Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

vrijdag 26 oktober 2012

Slecht geprogrammeerde robots

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


'Wat vind jij, schat?' vroeg mama. 'Zullen we maar eens aan land gaan?'
'Zeker niet,' zei papa. 'Veel te gevaarlijk.'
Mama knikte.
Michael en ik keken elkaar aan. Gingen wij hiermee akkoord? Dacht het niet, he?
'Mahaaaam,' vroeg ik, 'Mogen wij zeuren?'
'Natuurlijk lieverds,' glimlachte mama. 'Daar zijn jullie kinderen voor. Kinderen die niet zeuren zijn geen echte kinderen; dat zijn slecht geprogrammeerde robots. Er zijn natuurlijk momenten dat het eventjes niet uitkomt als jullie zeuren, en dan moeten jullie gewoon je lieve smoeltjes dichthouden, maar dit is niet zo'n moment. Want we gaan rustig terug naar de Tsaar Peter om weer lekker veilig en saai onder water te gaan varen. Toch, schat?”
'Nou en of,' mompelde papa. Zijn stem klonk gelaten, verslagen, alsof hij er zelf al niet meer in geloofde.
En terecht.
Want mama zei: 'Nou, je hoort het, we hebben niks bijzonders op het programma staan. Tijd genoeg voor een lekker potje zeuren. Geniet van je kindertijd, lieverds! Zet hem op!'
En daar gingen we. Zeuren. En wij zijn goed, hoor.
Niet alle kinderen kunnen zeuren. Ik bedoel: ieder kind is wel geboren met het vermogen om te zeuren, maar dat vermogen moet getraind worden. Anders blijft het goedbedoeld geklungel.
Gelukkig hebben wij papa.
Papa is ideaal als je wilt leren zeuren. Heel anders dan mama. Van mama krijg je nooit je zin, namelijk. Wat je ook zegt, en wat je ook doet: van haar win je het nooit. Dus bij haar zeuren, dat heeft helemaal geen zin. We proberen het wel eens, maar we geloven zelf niet eens dat het zal lukken. En als je er niet in gelooft, dan wordt het niks. Zeuren moet je vol overtuiging doen, anders lachen je ouders je gewoon uit.
En dat is dan ook precies wat mama doet.
Heel akelig.
Nee, dan papa! Bij papa lukt het altijd. Het kan tien minuten duren, of een half uur, of drie uur, maar uiteindelijk breekt hij.
Kijk, dat houdt de moed erin.
Het leuke is dat papa een beetje jaloers is op mama. Omdat we bij haar zelden zeuren, en van haar nooit winnen. Dat wil papa ook wel. Dus hij probeert altijd zijn poot stijf te houden. Op allerlei verschillende manieren. Soms wordt hij boos. Soms lacht hij ons uit. Soms legt hij uit waarom het niet kan. Soms zegt hij helemaal niks.
Dat is allemaal reuze fijn voor ons, want zo worden we tenminste degelijk getraind. Dankzij papa zijn we regelrecht zeur-kampioenen. Grootmeesters. Toen we nog op school zaten, keek iedereen naar ons als er gezeurd moest worden bij de juf. Als we bij vriendjes gingen spelen, en er mocht iets niet van hun ouders, dan fluisterden die vriendjes: 'Kun jij niet even...?'
Zeuren bij je eigen ouders is natuurlijk veel makkelijker dan bij je juf, of bij andere grote mensen. Die denken al snel: bah, wat een slecht opgevoed en vervelend zeurkind, zeg.
Zie dan je zin nog maar eens te krijgen.
Maar, zoals gezegd: wij behoren tot de absolute wereldtop en voor ons is zoiets geen probleem.
En vandaag ging het wel heel gemakkelijk.
We waren nauwelijks begonnen, of papa zei al: 'Okee, jullie je zin. We gaan aan land.'


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten