Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

woensdag 17 april 2013

Waar het op uitdraait

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


'Ik hoor je wel grijnzen,' zei mama verwijtend. 'Dat wil ik niet hebben, jongeman. Mensen die hartstikke dood vallen, dat is nooit leuk, zelfs niet als het mensen zijn die jou dood willen schieten. Het kan wel een hele goeie oplossing zijn – dat wel natuurlijk. En ook een opluchting, dat geef ik toe. Maar je mag het niet leuk vinden. Dan is het einde zoek. Of liever gezegd: dan is het einde niet zoek, want ik weet al precies waar dat op uitdraait. Het draait er namelijk op uit dat je voor je lol mensen van bruggen af gaat duwen. En dat is verkeerd. Begrepen?'
'Ja mama,' zei Michael. Aan zijn stem te horen speet het hem ontzettend. Hoewel ik moet toegeven dat het effect een beetje verknald werd door de dikke vette knipoog die hij mij ondertussen gaf.
Wij draaiden ons om, zodat we konden zien hoe de Moeflon in het gat zou tuimelen, wat wij dan zogenaamd heel erg zouden vinden en helemaal niet eigen-schuld-dikke-bult.
'Misschien remt hij nog op tijd,' zei Michael. 'Laten we hopen...' Hij zei er niet bij of hij hoopte dat het de Moeflon wel zou lukken of juist niet.
Helaas. Wat het ook was, dat Michael hoopte: het kwam niet uit. De Moeflon remde niet op tijd en hij viel ook niet in het gat.
In plaats daarvan gaf hij extra gas, en hij schoot met een waanzinnige vaart op het gat af. Hij was ofwel een ongelooflijk goeie chauffeur, ofwel zijn auto zal vol verborgen slimmigheidjes en truukjes, want hij deed iets wat eigenlijk helemaal niet kon: vlak voordat hij bij de rand was, wipte de neus van zijn auto een klein beetje omhoog. Door zijn enorme snelheid werd de auto gelanceerd alsof hij over een schans reed, ook al was er geen schans, en hij vloog in een keurige boog door de lucht en landde aan de andere kant van het gat.
'Nou jaaa!' zei Michael verontwaardigd. 'Zoiets werkt alleen in films. Niet in het echt, dat kan helemaal niet, dit vind ik niet eerlijk hoor.'
'Wat is er?' vroeg mama.
'De Moeflon is niet te pletter gevallen,' vertelde ik.
'Jammer,' zei mama. 'Eh, ik bedoel: gelukkig maar.'
'En het wordt nog veel jammerder,' zei ik. 'Eh ik bedoel nog gelukkiger maar. Niet alleen is hij niet in het gat gevallen, hij is er zelfs overheen gesprongen met zijn wagen.'
'Ja, dat kan dus niet,' zei mama. 'Dat kan alleen in hele belachelijke stuntfilms. Die Moeflon speelt vals.'
'Hij speelt niet alleen vals, hij grijnst ook vals,' merkte ik op. Want de Moeflon reed nu naast ons, zo dichtbij dat ik zijn gezicht duidelijk kon zien, en de uitdrukking op dat smoel kon ik alleen maar omschrijven als een valse grijns.
'Zal ik dan toch maar een dynamietje op zijn auto gooien?' vroeg Michael.
'Zeker niet,' zei mama. 'Wij maken geen mensen dood, zelfs niet om ons eigen leven te redden. Want weet je waar dat op uitdraait?'
Wisten we niet.
En we kwamen er ook niet achter, want voordat mama het ons kon vertellen, gebeurde er iets volkomen onverwachts.


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten