Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

maandag 28 mei 2012

Een goeie kano is waterdicht

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


Wat het blussen ook veel gemakkelijker maakte, was dat het niet met kokosnoten hoefde. De knieënman had een kano vol spullen bij zich: potten en pannen, een jerrycan, een emmertje, een tropenhelm, muskietengaas... Al die dingen konden worden gebruikt om water naar boven te dragen. Behalve het muskietengaas. En de tent die ernaast lag. En de schone onderbroeken eronder.
De Boegoenezen probeerden het allemaal wel, want je weet tenslotte maar nooit, Alles waar water in bleef zitten, werd enthousiast gebruikt. De rest werd op een grote hoop gegooid naast de kano.
Dus niet: teruggelegd in de kano. Want de kano moest leeg.
Een goeie kano is waterdicht, he?
Dus ja.
De Boegoenezen lieten de kano vol met water lopen, onder luid protest van de knieënman, en daarna hesen ze het gevaarte zo hoog mogelijk een naastgelegen boom in. En flats. Vonden ze heel erg grappig. De Boegoenezen dan; de knieënman dacht er anders over. Handenwringend stond hij toe te kijken, en hij riep klaaglijk van 'pas toch op' en 'straks gaat het stuk' en 'hoho, heb ik gezegd dat dat mocht?' en meer van dat soort dingen. De Boegoenezen besteedden niet de minste aandacht aan hem, en mijn moeder leek het een reuze grap te vinden. Ze stond er in elk geval hardop lachend naar te kijken.
'Vrolijke boel,' merkte Gaby op.
'Ja,' zuchtte papa.
'Is er iets?' vroeg Gaby voorzichtig.
Typische meidenvraag.
Wie vraagt er nou 'is er iets' aan een groot mens? Dat is toch niet slim? Er is altijd iets, met grote mensen. Meestal is het 'gewoon iets op hun werk', of het is iets met geld (dat er dan niet is, of te weinig of zo). Of er ligt een oude tante in het ziekenhuis. En als dat het allemaal niet is, dan is het wel de politiek.
Meestal snap je er toch niks van, van het iets dat er is. En als je het wel snapt, dan wil je het liever niet weten. Je wilt gewoon dat je ouders het oplossen; daar zijn ze toch ouders voor?
Kortom: 'Is er iets' is precies, maar dan ook precies de verkeerde vraag.
Echt een meidenvraag.
En als papa nou een fatsoenlijke vader was geweest, gewoon zo'n flinke vader die alles zelf oplost en zijn kinderen niet lastig valt met zijn problemen, dan was die meidenvraag niet zo'n probleem.
Dana had hij gewon gezegd: 'Er is niks, meidje,' en dan hadden we lekker verder kunnen kijken naar de Boegoenezen die een brand wilden blussen met een brillenkoker vol blubberwater. En de knieënman die probeerde zijn brillenschoonmaakdoekje te redden.
Maar nee hoor, papa was het soort vader dat vindt dat zijn kinderen alles mogen weten. Dat geen geheimen wil hebben voor zijn eigen vlees en bloed.
Dus hup, daar kwam het hele verhaal eruit.


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten