Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

woensdag 8 februari 2012

Een vrolijk en gezellig volkje

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


Ik werd opeens een beetje misselijk. 'Die gaan toch niet de pan in?'
'Nee hoor,' zei mijn vader geruststellend. 'Er worden er hooguit een paar doodgeschoten.'
Ik werd niet minder misselijk. Want ik wist dat het waar was. De vrienden van Dogger deinzen nergens voor terug.
Ik dacht aan de Boegoenezen – aardige lui, ook al roken ze niet lekker (en dan bedoel ik echt heel erg niet lekker). Ze hadden ons hartelijk welkom geheten, toen we hun land binnenvluchtten. Dolblij waren ze, dat we Kwetter hadden teruggebracht. Eerst dacht ik dat Kwetter een prinses was of iets dergelijks, zó groot was het feest toen ze thuiskwam. Later ontdekte ik dat de Boegoenezen vreselijk aan elkaar gehecht zijn, en dat zelfs een kleine verwonding van de meest vervelende jengelpeuter als een nationale ramp wordt beschouwd. Ze doen alles voor elkaar; ook bij het meest onbenullige klusje (een nootje oprapen dat je hebt laten vallen, bijvoorbeeld) komen er meteen drie of vier Boegoenezen aangesneld om je te helpen. Zelfs het warrigste verhaal van de meest ongezellige zeurbejaarde wordt met oprechte interesse aangehoord en op feestjes doorverteld.
Op feesten zijn ze trouwens ook verzot, de Boegoenezen. Ze komen allemaal op elkaars verjaardag – letterlijk allemaal, ieder verjaarspartijtje heeft honderden bezoekers en de meeste Boegoenezen gaan naar minstens drie feestjes per dag.
Die feestjes stellen niet zo gek veel voor, natuurlijk, want chips kennen ze hier niet. En plastic speelgoed, om cadeau te geven, kennen ze ook niet. En bowlingbanen ook niet en lasergames al helemaal niet. Boegoenese feestjes bestaan voornamelijk uit bij elkaar zitten, babbelen en noko-nootjes bij elkaar naar binnen spugen.
't Is maar wat je leuk vindt.
De Boegoenezen vinden het erg leuk; het is een vrolijk en gezellig volkje. Niet bepaald mensen waarvan je zegt: knal er daar maar een paar van overhoop.
Maar dat was wel wat de houthakkers gingen doen.
'Dat gaan we niet laten gebeuren,' zei ik. 'Toch, pap? Toch, mam? Dat laten we toch niet gebeuren?'
Mijn moeder glimlachte geruststellend. Of nou ja: eigenlijk glimlachte ze nogal verontrustend. Ik weet niet of je wel eens van die films ziet, waarin een geheim agent de wereld moet redden van een slechterik? Zo'n slechterik die een verschrikkelijke ziekte wil veroorzaken. Of een oorlog beginnen met kernwapens. Of alle mensen in New York vergiftigen. Ken je die films? Nou, mijn moeder glimlachte zoals de slechterik glimlacht, wanneer hij op de grote rode knop duwt die zijn plan in werking zet. Het was de genadeloze glimlach van de Donderkat.
Maar de Donderkat stond aan mijn kant, dus ik vond het geruststellend.


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten