Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

vrijdag 27 december 2013

Mondje dicht tegen mama

BEGIN / VORIGE


'Hoe komen jullie in de Tsaar Peter?' vroeg ik. 'Zaten jullie daar de hele tijd al?'
'Nee, natuurlijk niet,' zei Michael terwijl hij uit het luikje klom. 'Pak mijn hand maar, Kwetter, dan help ik je overstappen.'
Die hand was nergens voor nodig: Kwetter had moeiteloos met een driedubbele salto vanaf de container recht in het luik van de onderzeeër kunnen duiken. Maar ze pakte de hand van mijn broer en deed of ze heel veel moeite had met overstappen, zodat ze hem zo lang mogelijk kon vasthouden. Daarna zei ze vrolijk: 'jij hebt mij gered! Nu gaat wij kuffelen!' Maar Michael had het, helaas helaas, te druk om te kuffelen. Want mama en ik hadden wel echt een helpende hand nodig bij het overstappen.
Ondertussen vertelde hij: 'We hebben, nadat we jullie kwijtraakten, dagenlang de zee afgezocht. Maar ja, die is dus vrij groot. De oude visserman wilde steeds teruggaan naar het vasteland, want wat konden wij nou beginnen zonder mama? Mama is de Donderkat, tenslotte, en papa en ik zijn maar een paar nutteloze aanhangsels. Vond dat vissertje dan, he? Maar toen we verstrikt raakten in de netten van de Engel, en ik ons bevrijdde met een paar goed gemikte bommen die papa bij zich had...'
'Die waren dus niet voor jou bedoeld,' zei mama scherp. 'Ik heb nog zo tegen Eduard gezegd: alleen in noodgevallen, en laat Michael niet...'
'Michael, wat hadden we nou afgesproken?' klonk het teleurgesteld uit het ruim. 'Mondje dicht tegen mama, had ik gezegd!'
'Ehhhhhh, nou ja,' ging Michael haastig verder, 'die oude visser was in ieder geval overtuigd. We bleven maar zoeken. Op het laatst geloofde ik niet meer dat we jullie ooit nog terug zouden vinden, maar papa zei: wacht maar af. Ik zei: wachten? Waarop? En toen een paar dagen later de hele hemel in vuur en vlam stond, en we de verschrikkelijkste knal hoorden die ik ooit heb gehoord, zei papa tevreden: dáár wachtte ik op. We voeren naar de plek waar de klap vandaan was gekomen. Knap stuurwerk van die ouwe visser, trouwens. Het eerste wat we vonden was de Tsaar Peter. Daarna was het een makkie. Gewoon een kwestie van op de sonar kijken. Of nou ja, makkie – het duurde natuurlijk wel even voordat we de handleiding van de sonar gelezen hadden. Eigenlijk zijn we daar de hele nacht mee bezig geweest. Maar daarna was het een makkie.'
Kwetter stak haar neus in de lucht en snoof.
'Wat ruikt ik?' vroeg ze opgetogen.
Ik snoof ook. Ik rook alleen maar de zee.
Kwetter schudde haar hoofd. 'Ik ruikt...'
'Wie wil er een pannenkoek?' riep papa vanuit het ruim.
En toen maakte Kwetter toch nog die driedubbele-salto-snoekduik door het luikje de boot in.


BEGIN / VORIGE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten