Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

woensdag 11 april 2012

Gaby maakt een opmerking

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE



'Ik weet niet hoe jij erover denkt,' zei Gaby, 'maar volgens mij is het tijd om ervandoor te gaan.'
'Zonder Kwetter?' antwoordde ik. 'Dat zou niet erg netjes zijn. Trouwens, we zijn omsingeld.'
'Omsingeld? Nou en? Wou jij te voet gaan of zo? We we zwieren gewoon over hun hoofden heen naar de vrijheid. Makkelijk zat.'
'Precies,' zei ik. 'Over hun hoofden heen, makkelijk zat, kortom: we zitten hier prima en we hebben geen haast. We moeten in ieder geval wachten tot we weten waar Kwetter is. Of ze gered moet worden of zo.'
Mijn zusje keek me aan met een heel bijzondere grijns. Een beetje tussen verbazing en opluchting in: het gezicht dat ze trekt als er een nieuw idee in haar hersens is opgekomen. Dat gezicht krijg je dus maar zelden te zien.
Ze ging een opmerking maken, dat was duidelijk.
'Nee,' zei ik.
'Oeoeoeh!' deed zij.
'Nee,' herhaalde ik.
Oeoeoeh,' herhaalde zij. 'Weet je wat ik denk?'
'Ja,' zei ik. 'Ik weet precies wat je denkt. En het klopt niet.'
'Jawel, jawel!' zong zij. 'Michael is op Kwetter!'
'Ben ik niet!'
'Ben je wel!'
'Nietes!'
'Waarom ben je dan zo bezorgd? Bang dat je schatje iets overkomt?'
'Ze is mijn schatje niet. Maar denk je eens in dat we bij mama terugkomen. Zonder alligator-ei. En zonder Kwetter. Wat zou mama zeggen als ze hoorde dat wij Kwetter midden tussen de houthakkers hadden achtergelaten?'
De grijns verdween van Gaby's gezicht.
'Zullen we maar even blijven zitten dan?' vroeg ze met een klein stemmetje. 'We kunnen die arme Kwetter niet zomaar aan haar lot overlaten.'
We bleven zitten. Diep onder ons stonden de houthakkers met hun vuisten te zwaaien in machteloze woede. Sommigen probeerden omhoog te klimmen, maar dat bleek geen eenvoudige opgave voor iemand met een kettingzaag in zijn handen. En mensen die een arm of been missen, zijn ook lelijk in het nadeel. Na een beetje smiespelen en overleggen werd er een redelijk intacte houthakker gevonden, die zijn zaag aan een kameraad gaf en zelf de boom in klom. Die zou ons wel eens even komen halen.
Enthousiast begon hij aan de klim, maar toen hij eenmaal op de onderste tak zat besefte hij opeens dat hij het zonder zaag tegen ons moest opnemen. En hij wist niet met hoeveel we waren; het was veel te donker om iets te kunnen zien.
Na een hele dag te zijn gebeten door een de reusachtige alligators waren de houthakkers een beetje zenuwachtig geworden. Ze voelden zich niet zo op hun gemak en het ongerepte Boegoe-Boegoe. Ik voelde me hier óók niet op m'n gemak, dat is waar, maar ik woonde hier al maanden, dus ik was eraan gewend.
De houthakkers niet. Die waren, zoals gezegd, een beetje zenuwachtig. Dus er klonk paniek door in de stem van de man, toen hij riep: 'Mijn zaag! Ik moet mijn zaag hebben! Het is hier gevaarlijk!'
'Komt-ie!' riep een van de maniakken, en hij gooide een kettingzaag omhoog, 'Vangen!'
En zonder erbij na te denken deed de houthakker wat hem gezegd werd. Hij ving de zaag.
In stilte nam ik mij voor om nooit, nooit, nooit zonder nadenken te doen wat mij gezegd werd. Daar komt altijd ellende van, dat zag je nu maar weer.
Want de zaag stond nog aan.

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten