Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

vrijdag 25 januari 2013

De slechteriken zijn het probleem

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


'Ja natuurlijk,' zei mama. 'Het Zuid-Mallotische Bevrijdingsleger wil Zuid-Mallotië bevrijden, nietwaar? Dat weet iedereen. Ikzelf ben geloof ik even vergeten van wie of wat u Zuid-Mallotië ook weer wilt bevrijden...?'
De vijf mannen keken elkaar aan. Ze leken mama's vraag heel ingewikkeld te vinden. De dikke man beet even op zijn onderlip en zei aarzelend: 'Nou, gewoon... van alle slechteriken. De slechteriken die ons volk onderdrukken, zodat we niet in vrijheid kunnen leven, begrijpt u wel?'
De vier anderen knikten enthousiast. Jaja, de slechteriken! Die waren het probleem, die moesten keihard worden aangepakt.
'Bedoelt u mensen zoals meneer Cockel? Die uw land vervuilt zodat het volk geen eten heeft?' hielp mama.
'Eh... jjjjjja?' zei de dikke man ongemakkelijk. Zijn vier kameraden knikten aarzelend
'Aan de politie heeft u ook nogal een hekel, geloof ik,' merkte papa op. 'Want daar schiet u op.'
Ja, nou en of! De vijf mannen riepen om het hardst door elkaar heen dat de politie niet deugde, die onderdrukte het volk verschrikkelijk, de politie deed alles wat de slechteriken wilde, de politie en de slechteriken waren de allerbeste maatjes, de politie was het probleem, de politie moest keihard worden aangepakt.
'En nu wilt u ongetwijfeld aan mij vragen of ik u kan helpen het een en ander op te blazen.'
Het ZMB knikte als één man van ja.
'Wat is dat toch in dit land?' foeterde mama. 'Iedereen wil dat ik dingen voor hem opblaas! Eerst Willem, en nou jullie weer.'
'Dat ligt niet aan het land, schat. Dat ligt aan ons. Als je eenmaal bekend staat als terrorist, wil de hele wereld iets van je. Sommigen willen je doodschieten, anderen willen dat je iets voor ze opblaast. Hoort bij het vak, vrees ik.'
'Pfff,' zuchtte mama. 'Soms krijg ik er bijna spijt van dat ik terrorist geworden ben, weet je dat?'
'Jij moet niet spijt hebben, mama,' zei Kwetter troostend en ze aaide over mama's been. 'Jij maakt de mooiste boemen van de hele wereld. Ik regelt alles wel met deze meneren.' Ze wendde zich tot het ZMB. 'Luistert eens, meneren, jullie moet niet aan mama's bolletje zeuren hoor!'
'Wij zeuren niet!' protesteerde de dikke. 'Dat kun je geen zeuren noemen, wat wij deden.'
'Inderdaad,' zeiden Michael en ik. 'Op zeur-gebied stelde dat helemaal niks voor. Zeuren gaat zo van: Aaaaah, mahaaam, wil je please please please iets voor ons opblazen? Een heel klein dingetje maar. Dan ruimen wij een maand lang elke dag onze kamer op. Eerlijk beloofd. Aaaah, alsjeblieieieft, wij willen het zo graag want jij kan dat zo goed...'
'Nou vooruit dan maar,' zei de dikke meneer. 'Zeg maar wat ik moet... eh... wacht eens...'
'We hadden het niet tegen u,' zei Michael.
'Dit was maar een voorbeeld,' legde ik uit. 'U heeft zeker geen kinderen?'
'Ik beschouw alle Zuid-Mallotiërs als mijn kinderen,' zei de dikke man plechtig. 'Daarom wil ik ze ook bevrijden. Dus. Laten we het daar eens over hebben, mevrouw de Donderkat. Wanneer kunt u het politiebureau voor ons van de kaart vegen?'


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten