Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

maandag 24 februari 2014

Een BOF-praatje

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


Mijn ouders keken Gaby aan met een mengeling van vertedering en spot.
'Lieve kind,' zei papa, 'je begrijpt geloof ik nog niet hoe ongelooflijk briljant meneer Clusjes is. Het is onmogelijk te voorspellen wat hij zal verzinnen. Wij kunnen daar niet eens naar ráden.'
'Kweenie hoor,' zei Gaby, 'maar alle voorbeelden van hoe slim meneer Clusjes is gaan erover dat hij een computer heeft gemaakt van iets wat helemaal niet leek op een computer. Dus die auto-ongelukken zal hij ook wel oplossen door van auto's computers te maken.'
'Ach schatje toch,' glimlachte mama 'jij doet alsof het allemaal maar heel simpel is. Maar ik kan je verzekeren...'
'Ik doe helemaal niet alsof het simpel is!' riep Gaby geprikkeld. 'Ik snap heus wel dat het heel moeilijk is om computers te maken, vooral om computers te maken van dingen die helemaal niet op computers lijken. En ik vind het heel knap dat meneer Clusjes dat allemaal in zijn eentje heeft uitgevonden. Maar...'
Ik proestte van het lachen. Zo zie je maar weer, dacht ik. Meisjes snappen echt helemaal niks van computers. Meneer Clusjes doet dat natuurlijk niet allemaal in zijn eentje. Zelfs hij kan dat niet. Het knappe is niet het maken van die computers - hoewel dat heel knap is. Het knappe is dat hij de beste uitvinders weet te vinden, ze inhuurt voor zijn bedrijf en ze dan zo ver weet te krijgen dat zij zijn briljante plannen uitvoeren. Of nee: het knappe is natuurlijk dat hij al die briljante plannen verzint. En dat doet hij. Dus... ja...
'Wat ik de hele tijd al wil weten,' begon papa. 'Waar belde meneer Clusjes jou eigenlijk voor? Wil hij je vragen voor zijn bedrijf? Je bent ten slotte een hele goede wetenschapper, dus misschien kan hij je wel gebruiken om die auto-ongelukken de wereld uit te helpen. Stel je toch eens voor! Dat jij zou mogen werken voor meneer Clusjes! Zou dat niet fantastisch zijn?'
'Het is nog veel mooier,' glunderde mama.
Papa keek haar vol verwachting aan. Hoe kon het nou nóg mooier?
'Ik mag... een BOF-praatje houden!' straalde mama.
Papa pakte ontroerd haar handen vast en stamelde 'Dat... dat is geweldig, lieve schat.'
Hmmm. Nu zat ik in de problemen.
Want ik wist dus niet wat een BOF-praatje was. Aan mijn ouders te zien moest het iets heel fijns wezen, maar ik had geen idee waar ze zo opgewonden over deden. En ik wilde dat heel graag weten.
Maar ik kon er niet naar vragen. Want ik weet dus ongeveer alles van computers en zo. Niet precies hoe ze werken, maar wel waar ze allemaal in zitten, en wie meneer Clusjes is, en welke spelletjes er op dit moment in de mode zijn. De basis-dingen, zeg maar.
Het probleem met vragen stellen is, dat iedereen je kan horen. En als mensen horen dat jij een vraag stelt, dan weten ze meteen dat jij het antwoord nog niet weet – anders hoefde je de vraag niet te stellen. Dus als ik nou zou vragen: wat is een BOF-praatje – dan wisten Gaby en Kwetter meteen dat ik niet alles van computers weet. Dus... ja...
Gelukkig is Kwetter altijd vreselijk nieuwsgierig, dus zij vroeg meteen: 'Wat bent een BOF-praatje precies?'
Ik maakte een tsk-geluidje en draaide een beetje met mijn ogen, om aan te geven hoe dom ik het wel niet vond, als iemand niet wist wat een BOF-praatje was. Daarna wachtte ik in spanning wat mama zou gaan zeggen.


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten