Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

zondag 15 april 2012

Sukkels!

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


'Kijk eens even naar beneden?' fluisterde Gaby.
'Ik kijk wel mooi uit. Misschien staan ze daar beneden wel te wachten tot één van ons zijn hoofd over de rand steekt.'
'Oh ja. Wat nu?'
'Nu wachten we.'
'Waarop?'
Ik haalde mijn schouders op. 'Weet ik het. Gewoon, wachten tot er iets gebeurt.'
Dat moment kwam snel genoeg. We hoorden het gejank van een kettingzaag, en nog een kettingzaag, en de tak waarop wij zaten begon – bijna onmerkbaar – te trillen.
'Ze gaan ons omzagen,' concludeerde mijn zusje.
'Dan kunnen we beter een andere boom zoeken,' zei ik.
We zochten allebei een stevige liaan uit. 'En als ze nou klaar staan om op ons te schieten?' vroeg Gaby.
'Dan weet ik wel wat wij gaan doen,' antwoordde ik. 'Dan gaan we namelijk heel erg hard hopen dat ze missen. Klaar? Een... twee...'
Bij 'drie' zwierden we precies tegelijk naar de volgende boom. Er werd wel een paar keer geschoten, maar dat was niet langer het takke-takke-tak van een mitrailleur. Dat was een droog 'pang pang'.
'Een snaiper!' legde ik uit aan mijn zusje. Die weet dat soort dingen niet, namelijk.
'Wat is een snaiper?'
'Dat is een scherpschutters-geweer,' zei ik.
'Nou, zo scherp schiet-ie anders niet,' schamperde Gaby. 'Het is allemaal mis.'
'Ik ga daar niet over klagen,' zei ik.
We waren intussen aangeland in de volgende boom. Geen seconde te vroeg, want onze oude boom stortte krakend achter ons op de grond.
'Haha,' lachte Gaby.
'Sukkels,' grinnikte ik.
Toen begonnen de houthakkers aan boom nummer twee.
Die ging ook tegen de vlakte, en ik grinnikte weer: 'Sukkels,' terwijl de houthakkers het bladerdek van de gevallen nummer twee doorzochten. Naar ons. Tevergeefs. Want wij zaten niet in boom nummer twee. Hadden we nooit ingezeten.
Boom nummer twee stond naast die van ons. De buurboom, zou je kunnen zeggen.
Na een tijdje kregen de houthakkers door dat ze het verkeerde bladerdek doorzochten en ze stortten zich op boom nummer drie. Waar wij óók niet inzaten.
Sukkels.
In boom vier zaten we ook niet, en in boom vijf, zes en zeven ook niet.
Sukkels!
In boom acht zaten we wel.
'Hehe,' zei ik tegen Gaby, 'ze hebben het door.'
'Ja,' zei Gaby. 'Tijd om een liaantje te nemen naar een andere boom.
'Inderdaad,' want de kettingzagen beten zich al brullend een weg door de stam.
We zochten een andere boom uit.
Drie seconden later keken we elkaar aan. Bleek van schrik en ontzetting.
Want er was geen andere boom. Tenminste, niet dicht in de buurt. Alle bomen op zwier-afstand waren omgezaagd.
Dat hadden de houthakkers precies zo uitgerekend.
We konden niet meer ontsnappen.
'Sukkels,' gromde ik. Maar dit keer doelde ik niet op de houthakkers.


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten