Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

woensdag 16 mei 2012

Zwakke oude vrouw?

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


Ik stapte midden op zijn rug, en dat was mazzel. Een alligator is geen slang, dus hij kan zich niet in een rondje buigen om te bijten wie er op zijn rug staat.
Dat wil niet zeggen dat het beest zich zomaar bij de situatie neer wilde leggen. Het draaide zich op zijn zij zodat ik van zijn rug af viel. Bovenop een andere alligator.
Binnen hap-afstand van nog drie alligators.
Dus ja.
Dat zag er niet zo best uit.
Gelukkig was Oma in de buurt. Ze kwam aangerend voordat de monsters me konden bijten, en met een paar goed gemikte schoppen en prikken joeg ze de alligators piepend weg.
Kijk eens aan, dacht ik. Dus alligators kunnen piepen. Nooit geweten. Wel grappig, eigenlijk.
Dat was wel een beetje een rare gedachte; zo kun je zien hoe verward ik was.
Een veel betere gedachte zou bijvoorbeeld zijn geweest: Nee maar, Oma kan net zo goed alligators meppen als de knieƫnman.
Of bijvoorbeeld: Laat ik dat oude vrouwtje maar eens heel erg bedanken, want ze heeft mijn leven gered.
Of zelfs: laat ik nooit meer met mijn ogen dicht tussen de alligators stappen.
Dat dacht ik allemaal niet, ik dacht: hihi, piepende reuzenalligators, wat mal.
In rare situaties denk je rare dingen, blijkbaar.
Kwetter hielp me overeind, en ze hield mijn hand vast terwijl we achter Oma door de grot liepen. Misschien wilde ze me geruststellen. Misschien wilde ze alleen maar zorgen dat ik niks doms kon doen. Misschien vond ze het gewoon fijn om mijn hand vast te houden, als een soort knuffelen, in verband met die verliefdheid en zo.
Hoe dan ook: ik liet het maar zo. Ik kon mijn hand toch niet lostrekken want Kwetter is dus, nou, zeg maar, uhm, een beetje sterker dan ik.
Oma baande zich met kalme schoppen en meppen een weg door de alligators. Wij bleven natuurlijk vlak achter haar, en zo kwamen we aan het andere uiteinde van de grot.
Daar was een soort verhoging, een nis hoog in de wand van de grot, Er hing een soort liaan voor, waarlangs je naar boven kon klimmen en dan was je helemaal veilig voor de alligators.
Ik klom als eerste naar boven, na mij kwam Kwetter en als laatste Oma met Gaby op haar schouder.
In de nis lag een grote stapel kokosnoten, en nokonootjes, en een bergje van gedroogd gras en bladeren.
Was dat Oma's bed?
'U wonen hier?' vroeg ik. 'Niet in bos?'
'Niet in het bos,' knikte Oma. 'daar zijn teveel beesten, dat is niet prettig voor een zwakke oude vrouw als ik.'
Teveel beesten in het bos? Ik keek nog eens naar de grot vol alligators en krabde achter mijn oor.
Daarna dacht ik aan de moeiteloze manier waarop zij zich een weg door de monsters had gemept. Zwakke oude vrouw? Ik krabde nog eens.
Intussen legde Oma Gaby neer naast het bedje van bladeren.
Ernaast ja. Want het bedje as geen bedje, het was een soort voorraadkast. Hier bewaarde Oma haar kruiden en andere nuttige plantjes en dingetjes.
Ze grabbelde een paar stokjes tevoorschijn en bond die langs Gaby's arm, nadat ze die netjes had rechtgetrokken.
Daarna ging ze met allerlei kruiden in de weer, maar dat merkte ik niet, want ik was in slaap gevallen.



BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten