Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

woensdag 22 februari 2012

Onheilspellende geluiden

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


Als Kwetter me niet bij mijn linker elleboog had gegrepen en me met een enorme zwaai weer bovenop het vloertje had gezet, was ik compleet te pletter gevallen. Dan had ik alleen nog kunnen dienen als alligator-voer.
'Jij was bijna te pletter gevallen,' zei ze ernstig. 'Ik hebt jou gered. Nu moet jij kuffelen!' Ze sloeg haar armen om me heen en duwde haar neus in mijn hals.
'Hee,' riep ik snel, 'wat hoor ik daar?'
'Is niks,' murmelde Kwetter. 'Is gewoon ontploffing. Ontploffingen weet wij nou onderhand wel. Nu gaat wij kuffelen.' Ze knuffelde zo hard dat de lucht uit mijn lijf werd geperst. Met mijn laatste adem kreunde ik: 'Maar luister nou! Dat is helemaal geen ontploffing! Dat is iets heel anders!'

De ontploffingen waren doorgegaan in de dagen dat wij het laboratorium bouwden. Ze hadden luider en luider geklonken, steeds dichterbij naarmate het gat in de bergwand groter werd. We hadden het te druk gehad om te gaan kijken, maar als ik zo'n verre knal hoorde dacht ik altijd even aan de graafmachines en de bulldozers die de bergwand sloopten – en die misschien al waren begonnen een weg aan te leggen. Een mooi brede asfalt-weg, waar de houthakkers overheen konden rijden. Om naar het bos te komen met hun kettingzagen onder de arm. En om weer te vertrekken met het bos onder hun arm. (Bij wijze van spreken dan – je kunt een bos niet onder je arm dragen. Behalve een bos haar, onder je oksel, maar dat is geen ramp. De houthakkers, en dat was wél een ramp, zouden het bos van Boegoe-Boegoe stukje bij beetje afvoeren op vrachtwagens. Over de gloednieuwe weg, die er nu misschien al lag.)
Het was geen leuk geluid, die steeds hardere ontploffingen. Het was het geluid van naderend onheil.
Maar het geluid dat we nu hoorden was erger. Het was het geluid van onheil dat niet langer nadert maar op zijn bestemming is aangekomen. Onheil dat, om het zo maar eens te zeggen, als een inbreker je huiskamer is binnendrongen en nu in de gemakkelijke stoel bij de tv zit, met een stinksigaret in zijn mond en in zijn rechterhand een breekijzer – pets, pets, pets... Lichtjes maar dreigend slaat hij met het breekijzer op de palm van zijn linkerhand. Ondertussen kijkt hij je strak aan, door de gore sigarettenrook heen.
Dat was zo'n beetje het gevoel dat ik kreeg bij dit nieuwe geluid.
Want het was het geluid van een kettingzaag.
'De houthakkers!' schrok mijn zusje. 'Ze zijn door de bergen heen! Ze zijn hier, oh wat erg, nou gaan alle Boomkonijntjes en Stoeistaartjes en Knabbeldiertjes dood! Ze had het nog niet gezegd of er klonk een ijselijke gil.
'Hm,' zei mijn moeder verstrooid. 'Dat klonk niet als een boomkonijntje. Dat klonk meer als een houthakker.' Waarschijnlijk had ze gelijk, want na de gil was de kettingzaag plotseling opgehouden.
'Wat zou er gebeurd zijn?' vroeg papa zich af.
'Zo te horen,' zei mijn moeder kalm, 'heeft er een houthakker kennisgemaakt met het rijke dierenleven van Boegoe-Boegoe. En dan niet met een Pluizig Knabbeldiertje, maar met een Reuzenalligator. Of een Boomleeuw of zo.'
Er klonk een reeks knallen. Geen ontploffingen, maar geweerschoten.
'En de Reuzenalligator maakt kennis met de moderne beschaving,' merkte mama droogjes op. 'Een leerzaam dagje voor iedereen.'
'Nou,' zei ik, 'als het dan zo leerzaam is, dan moesten wij er misschien ook maar eens een kijkje nemen.'
'Een uitstekend idee. Moet er nog iemand plassen?'
Er hoefde natuurlijk niemand, want iedereen was net geweest.
Ja, hoor eens, hoe denk je anders dat we de laatste vlammen in het lab hadden geblust?


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten