Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

woensdag 9 januari 2013

De nieuwe Rembrandt

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


We keken uit het raam.
Onder ons zagen we de straat. Die stond helemaal vol met politiemensen en bewakers. Er waren loeiende sirenes, dranghekken, luidsprekers en heel veel pistolen.
'Mooi,' zei mama, 'ze staan lekker dicht bij elkaar.' Ze pakte haar potje met slaap-spul en zei: 'Doen jullie even het raam open? Ik denk dat ik nog nét genoeg heb om die meute daar beneden in slaap te krijgen.'
'Dit raam kan niet open,' zag ik.
'Moet jij eens opletten,' zei mama. 'Ik krijg dit raam zó ontzettend open, dat het nooit meer dicht kan. Wedden?'
We maakten ons uit de voeten, want het was wel duidelijk wat ze van plan was. Nadat we de hoek om waren gerend, lieten we ons op de grond vallen. Handen over de oren, mond open en maar wachten op de klap.
Die niet kwam.
Wat er kwam was een heel beleefd, klein plofje.
Mama kwam de hoek om, om te kijken waar we gebleven waren. 'Wat doen jullie daar op de grond?' vroeg ze verwonderd.
Wij deden onze monden dicht.
'We dachten dat je een enorme knal ging maken,' legde papa uit.
'Dat zou niet erg artistiek zijn geweest, of wel?' vroeg mama met een glimlach. 'Dingen opblazen is niet alleen een leuke hobby, als je er goed over nadenkt is het zelfs een soort Kunst. En ik durf wel te zeggen dat ik van die kunstvorm de Rembrandt ben. Én de Van Gogh én de Picasso, allemaal tegelijk. Kom eens kijken?'
We kwamen kijken.
In het raam zat een klein gat, waar het potje met slaapspul precies doorheen paste.
Na een gepast applaus zei papa: 'Hoe heb je dat voor elkaar gekregen? Alleen maar een gat, en verder niet het kleinste barstje! Je bent niet alleen de Rembrandt, je bent ook de Mozart en de Shakespeare en noem ze allemaal maar op.'
'Klopt,' zei mama, en ze gooide het potje met slaapspul door het gat.
Daarna namen we de lift naar de begane grond.
'Moeten we niet naar de kelder?' vroeg ik. 'Daar staat de auto van de Moeflon, en daar zit jouw koffer met bommen nog achterin.'
'Meidje, meidje,' zei mama, 'wat ben je toch een slimmerik. Wist je ik die koffer al helemaal vergeten was?' Ik moet er wel bij zeggen dat dat komt doordat het maar eenvoudige huis-, tuin- en keukenbommetjes zijn hoor, die erin zitten. Vergeleken met wat ik hier in mijn handen heb zijn dat niet meer dan een paar onnozele vuurpijltjes. Maar wie het kleine niet eert is het grote niet weerd, en bovendien is het niet netjes om spullen te laten slingeren. Op naar de kelder, dus!'
'Hoho,' zei Michael, 'en als er in de kelder nou eens politie staat? Wat dan? We kunnen ze niet in slaap maken, want we kunnen er niet bij. Misschien beginnen ze wel te schieten, zodra de liftdeuren opengaan.'
'Ook al weer zo slim!' riep mama enthousiast. 'Wat heb ik toch een verrukkelijke kinderen. Schietende politiemensen – je moet er maar opkomen!'
Puh. Michael denkt altijd aan schieten, daar is verder weinig slims aan.
'Goed. Niet naar de kelder dus,' zei papa. 'Eh... iemand een idee waarheen dan wel?'


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten