Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

vrijdag 13 december 2013

Wippen en wappen

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


'Auw,' zei Kwetter. Ze stond op en wreef over haar pijnlijke billen. 'Dit hebde ik niet verwacht. Ik denkte: wij valt in het water.'
Ik klopte op de grond.
Die was van galmend ijzer, want we waren terechtgekomen op een grote container. Een van de containers met bevroren vis (of misschien waren het mjamburgers) die door Leeghwaters druk op de knop overboord waren gegooid.
De zee rondom het schip was één stalen vlakte van dobberende containers.
'Kijkt eens, daar is mama,' wees Kwetter.
Mijn moeder stond een heel eind bij ons vandaan, helemaal aan de rand van het veld van containers. Ze riep iets, maar dat konden we niet verstaan. De zee was kalm, maar ook een kalme zee heeft nog golfjes en de grote stalen bakken klotsten voortdurend tegen elkaar aan. Iedere botsing maakte een zacht, boenkend geluid en dat alles bij elkaar gaf veel meer herrie dan mijn moeder kon overstemmen.
'Volgens mij wilt zij dat wij naar haar toekomt,' zei Kwetter.
Inderdaad stond mama tamelijk dringende gebaren te maken. Ik heb, zoals je weet, vrij scherpe ogen dus ik kon zelfs de uitdrukking op haar gezicht zien. En ze keek héél bezorgd. Zo bezorgd dat je beter kon zeggen dat ze totaal in paniek was.
Zo had ik haar nog niet vaak gezien.
'Laten we maar eens gaan kijken wat er aan de hand is,' zei ik. Ik nam een zo lang mogelijke aanloop en sprong naar de volgende container. Kwetter kwam vrolijk achter me aan gehupst. Die had geen aanloop nodig.
Mama bleef maar wuiven en roepen. Dus wij sprongen nog een paar containertjes verder. Dat is trouwens makkelijker gezegd dan gedaan, want de kant van de container waar je op terechtkomt, zakt onmiddellijk naar beneden.Als een wipwap. Dus ons gespring werd een soort gewankel en gehobbel en dan uit alle macht springen en hopen dat je met je vingertoppen achter een richeltje blijft haken. Terwijl jij naar beneden wipt en de container waar je net vanaf bent gesprongen naar boven wapt.Zodat je je in de vreemdste bochten moet wringen om niet tussen twee gigantische stalen blokken verpletterd te worden.
Dit zou nooit een hobby van me worden, besloot ik.
Na drie containers konden we horen wat mama zei: '...en dertig seconden, schiet op, grutjes nog aan toe!'
'Wat denk je dat we aan het proberen zijn?' wilde ik terugroepen. Maar ik had al mijn adem nodig voor het springen en wankelen enzovoort, want ik moest nog vier containers. Kwetter, die hier natuurlijk veel beter in was dan ik, hoefde er nog maar drie. Ze keek over haar schouder en riep: komt jij nog?'
Nee, suffe druif, niet als jij aan die kant van de container blijft staan, dacht ik. Want ze stond klaar om de volgende sprong te nemen en daardoor zakte de voorkant van de container omlaag. Wat wil zeggen dat de achterkant, de kant waar ik op moest springen dus, omhóóg kwam. Te hoog voor mij. Ik kon daar niet komen. Juist doordat Kwetter op mij bleef wachten, zorgde ze dat ik niet verder kon.
Dat zou ik haar eigenlijk even uit moeten leggen, dacht ik. Maar ik kon niks uitleggen. Ik kon alleen maar hijgen.


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten