Wat dan?' vroeg ik terwijl ik naar mijn doos tuurde. De vonken uit de elektrieke kast werden minder en minder, het ruim werd donkerder en donkerder. Als ik het karton niet in mijn handen had gehad, had ik het nu al niet meer terug kunnen vinden.
Plotseling werd het licht weer sterker, en het veranderde van kleur. De blauwwitte vonken dansten nu in een flakkerende, rode gloed.
En het ruim begon naar rook te ruiken.
Naar brand.
'Eh, mama?' piepte ik. 'Weet je dat heel zeker, dat ijzer niet kan branden?'
'Heel zeker,' knikte mama tevreden. 'Daarom heb ik ook een stuk doos in de fik gestoken. Kunnen we tenminste zien waar we lopen. Vooruit!'
Kwetter en ik verzamelden al het karton dat we dragen konden en wankelden achter mama aan.
Karton brandt, in tegenstelling tot ijzer, tamelijk goed. Dat was jammer, want daardoor was het ook snel op. Al voordat we het magazijn uit waren moesten we een paar nieuwe dozen slopen.
Dit keer gingen we niet zo maar in het wilde weg staan scheuren; we hielden de stukken zo goed mogelijk heel en rolden ze op tot grote fakkels.
'Waarom hebt jij eigenlijk het ligt uitgedaan?' vroeg Kwetter.
'Het ging mij niet om het licht,' zei mama. 'Ik wilde gewoon de stroom uitschakelen, zodat niemand alarm kan slaan. Bovendien dacht ik: in het donker kunnen we lekker onopvallend rondsluipen.'
'Oh ja,' zei ik. Héél onopvallend. In het aardedonker, met een fakkel, zodat we héél zeker weten dat wij het enige, maar dan ook echt het enige zijn dat door iedereen gezien wordt. Heel sluw, mam!'
'Moeders maken ook wel eens fouten,' zei mama.
Die opmerking ging ik onthouden. Die ging ik heel goed onthouden.
'En nu op weg,' zei mama.




BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten