Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

zondag 21 oktober 2012

Geweldig spul, dat dynamiet!

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


'Nou,' zei Michael, 'ik hoop dat-ie dat ding vasthoudt tot het goed en wel is ontploft. anders gooit-ie het naar ons, en dan ontploffen wij.'
'Waarom zou hij dynamiet naar ons gooien?' vroeg ik.
'Wat denk je, suffe duts? Het is dynamiet, ja? Dat spul is bedoeld om naar mensen hun hoofd te smijten.'
'Nououou,' zei mama, 'dat is niet helemaal waar. Het is bedoeld om rotsblokken op te blazen, bijvoorbeeld om een goudmijn aan te leggen. Of een tunnel. Daarvoor is het ooit bedacht, door meneer Nobel.'
'Oh,' lachte Michael, 'een tunnel graven! Is dát wat die mannen aan het doen zijn, hier midden op zee? Ik vroeg het me al af. Luister nou eens. Dynamiet is dan misschien bedoeld voor tunnels, het wordt toch echt meestal gebruikt om naar mensen hun kop te gooien. Deze meneren gaan er echt geen tunnel mee graven. En ik neem aan dat ze er ook geen visjes mee gaan vangen. Dus het is duidelijke dat ze hem naar onze...'
Op dat moment was de lont min of meer opgebrand. De mannen in het bootje waren net op tijd genoeg van hun verbazing bekomen. De twee zonder dynamiet stootten de dynamiet-man aan. Die gooide de staaf met een luide kreet overboord, en een halve seconde later - BOEM - spoot er een vreselijke fontein water de lucht in. Het kleine scheepje wiebelde vervaarlijk, maar het bleef keurig drijven. Wel werden de mannen kletsnat, want water dat je de lucht in ontploft komt natuurlijk ook weer een keer naar beneden.
Met oren die nog tuitten van de klap zagen we hoe de mannen hun schouders ophaalden, twee bakjes tevoorschijn haalden en het water uit hun bootje begonnen te scheppen. De derde man pakte zijn schepnetje en tuurde naar de zee.
Daar dreven, zagen we nu, een stuk of twintig vissen. Grote, kleine, sommige glimmend als zilver, andere prachtig bont gekleurd. Ze waren gedood door de klap, of misschien waren ze alleen maar bewusteloos. In ieder geval werden ze door de man met het schepnetje kalmpjes aan boord gehaald.
'Huh,' deed Michael.
'Jazeker,' zei mama. 'Je kunt er tunnels mee graven. Je kunt er zelfs visjes mee vangen. Is het geen geweldig spul, dat dynamiet? Ik ben er dol op!'
Papa, Michael en ik keken elkaar aan. Dat mama dol was op ontploffingen, dat wisten we. Zelf waren we er ook niet vies van, vooral Michael niet, maar dit ging te ver. Het was zo duidelijk als wat: dit waren de mannen die de Tsaar Peter aan het wankelen hadden gebracht. Bovendien waren dit de mannen die de gaten in het koraal hadden gemaakt. Ik dacht weer aan het spookachtig witte rif, aan alle kanten kapot en gebroken, en aan de duizenden schittervissen die daar hadden moeten zwemmen. En die er niet zwommen.
Nee, dynamiet is best handig spul, onmisbaar bij het beroven van banken en het opblazen van gebouwen, maar je kunt er ook minder mooie dingen mee doen.
Papa dacht er blijkbaar net zo over als ik, want hij zei: 'Pak de jetski's, jongens. We gaan eens even met deze heren praten.'
Aan zijn strenge gezicht te zien, bedoelde hij het soort gesprek dat heel makkelijk kan eindigen met een opgeblazen bootje.


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten