Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

vrijdag 13 april 2012

Het regent ongedierte

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


Een kettingzaag stopt, als het goed is, vanzelf met zagen als je hem loslaat. Voor de veiligheid. Veiligheid is belangrijk bij zulke gevaarlijke machines.
Maar dit was de zaag van een maniak, en maniakken geven niet om veiligheid. Integendeel, maniakken zijn dol op gevaar. Dus deze gek had net zolang aan zijn kettingzaag zitten prutsen tot hij aan bleef staan, als je hem losliet.
Dat was voor de man in de boom, die de zaag probeerde te vangen, heel vervelend. Want hij pakte hem bij de verkeerde kant vast.
'Whaaaahaaargh!' zei de man.
'Sorry,' zei de maniak, 'maar het is ook een beetje je eigen schuld, hoor. Je bent toch een houthakker? Dan weet je toch wel wat de goede kant van een zaag is?'
'Hoeoeoew-aaauw!' antwoordde de man. En 'Mwaaaahaaiiii,' voegde hij eraan toe.
'Nou nou,' zei de maniak. 'Al die drukte om een paar vingers.'
'Dit is niet “een paar vingers”, ' zei een van zijn collega's, die met een zaklamp op de grond scheen. 'Een paar is twee. Ik tel er hier al gauw een stuk of zeven.'
'Hiiiyawoeoeoew!' merkte de man in de boom op.
'Kom maar weer naar beneden, Sjon,' riep de maniak. 'Hier schieten we niet veel mee op.'
Dat zag Sjon ook wel in, en hij ging naar beneden. Of misschien viel hij om een andere reden uit de boom. In ieder geval: hij kwam op de grond terecht en een paar kameraden hielp hem overeind om hem naar het kamp terug te brengen.
De overige houthakkers gingen weer met elkaar staan smiespelen. We konden niet verstaan wat ze zeiden, maar dat hoefde ook niet.
Dat werd snel genoeg duidelijk.
Kennelijk begonnen de houthakkers langzaamaan een beetje wakker te worden, want nu pas dachten ze aan de geweren die ze bij zich hadden.
Een groepje mannen liep naar de containers. Ze kwamen terug met hun handen vol geweren. Alle houthakkers die een wapen vast konden houden kregen er een in hun handen geduwd.
Eén van de maniakken hiep heel haastig: 'Als-jullie-er- nou-niet-uit-komen-dan gaan-we-schieten-okee-dan-moeten-jullie- het-zelf-maar-weten!'
En rrrrrrangg, daar gingen ze. Onder oorverdovend geknal schoten ze een enorme hoeveelheid kogels de boom in.
De bomen in Boegoe-Boegoe zijn groot, veel groter dan de bomen bij ons. De takken van die bomen zijn dik. Heel dik. Op de onderste takken kunnen makkelijk twee kinderen naaste elkaar zitten, op hun gemakje met hun rug tegen de stam, zonder dat je hen van beneden af kan zien.
Daar zaten we dus, Gaby en ik. Overal om ons heen vlogen de kogels. Maar wij zaten veilig, want de tak zat tussen ons en de geweren in.
Al snel begon het beesten te regenen. Als eerste was een een grote sissipi-slang, die mij had willen bijten. Net voordat-ie toe kon happen kreeg hij een kogel in zijn kop. Hij was al dood voordat hij de grond raakte. Her en der stortten reuzenspinnen en boom-schorpioenen langs ons heen naar
beneden.
'Dit ruimt lekker op,' zei Gaby.
'Wat zei je?' riep ik, want ze was bijna niet te horen boven het geknal en geratel uit.
'Op,' gilde Gaby. 'Dat het opruimt!'
'WAT?'
'O-HOP! RUIMT OP, ZEI IK!'
'Je hoeft niet zo te schreeuwen,' zei ik. 'Ik ben niet doof.'
Opeens konden we elkaar weer moeiteloos verstaan.
De geweren zwegen.
Er viel een onheilspellende stilte.


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten