Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

vrijdag 16 augustus 2013

Vissen zitten vol met vis

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


'Dan valt wij in de trein,' merkte Kwetter op.
'Prima,' zei ik.
'Die trein bengt ons naar de vleeshakker, denkt ik.'
'Is helemaal okee. Tot gehakt gemalen worden lijkt me helemaal niet leuk, hoor, maar het duurt tenminste lekker kort. In vergelijking met dit gehang.'
'Ik snap wat je bedoelt,' kreunde mama. 'ik verrek zelf ook van de pijn. Maar ik hoop...'
Op dat moment werd ons gesprek afgebroken.
Het was ook niet meer nodig, om te overleggen wat we gingen doen.
Want het werd al voor ons gedaan.
Het net begon te schudden. De kranen hesen het een paar meter omhoog, en lieten het daarna weer naar beneden vallen. Vier, vijf, zes keer achter elkaar.
De kleine visjes schoten los uit de mazen, de krabbetjes hun scharen braken af, de zeehond z'n bek schoot open en alle beesten vielen in de treinwagons.
Net als wij.
Zelfs Kwetter hield het niet vol.
Gelukkig kwamen we terecht op een stapel vissen, en niet op de resten van onze boot. Of op de ijzeren rand van de bak.
Waarmee ik niet wil zeggen dat het nou zo vreselijk prettig is om van drie meter hoogte op een stapel stervende vissen te vallen. Die vissen zijn niet van schuimrubber, namelijk. Schuimrubber zit vol met lucht, en daarom is het lekker zacht.
In vissen zit bijna helemaal geen lucht. In vissen zit vis. En vis is niet erg zacht. Wel zachter dan beton, maar als je er van drie meter hoogte op valt, doet dat nog behoorlijk pijn. Met blauwe plekken. En kneuzingen.
'Haaaa,' zuchtte mama voldaan. 'Blauwe plekken en kneuzingen. Héérlijk. Zóveel prettiger dan bloederige handen en zout water.'
'Inderdaad,' zei ik. 'Zie je nou wel, dat loslaten een goed idee was?'
'Ik weet dat nog niet,' weifelde Kwetter. 'Nu ligt wij in de trein. En die trein bevalt mij niet.'
'Nou en,' zei ik. 'Is er ook maar één reden waarom wij niet onmiddellijk uit deze trein zouden springen?'
Precies op dat moment klapten met een venijnig 'Kleng! Klang!' twee metalen deksels dicht, die samen onze treinwagon afsloten.
'Oh,' zei ik.


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten