Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

maandag 22 april 2013

De regels van het volwassen leven

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


We hadden een mooie, zorgeloze rit door Zuid-Mallotië achter de rug. Het landschap werd op 't laatst lelijker en lelijker, en het begon steeds meer naar benzine te ruiken, maar het was mooi weer en we zoefden lekker over het asfalt.
We kletsten en lachten en zongen liedjes. Of eigenlijk zongen wij maar één liedje, namelijk 'We zijn er bijna, maar nog niet helemaal', en daarna zong Jamal in z'n eentje twintig liedjes in het Zuid-Mallotisch. Of misschien was het maar één liedje, dat twintig keren veranderde van melodie. In ieder geval zong hij behoorlijk lang achter elkaar door, maar hij had een mooie stem dus het was niet zo heel erg.
Toen hij klaar was, zei mama: 'Lieve schatten, ik heb eens zitten denken. En ik ben niet helemaal tevreden.'
'Waarom niet?' vroeg Michael nerveus. 'Hebben wij iets verkeerd gedaan?'
'Ach nee, lieverd, natuurlijk niet! Of liever gezegd: natuurlijk wel, maar dat geeft niks want jullie zijn nog kinderen. Kinderen hóren dingen verkeerd te doen, anders leren ze niks. En als ze echt héle stomme dingen doen, dat is dat nog altijd de schuld van de idioot die hen heeft op gevoed. In jullie geval is dat waarschijnlijk papa, want ik heb jullie wel mee opgevoed maar ik ben geen idioot.
Nee, waar ik ontevreden over ben, dat ben ik zelf. Ik bedoel: ik leef volgens bepaalde regels. Dat doen volwassenen. Lang niet alle grote mensen doen het, hoor, maar de meeste grote mensen zijn ook niet echt volwassen. Dat zijn gewoon heel grote dikke kinderen, die al heel lang achter elkaar stomme dingen doen en nog steeds niks hebben geleerd. Kinderlijke geesten in een grotemensenlijf, snap je?'
Wij knikten. Wij snapten het heel goed. Vooral dat verhaal dat het niks gaf als kinderen – wij dus – eens een keer iets doms deden, dat snapten we zó ontzettend goed dat we het nooit meer gingen vergeten. Zeker niet.
'Goed. Ik heb dus bepaalde regels bedacht, waar ik mij aan moet houden van mezelf. Dat is een kwestie van beschaving.'
Wij knikten weer. Wij kenden die regels wel. Eten met mes en vork. Altijd nette, schone kleren aan. Beleefd 'dank u wel' zeggen. Dat soort dingen.
'En één van die regels,' ging mama verder, 'is de volgende: ik mag nooit zomaar dingen opblazen.'
Wij keken elkaar aan. Deze regel kenden we nog niet. Hij was ons ook nooit opgevallen, want mama blies voortdurend van alles op.
'Ik mag alleen dingen opblazen, als de wereld daar een beetje beter van wordt. Of uit zelfverdediging. En nu zit ik te denken: ik heb wel flink aan zelfverdediging gedaan, de laatste tijd, maar de wereld is er niet echt beter op geworden, of wel?'
'Dat moet je niet zeggen, mam,' zei ik streng. 'Het ZMB bestaat niet meer, dankzij ons. En dat was een drugsbende. Dus.'
'Dat is lief van je, meiske, maar...' Ze zweeg eventjes. Daarna zei ze op zorgelijke toon: 'Zeg lieverds, zien jullie wat ik zie? Dat ding daar, dat ons bij Willems huis staat op te wachten... is dat een tank?'
'Ja,' riep Kwetter enthousiast, 'Dat is een tank! Wij gaat lekker zelfverdedigen! Joewieie! Boemmm!'


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten