Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

woensdag 24 oktober 2012

Het wereldwijde gespreksonderwerp

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


We scheurden naar de kano toe. Michael zat bij papa achterop, Kwetter en ik bij mama. Uit sjaggerijn ging papa een stuk harder dan nodig was, tot grote vreugde van Michael.
'En waar,' riep hij op hoge toon tegen de vissers, 'denken wij dat we mee bezig zijn?'
De vissers mompelden zachtjes tegen elkaar.
'Beseffen jullie dan niet wat je doet?' vroeg papa boos. 'Weten jullie niet wat je kapot maakt?'
De vissers haalden hun schouders op.
'Zeg kunnen jullie niet fatsoenlijk antwoord geven?'
Op dit moment kwamen wij naast papa's Jet Ski dobberen en mama zei: 'Als je wilt dat ze fatsoenlijk antwoord geven, moet je ook fatsoenlijk vragen, schat.' Ze wendde zich tot de vissers en zei: 'Goedemiddag, heren! Onze excuses voor het storen tijdens uw ongetwijfeld drukke werkzaamheden, maar mogen wij misschien iets aan u vragen?'
De mannen zeiden niets.
'Ach wat dom,' zei mama hartelijk, 'nu vergeet ik mij voor te stellen! Mijn fout, helemaal mijn fout. Josephine Laarmans, met pee haa, en een ee op het eind. Hoe maakt u het?'
De mannen glimlachten beleefd en maakten een kleine buiging.
'Dus... mogen wij u iets vragen?'
De mannen zeiden niets.
'U bent natuurlijk heel druk met uw werk, dat snap ik wel...'
De mannen zwegen.
'Wat een lekker weer, he?'
Geen reactie.
'Nou jaaa, zeg!' Mama keek ons aan met hoog opgetrokken wenkbrauwen. 'Ze zeggen helemaal niks! Zelfs niet over het weer! Terwijl het weer toch zo'n beetje het beleefdste gespreksonderwerp ter wereld is. Altijd en overal kun je over het weer praten, van de armste hut tot het duurste paleis: de zon schijnt op iedereen en als gespreksonderwerp is dat voor niemand kwetsend. Dat geldt over de hele wereld: als je een beleefd gesprekje wilt hebben, dan begin je met het weer.'
'Oh ja?' zei ik. 'Geldt dat over de hele wereld?'
'Jazeker,' zei mama.
'Dat je over het weer moet praten in het Nederlands, geldt dat over de hele wereld?'
'Oh! Eh, haha,' zei mama. 'Wat dom van mij.' Tegen de vissers zei ze: 'Lekker weertje, he?' maar dan in het Engels. En daarna in het Duits. En in het Frans en het Spaans.
Dat verstonden de vissers allemaal niet.
Gelukkig kent mama nog achtentwintig andere talen. Of nou ja, 'kennen', dat is misschien een beetje een groot woord. Ze kent al die talen een beetje. Een heel klein beetje. Een enkel zinnetje, om precies te zijn. Het zinnetje gaat zo: 'Het spijt mij, ik versta uw taal niet, is er hier iemand die Engels spreekt?' of liever gezegd, zo gaat het zinnetje niet, want dit is een Nederlands zinnetje en in het Nederlands is het niet waar. Maar in de achtentwintig talen, in het Russisch en het Arabisch en het Pidgin en het Boegoenees en het Zuid-Mallotisch enzovoort, is het een heel handig zinnetje.
In tweeëntwintig talen zei mama haar zinnetje en tweeëntwintig keer haalden de mannen hun schouders op. Maar bij keer nummer drieëntwintig keken ze elkaar aan, begonnen enthousiast te knikken en wezen naar het palmenstrand.


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten